Melanochromis lepidiadaptes

Melanochromis lepidiadaptes is een kleurrijke, matig agressieve cichlide uit het Malawimeer. Ideaal voor grote aquaria met rotsachtige schuilplaatsen.

()

Melanochromis lepidiadaptes

Melanochromis lepidiadaptes werd voor het eerst beschreven door Bowers en Stauffer in 1997. De geslachtsnaam Melanochromis komt uit het Grieks, waarbij “melano” staat voor zwart en “chromis” al werd genoemd door Aristoteles en mogelijk is afgeleid van het woord “Chroemo” wat hinneken betekent. Het is een verwijzing naar een trommel wat weer verwijst naar het vermogen om geluid te maken. Chromis is later gebruikt voor een grote groep vissen waaronder cichliden, juffers, lipvissen etc. Voorheen dacht men dat al deze baarsachtigen aan elkaar verwant waren. Deze naam wordt vaak gebruikt in de namen van de Afrikaanse geslachten.

De soortnaam lepidiadaptes komt ook uit het Grieks, waarbij “lepis” betekent schub en “diadaptos” betekent scheuren of trekken. Dit verwijst naar de eetgewoonte van deze vis, namelijk het eten van schubben van andere vissen.

Synoniemen: Melanochromis lepidophage.

Beschrijving

Melanochromis lepidiadaptes heeft een gestrekt en zijdelings samengedrukt lichaam. De kop en de flank van deze vis zijn hemelsblauw gekleurd. Het dorsale gedeelte van het lichaam, vanaf de kiewdeksel tot het einde van de rugvin, heeft een iriserende goudgroene gloed. Op de kiewdeksels bevindt zich een prominent zichtbare zwarte vlek.

Er zijn twee donkere lengtestrepen op het lichaam, die vaak slechts zwak zichtbaar zijn. Het bovenste lengtestreepje loopt net onder de ruglijn en kan in afzonderlijke vlekken uiteenvallen. Het onderste lengtestreepje loopt doorlopend direct onder de zijlijn. De rugvin heeft witte uiteinden van de vinmembranen. De vinnen zijn over het algemeen blauwachtig met een lichte iriserende gloed.

Mannetjes kunnen een lengte van ongeveer 12-14 cm bereiken, terwijl vrouwtjes iets kleiner blijven, rond de 10-11 cm.

Verschillen tussen Mannetjes en Vrouwtjes

Fysieke verschillen:
Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes en hebben een intensere kleur, vooral tijdens de broedperiode wanneer het melaninepatroon volledig verdwijnt. Vrouwtjes zijn wit van kleur en hebben een minder uitgesproken goudgroene gloed over het dorsale gedeelte van het lichaam.

Gedragsverschillen:
Mannetjes vertonen territoriaal gedrag, vooral tijdens de paartijd, en kunnen agressief zijn tegenover andere mannetjes en soms ook tegenover vrouwtjes. Vrouwtjes zijn over het algemeen minder agressief en vertonen minder territoriaal gedrag.

Gedrag en Temperament

Melanochromis lepidiadaptes is een matig agressieve Mbuna-soort. Ze zijn actief en hebben de neiging om in groepen te leven, vooral in de buurt van rotsachtige schuilplaatsen. Ze kunnen agressief zijn tegenover kleinere vissoorten en soortgenoten, vooral tijdens de paartijd.

Levensverwachting

In een aquarium kunnen deze vissen een leeftijd van 8-10 jaar bereiken.

Biotoop

Melanochromis lepidiadaptes komt van nature voor in Malawi, in het Malawimeer. Deze soort is endemisch aan dit meer en wordt voornamelijk gevonden bij Makanjila Point en Luwala Reef.

Ze bewonen de overgangszones tussen de rotsen en sedimentarme gebieden op diepten van ongeveer 5 tot 20 meter. Deze zones zijn vaak rotsachtig met weinig onderwaterbegroeiing.

Natuurlijke Vijanden en Voedsel:
Melanochromis lepidiadaptes is zelf een jager en voedt zich voornamelijk met schubben van andere vissen, jonge vissen, kreeftachtigen en andere kleine waterdieren. Ze zijn opportunistische eters en kunnen ook aas eten. Er is geen specifieke informatie over hun natuurlijke vijanden, maar hun gedrag als schubbeneter suggereert dat ze een niche hebben als gespecialiseerde predatoren

Dieet

In het wild voedt Melanochromis lepidiadaptes zich voornamelijk met schubben van andere vissen, jonge vissen, kreeftachtigen en andere kleine waterdieren. Ze zijn opportunistische eters en kunnen ook aas eten. Deze vissoort wordt beschouwd als omnivoor, wat betekent dat ze zowel dierlijk als plantaardig materiaal eten.

