Melanotaenia corona
Het lichaam is zijdelings samengedrukt en uitgerekt. Ze kunnen een maximale lengte bereiken van 12 cm, maar meestal minder dan 10 centimeter. De tweede rugvin en anaal vinnen zijn ongewoon lang vergeleken met andere leden van het geslacht. De langste vinstralen zijn gelegen in het midden van deze vinnen, een kenmerk dat typisch is voor sommige Glossolepis. De kleuren van levende exemplaren zijn onbekend.
Verspreiding en Leefomgeving
Bekend alleen uit het bovenste deel van de Sermowai rivier aan de noord kust van West-Papoea, ongeveer 75 kilometer ten westen van Jayapura. Zij werden verzameld door Dr Knud Gjellerup in 1911. Vier andere soorten Regenboogvissen werden verzameld door Gjellerup uit de Sermowai Rivier: Chilatherina crassispinosa, Chilatherina fasciata, Chilatherina lorentzi en Melanotaenia affinis. Het is echter niet bekend of zij dezelfde habitat met Melanotaenia corona delen.
Opmerkingen
De enige twee bekende exemplaren moeten aan de aandacht van Weber en De Beaufort zijn ontsnapt. Het holotype is bewaard gebleven in Amsterdam, de enige paratype verhuisde met Gerald Allen naar het Western Australian Museum in Perth. Vandaag wacht de Melanotaenia corona nog steeds op herontdekking. De specifieke naam is afkomstig uit het Latijn, en betekent rand of grens, een verwijzing naar de kenmerkende witte marge op de rug vinnen. Deze soort is momenteel niet beschikbaar in de aquarium hobby.
Auteur
Adrian R. Tappin – Home of the Rainbowfish
Vertaling John de Lange
Copyright foto’s
Literatuur
Allen, G. R. (1982). Melanotaenia corona, a new species of rainbowfish from northern New Guinea (Pisces, Atheriniformes, Melanotaeniidae). Bulletin Zoölogisch Museum, Universiteit van Amsterdam 8(21): 173-176.