Eerstbeschrijving
“A revision of the genus Labidochromis (Teleostei: Cichlidae) from Lake Malawi”, Zool. J. Linn. Soc. 75 : pp. 235-238.
Handelsbenaming
“Labidochromis Fryeri”
Aanverwante soort
Labidochromis mylodon
Verspreiding
Labidochromis pallidus komt voor bij de drie Maleri eilanden (Maleri, Nakantenga en Nankoma), alsook bij Thumbi West eiland. Lewis vermoedt dat de populatie op deze laatste vindplaats een restant is van dieren die door de voormalige exporteur Peter Davies aldaar zou gedumpt zijn.
Grootte
Tot ongeveer 8 cm, waarbij de wijfjes schijnbaar iets kleiner blijven.
Lichaamsvorm
Redelijk hoog lichaam dat zijdelings sterk samengedrukt is. Spitse kop met vrij kleine muil.
Kleur en tekening
De soortnaam “pallidus” wijst op de bleke kleur van de dieren. Van een tekening kunnen we bij deze soort niet spreken. De dieren zijn vaalwit met bijwijlen een blauwpaarse zweem over de flanken. Bij dominante dieren vertonen de aarsvin, alsook de buikvinnen, soms een donkere boord.
Geslachtsonderscheid
Beide geslachten zijn niet zo duidelijk van elkaar te onderscheiden als bij vele andere Mbuna’s. Mannetjes, voornamelijk dominante dieren, zijn met hun blauwpaarse schijn wat attractiever gekleurd en worden iets groter dan wijfjes. Bij neutrale dieren is het verschil niet zo duidelijk. De zogenaamde eivlekken in de aarsvin zijn ook een aanduiding; bij de mannetjes zijn ze wat groter en meestal talrijker dan bij de vrouwtjes.
Kweek
Maternale muilbroeder.
Voeding
In de natuur zou Labidochromis pallidus zich voornamelijk met loszittende Aufwuchs en insectenlarven voeden. In het aquarium blijkt een mengeling van groenvoer en insectenlarven een goede combinatie.
Aquariuminrichting
Een decor met een aantal holen is aan te bevelen, alhoewel ze daar minder gebruik van maken dan de meeste andere rotsbewoners.
Video
Auteur
Walter Deproost
Copyright foto’s
Walter Deproost