Voeding in het Aquarium

In een aquarium kunnen Melanochromis lepidiadaptes worden gevoerd met een gevarieerd dieet dat zowel dierlijk als plantaardig voedsel omvat. Hier zijn enkele aanbevolen voedingsmiddelen:

  • Cichlidenpellets en -vlokken: Deze zijn speciaal samengesteld voor cichliden en bevatten de nodige voedingsstoffen.
  • Diepvriesvoer: Artemia, mysis garnalen en muggenlarven zijn goede opties.
  • Groenten: Bladgroenten zoals spinazie, sla en spirulina vlokken kunnen worden toegevoegd om hun dieet te variëren.
  • Levend voer: Kleine kreeftachtigen en insectenlarven kunnen ook worden gegeven als een traktatie.

Het is belangrijk om een evenwichtige voeding te bieden die zowel dierlijke als plantaardige componenten bevat om ervoor te zorgen dat de vissen alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgen.

Het aquarium

Voor een enkel paar Melanochromis lepidiadaptes wordt een aquarium van minimaal 180x60x60 cm aanbevolen. Als je meerdere paren wilt houden, moet het aquarium aanzienlijk groter zijn, bij voorkeur meer dan 1000 liter, om voldoende ruimte te bieden en agressie te minimaliseren.

Het aquarium moet voornamelijk worden ingericht met rotsen. Zorg voor veel schuilplaatsen en territoria door de rotsen zo te stapelen dat er nissen en grotten ontstaan. Gebruik zand als substraat. Dit is ideaal omdat het de natuurlijke omgeving van de vis nabootst en het graven vergemakkelijkt. Planten zijn niet noodzakelijk en kunnen zelfs worden vermeden, omdat deze vissen de neiging hebben om planten te beschadigen. Focus in plaats daarvan op een rotsachtige omgeving.

Waterwaardes

De beste waterwaardes voor Melanochromis lepidiadaptes in het aquarium zijn:

  • Temperatuur: 22 – 26 °C.
  • pH-waarde: 7,5 – 8,5.
  • Waterhardheid: 1 – 16° dGH.

Geschikte Medebewoners

Geschikte medebewoners zijn onder andere Labeotropheus soorten, Metriaclima soorten, Tropheops soorten.

Ongeschikte vissoorten: Vermijd het samenhouden met kleinere, minder robuuste vissoorten, omdat Melanochromis lepidiadaptes agressief kan zijn tegenover kleinere vissen.

Kweek van Melanochromis lepidiadaptes

Tijdens de broedperiode worden de kleuren van de mannetjes intenser. Het melaninepatroon verdwijnt volledig, waardoor de hemelsblauwe kleur van het lichaam en de iriserende goudgroene gloed op het dorsale gedeelte nog meer opvallen. Vrouwtjes behouden hun witte kleur met een minder uitgesproken goudgroene gloed over het dorsale gedeelte van het lichaam.

Zodra de man doorkrijgt dat een vrouw klaar is om te paren, zoekt hij een plek in het zand. Hier graaft hij een ondiepe broedkuil. Met opgezette vinnen en trillende bewegingen toont hij zijn flank aan de vrouw. Hiermee probeert hij haar te imponeren zodat ze hem volgt naar de kuil in het zand.

De eieren worden afgezet in kleine kuiltjes die de mannetjes in het zand graven. Deze kuiltjes bevinden zich meestal in de overgangszones tussen rotsen en sedimentarme gebieden.

Al om elkaar heen draaiend legt de vrouw een of een paar eieren in het zand. De man draait met haar mee en bevrucht de eieren. Al doordraaiend neemt de vrouw de eieren in haar muil. Melanochromis lepidiadaptes is een maternale muilbroeder. Dit betekent dat de vrouwtjes de eieren en later de jongen in hun mond dragen om ze te beschermen. Het aantal eieren dat een vrouwtje kan dragen varieert, maar ligt meestal tussen de 20 en 40 eieren per broedsel.

De eieren komen na drie tot vier dagen uit. De uitgekomen visjes blijven echter tot zo’n 21 dagen na het afzetten in de muil van hun moeder. Ze teren daarbij op hun eidooierzak.

In een gemengd aquarium met andere volwassen vissen, worden de jonge visjes vaak opgegeten. Wellicht dat een enkeling tussen de rotsen kan ontsnappen. Als je meer jongen over wil houden, dan kun je de vrouw na dag 17 uitvangen. Plaats haar in een klein aquarium wat is ingericht met wat zand op de bodem en een schuilplaats waar de vrouw zich kan verstoppen.

De eerste uren na het loslaten van de jonge visjes, eet ze haar eigen jongen niet. Je hebt dus tijd genoeg om haar weer terug te plaatsen in het hoofd aquairum.

De jonge Melanochromis lepidiadaptes kun je voeren met artemia naupliën en fijngewreven vlokvoer.

Auteur

John de Lange

Copyright foto’s

Toni Wagner – Tonis-africancichlids.de

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

lepidiadaptes

Eerstbeschrijving

Jay Richard Stauffer Jr., Nancy Jean Bowers

Karakter

Sociaal Gedrag

Broedgedrag

Dieet

Min. lengte aquarium in cm

180

Herkomst

Landen

Ecosysteem

Lengte Minimaal

10

Lengte Maximaal

14

Temperatuur minimaal

22

Temperatuur maximaal

26

GH minimum

12

GH maximum

16

pH minimum

7.5

pH maximum

8.5