Lepisosteus osseus – Langneus Kaaimansnoek
Lepisosteus osseus is al in 1758 voor het eerst beschreven door Linnaeus, toen nog als Esox osseus. Ze waren destijds ingedeeld bij de familie van de Pikes wat snoekachtige vissen zijn. Daarna hebben ze hun eigen familie gekregen: Lepisosteidae ofwel de kaaimansnoeken in het Nederlands. Het geslacht Lepisosteus kent slechts vier soorten.
De naam lepisosteus is op te breken in twee woorden. Lepis is het oud Griekse woord voor “schub” en osteus betekend “benig”. Een verwijzing naar de zeer harde ruitvormige benige schubben van deze familie. Osseus is afkomstig uit het Latijn en betekend ook “benig”. De schubben bestaan uit een soort gemineraliseerd materiaal wat een soort pantser vormt, genaamd ganoïde schubben.
Van alle Kaaimansnoeken heeft de Lepisosteus osseus de langste neus. Nou ja neus, eigenlijk is het de bek van de vis. Je kunt deze soort onderscheiden van de andere soorten doordat de lange slanke neus minimaal 10 keer tot soms wel 20 keer zo lang als breed is.
Door de jaren heen heeft deze soort enorm veel namen gekregen doordat hij een groot verspreidingsgebied kent. Wetenschappers dachten daarbij dat ze een nieuwe soort hadden ontdekt en beschreven hem steeds opnieuw. Alle synoniemen zijn onderaan dit artikel te vinden.
Beschrijving
Langneus Kaaimansnoeken zijn langwerpig en rond van vorm. Het eerste wat opvalt is hun lange spitse snuit. De snuit is zelfs twee keer zo lang als hun kop. In de neus zit een enkele rij scherpe tanden.
De langste gevangen Lepisosteus osseus had een lengte van 183 centimeter en een gewicht van 22,7 kilogram. In het wild kunnen ze dus zeer lang en zwaar worden. In een aquarium blijven ze doorgaans wat kleiner maar kunnen alsnog 100 centimeter lang worden.
De kleur van volwassen dieren loopt van olijf- tot donker groen op de rug tot wittig op hun buik. Op de rug-, staart-, anaal- en buikvinnen zitten grote zwarte vlekken. Jonge dieren hebben deze vlekken ook over de zijlijn lopen, bij volwassen dieren vervaagt deze.
Biotoop
Het verspreidingsgebied van de Langneus Kaaimansnoek ligt in Noord en Midden Amerika. Ze komen voor in Quabec, Canada, door het Oosten van de Verenigde Staten naar het zuiden tot aan het stroomgebied van de Rio Grande in Texas, Nieuw Mexico en Mexico.
Ze bewonen hier een grote variatie aan wateren. Denk daarbij aan de grotere rivieren, moerassen, reservoirs, meren en hoefijzermeren. Ze zijn daarbij ook te vinden in het brakke water van de verbindingen met de zee en zelfs kortstondig in het zeewater langs de kust. Tijdens het paaiseizoen trekken ze meer stroomopwaarts, tot zo’n 10 kilometer van hun normale leefgebied. Ze zijn dan ook wel te vinden in de kleinere stroompjes.
Ze zijn goed bestand tegen water met een gebrek aan zuurstof. Ze sluiten hiervoor hun kieuwplaten af. Boven water nemen ze dan een hap lucht die naar de zwemblaas gaat. In de aangepaste zwemblaas kunnen ze de zuurstof uit de lucht onttrekken en zo adem halen. Dit kunnen ze blijven doen totdat er weer zuurstof in het water zit.
Dieet
In het wild bestaat het dieet van de Lepisosteus osseus voornamelijk uit vis en soms wat insecten of ongewervelden. Grotere exemplaren eten ook de jongere exemplaren van dezelfde soort als ze de kans krijgen.
Het Aquarium
Zoals gezegd kan de Lepisosteus osseus in het aquarium een lengte bereiken van ongeveer een meter en hebben dan ook een heel groot aquarium nodig. Het lichaam is niet zo flexibel als bijvoorbeeld bij de Zilveren Arowana’s waardoor de ruimte tussen de voor en achterruit ook groter moet zijn dan de lichaamslengte. Bij een maximale lengte van 183 centimeter heb je dus al een aquarium nodig van 200 centimeter diep en zeker 1,5 meter hoog. Over de lengte kun je nog discussiëren maar een meter of 6 zou ik aanhouden als absoluut minimum.
Hou er ook rekening mee dat ze erg lang kunnen leven. In het wild worden ze doorgaans zo’n 17 jaar oud maar er zijn ook exemplaren gevonden van zo’n 22 jaar oud. In het aquarium kunnen ze met goed zorg zelfs nog ouder worden gemiddeld 24 tot maximaal 39 jaar.
Het Afzetten
De vrouwen van de Langneus Kaaimansnoek zijn pas rond hun zesde jaar geslachtsrijp. Mannen zijn dat al rond hun derde tot vierde jaar.
Voordat er eieren worden afgezet, wordt de vrouw benaderd door een groep van rond de 15 mannen. De vrouw zwemt rond in een elliptisch patroon. Als de vrouw na een minuut of 15 klaar is om af te zetten raken de mannen de vrouw met hun snuit aan op haar buik. Ze komen regelmatig boven water. Het afzetten begint als de hele groep met hun snuit naar beneden vlak boven de bodem hangt. Met snelle trilbewegingen laat de vrouw de eieren los waarna de mannen de eieren met hom bevruchten.
Afhankelijk van de leeftijd en de grootte van de vrouw loopt het aantal eieren wat wordt gelegd op van zo’n 4.500 bij een jong klein vrouwtje tot wel 77.000 eieren bij de grootste vrouwen. Een gemiddelde volgroeide vrouw zal zo’n 30.000 eieren leggen. De eieren zijn kleverig, groot en groenig van kleur.
Let op: de eieren bevatten een kleverige giftige coating en mogen dus niet gegeten worden!
In sommige gevallen gedraagt de Langneus Kaaimansnoek zich als een Koekoeksmeerval. Ze verstoppen hun eieren dan in het nest van de Kleinbekbaars – Micropterus dolomieu. De baars beschermd dan zijn eigen eieren en jongen maar daarmee ook die van de Lepisosteus osseus.
Opgroeien van de jongen
De eieren komen na zo’n 3 tot 9 dagen uit, ze zijn dan zo’n 8 tot 10 millimeter in lengte. De ouders vertonen geen verdere broedzorg dus de jongen zijn op zichzelf aangewezen. De jonge Lepisosteus osseus leven dan nog een paar dagen op hun eidooierzak. Binnen 10 dagen zijn ze al in lengte verdubbeld! In het aquarium kunnen ze met voldoende voedsel zelfs nog sneller groeien, tot wel 3 millimeter per dag.
Conclusie
Door de maximale lengte van de Langneus Kaaimansnoek mag het geen verrassing zijn dat dit een vis is die voor de meeste aquariums niet geschikt is. Eenmaal volwassen hebben ze een enorm aquarium nodig wat lang niet iedereen ze kan bieden. Naar mijn idee zou verkoop dan ook beperkt moeten worden aan liefhebbers die kunnen aantonen dat ze beschikken over een voldoende groot aquarium.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Chris Crippen
Cephas – CC BY-SA 3.0
Referenties