Mikrogeophagus altispinosus
De Mikrogeophagus altispinosus heeft net als zijn neef de Mikrogeophagus ramirezi al heel wat namen gezien. In 1911 voor het eerst beschreven door J.D. Hageman als Papiliochromis altispinosus. Later hernoemd naar Microgeophagus altispinosus en als laatste naam Mikrogeophagus (met als enige verschil de C of K in de schrijfwijze).
In het Engels worden ze ook wel Bolivian Ram genoemd. Deze soort heeft nog geen Nederlandse naam.
Beschrijving
De Mikrogeophagus altispinosus is ongeveer gelijk gebouwd als de Mikrogeophagus ramirezi. Ze hebben beiden een ietwat gedrongen bouw. Het verschil tussen de man en vrouw is niet makkelijk te zien. Na een tijdje de vissen bekeken te hebben zijn wel wat verschillen te vinden. De mannen zijn wat slanker gebouwd en zijn ook iets kleiner. Bij volwassen dieren is het ook aan de staart te zien. Bij de mannen zijn de buitenste vinstralen langer dan de rest van de staart. Bij de jonge exemplaren is het verschil alleen te zien voor het zeer geoefende oog.
De Mikrogeophagus altispinosus vormen koppels en een koppeltje vormt een territorium. Een hele groep van deze leuke dwergcichliden houden gaat dus waarschijnlijk niet. Voor een koppel heb je een aquarium nodig van zo’n 80 centimeter. Pas vanaf een aquarium lengte van 120 centimeter kun je een tweede koppel toevoegen.
Het zijn geen erg sterke vissen. Als ze moeten strijden voor hun eten met erg dominante of drukke vissen dan zullen ze deze strijd verliezen. Hou ze dus samen met wat rustigere soorten.
Geslachtsonderscheid met foto’s door Gertbl
Kenmerken mannetje:
De mannetje kun je herkennen aan de verlengde vinstralen van de rug-, aars- en borstvinnen.
Kenmerken vrouwtje:
Vrouwtjes hebben in plaats van verlengde, juist afgeronde vinnen. Vooral de aarsvin is ronder dan die van het mannetje. Voorbeeld van mijn vrouwtje:
Biotoop
Het land van herkomst van deze fraaie dwergcichlide is Bolivia. In het Nederlands hebben ze zoals gezegd geen bijnaam maar in het Engels worden ze ook wel Bolivian Ram genoemd naar hun land van herkomst. Hier bewonen ze de zanderige bodems van helder zeer langzaam stromend water. Ze bouwen hun territorium tussen de dichte vegetatie.
Dieet
Kieskeurige eters zijn de Mikrogeophagus altispinosus niet. Zowel levend als diepvries voer wordt graag gegeten, evenals vlokvoer. Om hun kleuren goed naar voren te halen is een gevarieerd dieet wel gewenst. Een afwisselende combinatie van vlokvoer, artemia, cyclops, mysis, watervlooien (daphnia), zwarte en witte mug helpen ze gezond te blijven en hun mooiste kleuren te laten zien. Wees spaarzaam met tubifex en rode mug, dit is te vet om vaak mee te voeren.
Het Aquarium
Voor 1 koppel Mikrogeophagus altispinosus heb je dus een aquarium nodig van 80 centimeter. Per extra koppel komt daar zo’n 40 centimeter aquarium lengte bij. Deze vissen zijn territorium vormend zorg dus voor natuurlijk ogende afscheidingen in de vorm van voldoende beplanting, hout of rotsen waardoor ze voor elkaar aan het zicht zijn onttrokken.
Belangrijk is dat de bodem moet bestaan uit zacht zand. Ze graven graag en scherp zand of grind kan wondjes veroorzaken. Ook enkele eiken- of beukenbladeren zien ze graag.
