Allen en Hadiaty, 2013
Soortbeschrijving
Volwassen mannetjes zijn blauwgrijs gekleurd met rode randen op de schubben. Hierdoor lijken ze over het grootste gedeelte van het lichaam erg rood. Het hoofd is grijsblauw en over de rug loopt een licht groene streep. Onder de mond zit een rode vlek. De buik van de M sneideri is wit en deze soort heeft donker bruine anaal, rug en buikvinnen. De tweede rugvin heeft een oranje rode rand. De staartvin is oranje en de borstvinnen doorzichtig.
De mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden doordat de mannetjes erg rood gekleurd zijn. Dit is bij de vrouwtjes niet te zien. Ook zijn de mannetjes hoger gebouwd dan de vrouwtjes. Melanotaenia sneideri is te onderscheiden van andere soorten van hetzelfde geslacht door de unieke kleuren van het mannetje. Alleen Melanotaenia parva is bekend van het vertonen van een rode kleur in gevangenschap, in tegenstelling tot de blauwe tot lichtpaarse tint in het wild. Het mannetje van de M. sneideri is ook te onderscheiden door de donkerbruine kleur van de rug, anaal en buik vinnen. Dit is iets wat andere soorten in het geslacht Melanoteania niet vertonen. De maximum lichaamshoogte bij mannetjes van de M. sneideri (ongeveer 42.3% van de SL) is ook anders dan die van andere soorten in de Bird’s Head regio. De andere soorten vertonen namelijk waarden van minder dan 40%. Uitzonderingen hierop zijn de M. Ajamaruensis, M.angfa, M. boesemani, M. kamaka en M. lakamora. Al deze soorten komen uit meren met uitzondering van de M. angfa. Deze uitzonderingen kunnen worden verklaard doordat de uitzonderingen uit meren komen. Daar zijn de mannetjes vaker wat hoger dan de soorten uit stroompjes. Doordat de stroompjes snelstromend water hebben zijn de vissen door hun lagere lichaam, meer gestroomlijnd.
Hoewel de grootste vis die gevangen is een lengte had van 80.1mm kan de soort een veel grotere lengte bereiken. Zo is er een exemplaar gevangen van 110mm maar die is snel weer uitgezet omdat, er geen bakje beschikbaar was die groot genoeg was om de vis in te doen. Dit is hiermee een van de drie grootste soorten uit de Bird’s Head schiereiland. Alleen M. fasinensis (120mm SL) en M. angfa (114mm SL) zijn voor zover bekend groter.
Verspreiding en habitat
Tot dusverre zijn de Kumawa Mountains de enige plek waar je de M. sneideri kan vinden. Dit ligt in het zuiden van de Bomberai schiereiland in West Papua. De exacte vindplek ligt op een hoogte van 1050 meter en bestaat uit een klein meertje van ongeveer 1000 meter lang en 600 meter breed. Tijdens het droogte seizoen bestaat het uit een klein kreekje van 1-2 meter wijd dat na 500-600 meter in de grond verdwijnt. Dit kreekje is dan gemiddeld 10-20cm diep met een maximum diepte van 30-50cm. Tijdens een bezoek in maart 2013 waren de meeste vissen te vinden in rotsige poeltjes aan het einde van de kreek vlak voordat het in de grond verdween. Tijdens een iets later bezoek in eind maart was de kreek, door de hevige regen, uitgedijd tot een klein meertje. In de meertje waren de vissen dan ook meer verspreid te vinden.
Opmerkingen
De soort is vernoemd naar Richard Sneider. Hij had samen met Max Ammer de Kumawa Mountains Expedition georganiseerd in 2013. Dr. Sneider had de soort ontdekt, gefotografeerd en gefilmd. Daarnaast had hij samen met Obed Holage als eerste een exemplaar gevangen.
Momenteel is deze soort helaas nog niet verkrijgbaar in de hobby.
Literatuur
Allen G.R. and R.K. Hadiaty (2013) Melanotaenia sneideri, a New Species of Rainbowfish (Melanotaeniidae), from West Papua Province, Indonesia. aqua, International Journal of Ichthyology 19(3): 137-146.
Bron: Home of the Rainbowfish
Vertaling: Rickpad
Auteur
Adrian R. Tappin
Copyright foto’s