Kottelatia brittani
Kottelatia brittani werd voor het eerst beschreven door Herbert R. Axelrod in 1976. Deze vis behoort tot de familie Danionidae, die bekend staat om zijn diverse en kleurrijke leden. De familie Danionidae bestaat uit meerdere geslachten, maar het geslacht Kottelatia is monotypisch, wat betekent dat het slechts één soort bevat: Kottelatia brittani.
De geslachtsnaam “Kottelatia” is een eerbetoon aan de Zwitserse ichthyoloog Maurice Kottelat, terwijl de soortnaam “brittani” is vernoemd naar M. R. Brittan, die in 1954 een revisie van het geslacht Rasbora publiceerde.
Synoniemen: Rasbora brittani
Beschrijving
Uiterlijk:
Kottelatia brittani heeft een langgerekt, zijdelings afgeplat lichaam dat een maximale lengte van 5 centimeter bereikt. De kop is spits en de onderkaak heeft geen symphysenknop. Het lichaam is messingkleurig met een donkerdere rug en een zilverkleurige buik. Op het voorste deel van het lichaam is een dunne, zilverkleurige lijn zichtbaar, en op de staartwortel bevindt zich een zwarte vlek met daarboven en -onder een rode vlek. De vinnen zijn kleurloos en transparant, behalve de eerste twee tot drie vinstralen van de rugvin, die oranje aan de basis zijn.
Verschillen tussen mannen en vrouwen:
Volwassen vrouwtjes zijn meestal iets groter en hebben een vollere buik dan mannetjes. Er zijn geen specifieke gedragsverschillen tussen de seksen gemeld.
Gedrag en temperament:
Kottelatia brittani is een vreedzame en sociale vis die het beste in een school van minstens 6-8 individuen kan worden gehouden. Ze zijn schuw en hebben een voorkeur voor een omgeving met veel schuilplaatsen en vegetatie. Ze zwemmen voornamelijk in de middenwateren van het aquarium.
Levensverwachting:
In gevangenschap kunnen ze tot 5 jaar oud worden.
Biotoop
Natuurlijke verspreiding:
Kottelatia brittani komt van nature voor in Indonesië en de Maleisische schiereilanden. Ze leven voornamelijk in de rustige, bosrijke gebieden van rivieren en beken.
Habitat:
Hun natuurlijke habitat bestaat uit helder water met veel onderwatervegetatie en een bodem bedekt met bladeren en takken. De randen van het water zijn vaak begroeid met bomen, wat zorgt voor schaduwrijke en beschutte plekken.
Klimaat:
Ze leven in een tropisch klimaat met stabiele wateromstandigheden en weinig seizoensgebonden veranderingen.
Dieet
In het wild:
In hun natuurlijke habitat voeden ze zich met kleine ongewervelden, insectenlarven en plantaardig materiaal.
In het aquarium:
In het aquarium kunnen ze worden gevoerd met een gevarieerd dieet van droogvoer, zoals vlokken en pellets, aangevuld met klein levend of bevroren voer zoals artemia, tubifex-wormen en daphnia.
Het Aquarium
Aquariumgrootte:
Een aquarium van minimaal 80 centimeter en 100 liter is geschikt voor het houden van een school Kottelatia brittani. Voor een grote school is een groter aquarium aan te raden.
Inrichting:
Het aquarium moet worden ingericht met veel planten, drijfhout en stenen om schuilplaatsen te creëren. Een donkere ondergrond en gedempte verlichting helpen om hun kleuren beter tot hun recht te laten komen.
Waterwaardes:
De ideale waterwaarden zijn een pH van 5.0-7.0, een hardheid van 2-10 dGH, en een temperatuur van 23-26°C.
Compatibiliteit:
Ze kunnen goed samenleven met andere vreedzame soorten zoals andere Rasboras, Barbs, Loaches, en kleine Gouramis.
Kweek Aquarium en Conditioneren
Kweek:
Kottelatia brittani kan worden gekweekt in een speciaal kweekaquarium met zacht, zuur water en gedempte verlichting. Het aquarium moet veel vegetatie of kweekmoppen bevatten om de eieren op af te zetten. De vissen moeten worden geconditioneerd met hoogwaardig levend of bevroren voedsel voordat ze worden samengebracht voor de kweek.
Het afzetten
Afzetten:
Tijdens het afzetten worden de kleuren van de vissen intenser. De eieren worden verspreid over de vegetatie en zijn kleverig. Het paren vindt meestal in de ochtend plaats. Er worden geen specifieke aantallen eieren genoemd, maar ze zijn klein en transparant.
Opgroeien van de jongen
Opgroeien:
De eieren komen na 24-48 uur uit, en de jongen beginnen na enkele dagen vrij te zwemmen. Er is geen ouderlijke zorg, en de jongen moeten worden gevoerd met infusoria of speciaal voer voor jonge vissen.
Bijzonderheden
Bijzonderheden:
Kottelatia brittani is een monotypisch geslacht, wat betekent dat het de enige soort in zijn geslacht is. Ze worden vaak verward met Pectenocypris korthausae, die een vergelijkbare kleur heeft maar slanker is.
Conclusie
Kottelatia brittani is een vreedzame en aantrekkelijke vis die goed geschikt is voor een gezelschapsaquarium. Ze zijn relatief eenvoudig te houden, mits ze in een goed ingericht aquarium met stabiele waterwaarden worden gehouden. Hun schuwe aard en voorkeur voor een school maken ze ideaal voor aquarianen die een rustige en natuurlijke omgeving willen creëren.
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Choy Heng Wah