Ze kunnen gehouden worden bij een temperatuur van 22 tot 29 graden. Zelfs warmer kan nog tot een graad of 32 maar dit verkort waarschijnlijk wel hun levensduur. Het water moet een pH hebben zo rond de 6,5 a 7 en bij voorkeur worden gefilterd over turf. Ze doen het het best bij relatief zacht water met een GH van ongeveer 5 tot 12.
In de natuur hebben vissen te maken met schommelende temperaturen. Gedurende lange tijd vissen op de minimum of maximum temperatuur houden is niet altijd gewenst en kan de gemiddelde levensduur van de dieren bekorten.
Ze zijn gevoelig voor verontreiniging van het water. Regelmatig water verversen is dus absoluut noodzakelijk. De nitriet en ammonia niveau’s moeten ten allen tijde 0 zijn.
Kweek Aquarium en Conditioneren
Deze bi-parentale substraat broeder kan geconditioneerd worden door ze goed te voeren met levend voer (vooral zwarte mug) en het schoon houden van het water. Als je een goed koppel hebt, zullen ze vanzelf overgaan tot het afzetten van eieren.
Het kweek aquarium moet zijn ingericht met een zand bodem, enige platte stenen en beplanting. Zorg ervoor dat het water zeer schoon is en filter over turf. Dit helpt tevens bij het voorkomen van schimmelvoorming op de eieren.
Het Afzetten
Voordat tot afzetten wordt overgegaan zoekt het koppel Mikrogeophagus altispinosus eerst een geschikte plek uit. Meestal is dit een platte steen of breed blad. het oppervlak hiervan wordt zorgvuldig schoon gepoetst. in de buurt van de gekozen afzet plek graven ze wat kuiltjes in het zand.
Zodra het vrouwtje helemaal tevreden is komt bij haar de legbuis tevoorschijn die duidelijk zichtbaar is. Alle overige vissen worden door het mannetje zorgvuldig verjaagd. Typisch voor bi-parentale substraat broeders zet het vrouwtje keurig nette rijtjes van 5 tot 8 eieren af waarna het mannetje ze bevrucht tussen de patrouilles van het territorium door. Een gemiddeld nest bestaat uit zo’n 100 tot 300 eieren.
Opgroeien van de jongen
De eieren worden gedurende drie dagen voornamelijk door het vrouwtje bewaaierd terwijl het mannetje het territorium fel verdedigd. Alleen als het vrouwtje gaat eten neemt het mannetje haar taak even over. Onbevruchte of beschimmelde eieren worden zorgvuldig verwijderd.
Na drie dagen komen de eieren uit en worden de wriemelende jongen overgeplaatst naar de eerder gegraven kuiltjes. Van tijd tot tijd zullen de ouders ze verplaatsen naar een ander kuiltje. Beide ouders verdedigen hun kroost zeer fel. Na vier à vijf dagen kunnen de larfjes vrij zwemmen. Dit is het moment om te beginnen met het voeren van pas uitgekomen artemia.
Het laten opgroeien van de jongen geeft doorgaans geen problemen. Let wel op: de jongen zijn net als hun ouders gevoelig voor vervuild water. Voer ze dus niet teveel aangezien niet opgegeten voer het water zeer snel vervuild. Blijf ook bij de jongen regelmatig het water verversen.
Conclusie
Hoewel niet zo kleurrijk als zijn neef de Mikrogeophagus ramirezi is het wel een zeer goed alternatief voor deze soort. Ze zijn makkelijker te houden en te kweken. De kleuren zijn wat subtieler maar zijn gedrag is net zo leuk om te zien. Met deze soort kun je met een beetje geluk ook het paren en het opgroeien van de jongen aanschouwen (zelfs in een aquarium met andere soorten), iets wat bij de ramirezi alleen is voorbehouden aan een enkeling.
Al met al een soort die zeker aan te bevelen is!
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Klaus Steinhaus (originele website niet meer bereikbaar)
GertBl
CK Yeo
Unimati