Mayaheros urophthalmus – Maya Cichlide

De Mayaheros urophthalmus of Maya Cichlide is een redelijk groot wordende cichlide. Hun gedrag is mild agressief en goed te combineren met cichliden van hun eigen grootte.

Mayaheros urophthalmus

Er zijn weinig Cichliden zó goed bestudeerd als de Mayaheros urophthalmus of in het Nederlands de Maya Cichlide. Stapels onderzoeken zijn er over deze vis verschenen. Deze belangstelling dankt de vis echter vooral aan zijn consumptiewaarde. Mayaheros urophthalmus is op tal van plaatsen als hengelsportvis uitgezet en dit gecombineerd met zijn enorme aanpassingsvermogen heeft hem in het rijtje van meest invasieve exoten geplaatst. De vis vertoont dan ook grote tolerantiewaardes op een breed terrein van biotische en abiotische factoren. Temperaturen tot een minimum van 14 graden Celsius, zoutconcentraties van zuiver zoet tot puur zeewater, extreem zuurstofarme omstandigheden en een ware opportunist als het om voeding gaat.

Mayaheros urophthalmus is een middelgrote tot grote cichlide. Gemiddeld tussen de 30 en 35 centimeter. Vele halen echter de 30 centimeter niet, terwijl er tegelijkertijd meldingen van tot wel 40 centimeter bestaan. De eindgrootte is vermoedelijk afhankelijk van de (oorspronkelijke) vangstlocatie. Er bestaan grote en kleine varianten. Seksueel actieve dieren zijn oranjebruin met 7 meestal duidelijke dwarsbanden. Op de staartwortel een pauwoogvlek met een blauwe rand. Roodtinten vooral in de staartvin, rugvin keel en kieuwmembraan. Een meer gedetailleerdere beschrijving, vooral chromatologisch, is niet mogelijk vanwege het grote verspreidingsgebied en de daaraan gekoppelde grote lokale variatie.

Hubbs (1935, 1936, 1938) onderscheidde, behalve het type-exemplaar van Cichlasoma urophthalmus uit Petén, daarom ook nog 10 ondersoorten:

  • ssp. Aguadae. (met dwarsbanden breder dan tussenruimtes) Het plaatsje Aguada in Campeche. 90 km ten Zuiden van Champoton.
  • ssp. Alborum. (pauwoogvlek op de staartwortel met ’n witte rand) De Usumacinta bij Montecristo.
  • ssp. Amarum. (donker, met banden even breed als tussenruimtes) Het eiland  Isla Mujeres, voor de kust van Cancun. Quintana Roo.
  • ssp. Cienagae. (hoog gebouwd) Brakwaterpoel, 3 km ten Zuiden van Progreso Yucatán.
  • ssp. Conchitae. (slank met smalle dwarsbanden) Ten Noorden van de stad Meridan in de Conchita Cenote, Yucatan. Deze vorm wordt in zijn voortbestaan bedreigd.
  • ssp. Zebra. (Zeer scherp afgetekend, regelmatig bandenpatroon) Xlaka Cenote, Ten Noorden van de stad Meridan.
  • ssp. Trispilus. (met drie vlekken) Rio San Pedro, toevoer van de Rio Usumacinta, bij El Paso de los Caballos, Guatemala
  • ssp. Stenozonus (verticale banden erg nauw)Typelocatie onbekend.
  • ssp. Mayorum (slank met donkere basiskleur) Xtolok Cenote, Chichen Itza
  • ssp. Ericymba (met vergrote ogen en zintuigporiën) Grot-vorm uit de San Bulha Cenote. Deze vorm wordt in zijn voortbestaan bedreigd

Zeer waarschijnlijk zijn er nog meer vormen te onderscheiden. De populatie van de zeegrasvelden uit Termos (welke ongetwijfeld unieke eigenschappen zal bezitten) bijvoorbeeld. De vraag is alleen, moeten we al deze verschillende vormen als ondersoorten (volgens Hubbs 1936), als soorten (volgens Kullander 2003) of als varianten (volgens Miller 2005) beschouwen. Hier bij de NVC, houden we het voorlopig op varianten.

Mayaheros urophthalmus lijkt veel op de Cichlasoma festae waar hij nauw verwant aan is. Behalve het feit dat de Maya Cichlide uit Midden Amerika komt en Cichlasoma festae uit Zuid Amerika is hij van deze laatste goed te onderscheiden door zijn 7 dwarsbanden (gerekend vanaf de kieuwdeksel) in plaats van 8 bij Cichlasoma festae. Bovendien vormen de tweede en derde band bij Cichlasoma festae vaak een Y-vorm. Voor de rest wordt Cichlasoma festae iets groter, heeft hij een kortere snuit en heeft hij meer rood-tinten. Ook staat de Cichlasoma festae als agressiever te boek.

