Julidochromis ornatus
Net als zijn familie lid de Julidochromis marlieri is de ornatus een omnivoor, die zich in het wild voornamelijk voedt met insectenlarven en kleine voedseldiertjes die zich in de aufwuchs bevinden.Door het uitvangen van deze diertjes uit de algenlaag krijgt hij zo ook kleine algendeeltjes binnen. Een gevarieerd dieet van mysis, artemia, mug, watervlooien, plankton, droogvoer en eventueel spirulina zal de Julidochromis ornatus zeker goed doen.In het Tanganyika meer plukt hij ook tussen de sponzen, hierdoor krijgt hij ook kleine stukjes spons binnen, dit is in het aquarium niet na te doen.
Deze soort is onderling nogal onverdraagzaam en kan dan ook alleen paarsgewijs worden gehouden. Om een goed koppel te krijgen kun je het beste beginnen met een stuk of 6 tot 8 jongen. Zodra hieruit een koppel is gevormd moet de rest worden verwijderd om gevechten te voorkomen. De ornatus is een echte rotsbewoner dus voldoende rotsen en schuilplaatsen zijn noodzakelijk om het dit visje naar zijn zin te maken.
Kweek van de Julidochromis ornatus
De kweek van deze soort is niet al te moeilijk.De Julidochromis ornatus kent niet echt een broedseizoen en kan dan ook gedurende het hele jaar broeden. Het afzetten van de eieren gebeurt in een hol, meestal tegen het plafond. De legsels bestaan doorgaans uit zo’n 25 eieren. Nadat de jongen zijn uitgekomen worden ze beschermd zolang ze niet vrijzwemmen, hebben ze eenmaal het nest zwemmend verlaten dan worden ze aan hun lot overgelaten. Doordat de jongen in de buurt van het territorium van hun ouders blijven zijn ze wel enigszins beschermd tegen rovers. De allerkleinste jongen zijn wel gevoelig voor grote waterverversingen, dus niet teveel verversen nadat een nest net is uitgekomen.
Zie ook het artikel Kweekverslag Julidochromis ornatus.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
John de Lange