Laetacara curviceps
De Laetacara curviceps is een mooie tropische dwerg cichlide die zo ongeveer 7 a 8 cm wordt en koppels vormt die samen de eieren en jongen beschermen.
De naam Laetacara is op te breken in twee delen; uit het Latijn: laetus betekend gelukkig en Acara is de inlandse (Tupi-Guarani) naam voor Cichlide. Curviceps betekend “met gebogen kop”.
Synoniemen: Acara curviceps, Aequidens curviceps, Parvacara curviceps.
Verspreiding en leefgebied
De Laetacara curviceps komt voor in meerdere lagere stroomgebieden van de Amazone in Brazilië. De biotopen binnen deze gebieden variëren van wateren met zeer veel planten tot plekken met veel hout en fijn zand als bodem. Ook zullen er op sommige plekken stenen liggen of een dikke laag blad.
Gedrag en compatibiliteit
Laetacara curviceps zijn echte koppelvormers en in grotere aquaria is het ook mogelijk om meerdere koppels samen te houden. De vissen zijn rustig soms zelfs schuw maar als ze eieren of jongen hebben doen de ouders alles om deze te beschermen en dit doen ze redelijk agressief.
De Laetacara curviceps gaat goed samen met tropische vissen die niet te groot worden en niet te druk zijn. Wel is aan te raden om er een groepsvis bij te houden die wat hoger in de bak zwemt. Dit zorgt er voor dat de Laetacara curviceps wat minder schuw zijn en meer aanwezig zullen zijn in het aquarium. De Laetacara curvicepskun je beter niet samen houden met hele drukke soorten aangezien dit er voor kan zorgen dat de vis schuw wordt of te weinig te eten zal krijgen.
Het Aquarium
Als minimum afmeting zou ik voor een gevormd koppel een aquarium van minimaal 80 centimeter aanraden. Aangezien het best moeilijk is om een koppel te krijgen is het aan te raden om een aquarium van 120 centimeter te nemen en hierin een 5 tal jonge vissen te plaatsen en daaruit een of twee koppels te laten vormen. In 120 centimeter is het mogelijk om 2 koppels te houden als de inrichting genoeg zichtbrekers heeft. Qua waterwaarden is het het best om licht zuur en zacht water te maken maar ook in neutraal water doen de vissen het goed.
Dieet
In de natuur worden micro-organisme en kleine insectjes, larfjes, wormpjes en dergelijke gegeten. Gelukkig is Laetacara curviceps in het aquarium een stuk minder kieskeurig en wordt eigenlijk alles gegeten.
Geslachtsonderscheid en voortplanting
Het geslachtsonderscheid is bij de Laetacara curviceps erg moeilijk te zien zeker als de vissen nog niet volwassen zijn maar zelfs bij volwassen dieren kan het moeilijk zijn. Een aantal punten waar naar gekeken kan worden, zijn de vorm van de aarsvin en rugvin die zijn bij mannetjes wat puntiger en de vlekken in de rugvin zijn bij vrouwtjes scherper terwijl deze bij mannetjes wat vager is.
Echt duidelijk wordt het pas als er een koppel gaat afzetten. In de paartijd kleurt de vrouw zeer donker (bijna zwart), terwijl de man zijn normale kleuren houdt
Kweek van Laetacara curviceps
De kweek is erg eenvoudig. Beide ouders poetsen samen een vlak stuk hout, blad of steen schoon. Na een paar dagen legt het koppel de eieren. Een goed volwassen koppel kan tot wel 350 a 400 eieren leggen. De eieren zijn overigens zeer klein, zo rond de 1 millimeter. Beide ouders bewaaieren om beurten de eieren en bewaken het territorium. Het mannetje neemt daarbij het grootste deel van het werk voor zijn rekening. Het is niet ongebruikelijk dat een jong, onervaren koppel de eerste paar legsels opeten. Het kweken met de Laetacara curviceps kan dus wel wat geduld vragen.
Na twee dagen komen de jonge Laetacara curviceps uit. De larfjes zijn nog klein en kunnen nog niet zwemmen. Ze worden door de ouders verplaatst naar een ondiepe kuil. Na een dag of zes kunnen ze vrij zwemmen. Tussen het substraat gaan ze op zoek naar kleine voedseldeeltjes. De ouderdieren bewaken de jongen en verplaatsen ze door het aquarium. De ouders pakken ook voedseldeeltjes op die te groot zijn voor de jongen. De ouders kauwen de voedseldeeltjes klein en spugen het terug naar de jongen.
De pas uitgekomen jongen zijn te klein om gevoerd te worden met artemia. Alleen het kleinste voer is geschikt, denk daarbij aan micro aaltjes, azijn aaltjes en infusoriën. Pas na 1 a 1,5 week nadat ze vrij kunnen zwemmen zijn ze groot genoeg om artemia te kunnen eten.
Video
Auteur
jos Rollman
Copyright foto’s