Etymologie

Mayaheros is een verwijzing naar de inheemse Meso-Amerikaanse bewoners de Mayas. De volledige naam laat zich vertalen als “Held van de Mayas”. Urophthalmus (ur van “oura” Grieks voor staart; “ophthalmos”, Grieks voor oog). De vis is dus vernoemd naar de oogvlek op de staartwortel. In Duitsland staat de vis bekent onder de naam Schwanzfleckbuntbarsch en in Amerika kennen ze hem als de Mayan-Cichlid.

Synoniemen:

Heros urophthalmus, Günther, 1862
Astronotus (Astronotus) urophthalmus, Eigenmann, 1893
Astronotus urophthalmus, Eigenmann et al, 1903
Heros (Heros) urophthalmus, Pellegrin, 1904
Cichlosoma (Parapetenia) urophthalmus, Regan, 1905
Parapetenia urophthalma, Jordan et al, 1930
Cichlasoma urophthalmus trispilum, Hubbs, 1935
Nandopsis urophthalmus, Burgess, 2000
‘Cichlasoma’ urophthalmus, Kullander, 2003
Mayaheros urophthalmus, Říčan et al, 2016

Herkomst

Mexico, Belize, Guatemala, Honduras, Nicaragua.

Verspreiding

Het natuurlijk verspreidingsgebied ligt aan de Atlantische zijde van Centraal Amerika van de Coatzacoalcos rivier in Mexico tot aan de Prinzapolka rivier  in Nicaragua. Hier leeft de vis in de meest uiteenlopende habitats, tot en met in puur zeewater aan toe. Mayaheros urophthalmus is een euryhaliene cichlide. Dit wil zeggen dat ze zeer uiteenlopende zoutconcentraties kunnen verdragen. Dit verklaart populaties zoals die in Laguna Terminos en natuurlijk ook de grote verspreiding van deze vis, want als zeewater geen barrière vormt, kom je natuurlijk verder dan de concurrent. Er bestaat ook een variant die zich aan de lichtarme omstandigheden van half open grotten heeft aangepast (zie beschrijving).

Toch staat Mayaheros urophthalmum niet bekent om zijn migratiedrift. De vis is behoorlijk honkvast. Ware dit niet het geval, dan was Mayaheros urophthalmus op vele plaatsen een nóg veel grotere plaag geworden. De Maya Cichlide heeft namelijk de twijfelachtige eer, in potentie, een van de meest schadelijke geïntroduceerde Cichliden ter wereld te worden. Na eerst zijn areaal in Mexico (Papaloapan en verder) te hebben uitgebreid,  heeft de vis in drie decennia het complete National Park the Everglades in Florida bevolkt en is het in sommige rivieren aldaar één van de meest gevangen vissen. Ook in Azië heeft de vis inmiddels voet aan de grond gekregen. In het delta-gebied van de Cha Phraya (Thailand) is het voor de lokale vissers al een zeer gangbare vangst geworden.

Gedrag

Generaliserend is Mayaheros urophthalmus een mild agressieve rustige Cichlide te noemen. Natuurlijk staan ze hun mannetje als nest of jongen bedreigd worden, maar als we hem vergelijken met bijv Cichlasoma fastae (een vergelijking die vanwege morfologische gelijkenissen wel vaker gemaakt wordt) is de Cichlasoma fastae duidelijk veel agressiever.

Voedsel

Uit onderzoek (Chávez-López 2004) is gebleken dat Mayaheros urophthalmus zeer flexibel is wat betreft de voedsel-aanname. Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en van Seizoensinvloeden kan Mayaheros urophthalmus de ene keer als herbivoor en de ander keer weer meer als carnivoor gekarakteriseerd worden. Zo eten de dieren uit Lagona Terminos bijna uitsluitend het hier veel voorkomende zeegras  Thalassia testudinum incidenteel aangevuld met wat sponzen en Zeepokken terwijl de dieren van Laguna Celestán zich voornamelijk voeden met kleine gewervelden zoals de kreeftjes en garnalen uit de families Palaemonidae en Penaeidae. aangevuld met kleine hoeveelheden algen.  In Z. Florida eten de dieren weer voornamelijk slakjes en vis. Dit opportunisme verklaart deels het kolonisatiesucces van Mayaheros urophthalmus en zorgt er tevens voor dat deze dieren in het aquarium de aquariaan (in ieder geval qua voedsel) geen hoofdbrekens zal bezorgen.

