Lasiancistrus saetiger – L322
Lasiancistrus saetiger is in 2005 beschreven door Armbruster. Voor de officiële beschrijving hadden ze de tijdelijk aanduiding L322.
Herkomst
Zuid Amerika: Rio Guamá (Ourém), Pará, Brazilië.
Maximale Grootte:
Tot 15cm.
Aquarium
Deze fraai getekende, kleinblijvende meerval geeft de voorkeur aan een gedimd aquarium met veel schuilplaatsen, in de vorm van planten, kienhout, rotsen en/of kunstmatige grotten. Om meerdere exemplaren van deze soort te houden, of om deze soort samen met andere bodembewoners te houden, is een aquarium van 100x50cm. benodigd, aangezien de soort vrij territoriaal kan zijn. Bij een gebrek aan geschikte schuilplaatsen kan de L322 zich nogal agressief tegenover andere bodembewoners gedragen. Indien het de enige bodembewoner in het aquarium is, is een aquarium van 80x35cm. voldoende. Jonge exemplaren kunnen probleemloos tijdelijk in kleinere aquaria gehouden worden, zolang er maar voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn.
Deze soort doet het het beste in zacht, licht zuur tot neutraal water, rijkelijk voorzien van zuurstof en met veel stroming, maar kan zich ook aanpassen aan omstandigheden die minder overeenkomen met die in het wild. Een sterk filter is belangrijk, aangezien deze vis gezien zijn proteine-rijke dieet veel afvalstoffen produceert.
Temperatuur: 22-30°C
pH: 5.5-7.5
Dieet
Deze soort is een omnivoor met een voorkeur voor groenvoer: geschikte types voedsel zijn groenten (komkommer, courgette, aubergine, erwten, sla, geblancheerde spinazie), algen- en spirulina-tabletten, muggenlarven, bloedwormen, tubifex en krill.
Daarnaast raspt deze soort graag aan de organische laag die zich vormt op verzonken oppervlakken (kienhout, rotsen, bladeren, aquariumruiten), eet sporadisch ook zacht hout, en is, zoals de meeste harnasmeervallen, niet te beroerd om etensresten, achtergelaten door andere vissen, op te ruimen.
Temperament
Zoals zoveel Harnasmeervallen laat de L322 vrij-zwemmende vissen met rust, maar concurrenten kunnen op een minder vriendelijke behandeling rekenen, met name in te kleine aquariums en tijdens voedertijd. Het is bij het houden van deze soort met andere bodembewoners (soortgenoten of anderszins) van essentieel belang voldoende schuilplaatsen te creëren, zodat elke vis een klein territorium kan claimen.
Opmerkingen
Deze soort werd lang aangeboden onder de naam Lasiancistrus scolymus. Nadat bleek dat het hier niet om dezelfde soort gaat kreeg deze Harnasmeerval een eigen L-Nummer toegekend, om vervolgens in 2005 uiteindelijk wetenschappelijk beschreven te worden door meerval-onderzoeker J.W. Armbruster: sindsdien staat deze soort bekend onder de naam Lasiancistrus saetiger.
Auteur
Jonas Hansel – Piranha-info.com (originele website niet meer online)
Copyright foto’s
Jonas Hansel – Piranha-info.com (originele website niet meer online)