Aller handen droog, diepvries en levend voer wordt geaccepteerd. Ook het plantaardig deel mogen we bij deze alleseter beslist niet onthouden. Sterker nog, is waarschijnlijk nodig om de dieren mooi op kleur te krijgen. Vitamine A en Caroteen, beide verantwoordelijk voor de rode kleurtinten komen uit, of worden gemaakt uit plantaardige voeding. Voor dieren uit de meer carnivoren populaties kunnen voor dit doel ook kreeftachtigen zoals Artemia  Daphnia’s en Krill (die vaak veel algen bevatten) een dienst bewijzen.

Kweek van de Mayaheros urophthalmus

Het geslachtsverschil is bij Mayaheros urophthalmus moeilijk te zien. Mannetjes zijn iets groter, kleurrijker en hebben langere vinnen, maar het wordt pas echt duidelijk wanneer de dieren eieren gaan leggen want net als bij andere Cichliden is de genitaalpapil van het vrouwtje kort breed en stomp en bij het mannetje lang, dun en spits. Het zijn open substraatbroeders. Nesten bevatten gemiddeld tussen de 200 en 500 eieren. De broedperiode van Mayaheros urophthalmus in Mexico loopt van Maart tot November. Vooral in de maanden juni tot September als de temp minimaal 24 graden C is, zijn de dieren seksueel actief. De Maya Cichlide brengt zo meerdere nesten per jaar groot. De jongen zijn gewend aan stromend water en duiken instinctief direct na het uitkomen naar de bodem, waar ze zo’n 6 dagen in een nestkuil verblijven. Zodra de jongen vrijzwemmen kunnen ze gevoerd worden met Artemia naupliën. De hele broedcyclus is na zes weken alweer voltooit. In de Natuur zoeken de jongen dan de warme ondiepe oeverzones op. Hier is de predatordruk lager en het voedselaanbod hoger. De ouders kunnen, indien goed gevoed, dan met een tweede nest beginnen. In Mexico zijn de jongen vóór hun eerste verjaardag geslachtsrijp en kunnen dus meteen het jaar daarop aan de reproductie deelnemen.

Aquarium

Het verschil in lokale vormen (zowel qua gedrag als qua grootte) is dermate groot dat een minimum aquarium lengte niet zo gemakkelijk gegeven kan worden. De kleinste varianten worden niet groter dan 30 cm en kunnen volstaan met een bak van 180 voor ’n koppel. De grotere varianten daarentegen die wel afmetingen tot wel 40 kunnen cm halen hebben per koppel minimaal ’n bak van 200 cm nodig. Het probleem is natuurlijk dat men van tevoren veelal niet weet of we een klein dan wel groot wordende variant te maken hebben. In dat geval kan men maar het beste van de grootste uitgaan.

Veel beter en veel mooier is het om deze dieren  te combineren met andere Cichliden bijv. Vieja macilucauda, Cryptoheros nigrofasciatus, Rocio octofasciatum (allemaal zout-tolerant) of Paratheraps bifasciatus, Paratheraps melanurus, Vieja heterospila (allemaal dieren die ze in de natuur ook tegen kunnen komen). Maar dan heb je al gauw een bak nodig van tweeënhalve meter en meer. Bijvissen moeten niet te klein zijn. Als het in de bek past wordt dat vroeg of laat de eindbestemming. Beplanting wordt als het niet gegeten wordt wel uitgegraven, dus daar kan men beter van afzien. Drijfplanten zijn evt. wel mogelijk. Schuilplaatsen creëren met hout en/of stenen. Temp tussen 25 en 28. Waterwaardes niet van belang zolang het maar niet zacht en/of zuur is. Bij bacteriële en/of schimmelinfecties meteen zout aan ’t water toevoegen. 200 gr. per 100 liter. Deze vissen kunnen oud worden. Er zijn dieren van 11 jaar in aquaria bekent.

Video’s

Referentie

Günther A. 1862. Catalogue of the Acanthopterygii, Pharyngognathi and Anacanthini in the collection of the British Museum”. Catalogue of the fishes in the British Museum London. Vol 4, blz 291 – 291.

Günther beschreef de vis als Heros urophthalmus. W. Eschmeyer 2006 stelde in zijn Catalog of Fishes echter dat “urophthalmus” taalkundig incorrect was en “corrigeerde” deze naar “urophthalmum”. Deze correctie werd vervolgens door de meest gerenommeerde sites zoals Fishbase, The IUCN Red List of Threatened Species en de Encyclopedia of life over genomen. De NVC gaat hierin mee.

Literatuur

Hans A. Baensch, Dr. Rüdiger Riehl 1987. Aquarien Atlas, Band 2 blz 884- 885.

Auteur

Rene Beerlink – NVC

Copyright foto’s

J. de Lange

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

Herkomst

Lengte Minimaal

Lengte Maximaal

Temperatuur minimaal

Temperatuur maximaal

Dieet

Zone

Karakter

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Mayaheros urophthalmus – Maya Cichlide” te beoordelen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *