Inlecypris auropurpureus
De Inlecypris auropurpureus is voor het eerst ontdekt in 1918 door Annandale. Dit was, echter, niet altijd zijn officiële naam. In de loop van tijd is deze soort ook bekend komen te staan als: Barilius auropurpureus en Devario auropurpureus. Deze namen zijn momenteel echter synoniemen.
Beschrijving
De Inlecypris auropurpureus heeft een zeer langgerekt lichaam met een grijze basiskleur. Over de zijkant van het lichaam lopen een aantal korte, verticale strepen. Deze strepen zijn afwisselend geel en zwart gekleurd. De vinnen zijn geheel doorzichtig waarbij alleen de staartvin een gele gloed vertoont.
Het onderscheid van de seksen is relatief moeilijk te zien. De vrouwtjes zijn iets voller en groter. Daarnaast zijn de mannetjes mooier gekleurd.
Herkomst en habitat
Deze soort komt van nature alleen voor in het Inlé meer en de gebieden hier omheen. Dit meer ligt in de provincie Shan in Myanmar en is met name bekend door zijn drijvende eilanden. De lokale bevolking maakt deze eilanden door planten bij elkaar te binden. Deze eilanden blijven zo goed drijven dat er zelfs gewassen op worden verbouwd. Naast deze drijvende eilanden is de manier van varen van de lokale bevolking erg bijzonder. Ze varen met hun bootjes door te roeien met één been.
Het meer zelf is 2 tot 3 meter diep met erg helder water. De bodem is leemachtig. In dit meer houden veel dieren zich op rond de drijvende eilandjes. Hier kunnen ze goed zoeken naar voedsel of zich verstoppen voor roofdieren.
Door zijn relatief kleine verspreiding heeft de Inlecypris auropurpureus snel last van verslechterende lokale omstandigheden. Hierdoor hebben lokale problemen zoals vervuiling, overbevissing en de introductie van roofdieren, een grote impact op de natuurlijke populatie. De Inlecypris auropurpureus word dan ook met uitsterven bedreigd.
Dieet
Inlecypris auropurpureus is een carnivoor. In zijn natuurlijke omgeving eet het voornamelijk insecten die zich in en rond het water begeven. Daarnaast worden ook wormpjes en insectenlarven gegeten.
In het aquarium is deze soort niet erg lastig om te voeren. Zo word droogvoer moeiteloos aangenomen. Zorg echter wel voor voldoende afwisseling in het voer. Geef daarom ook af en toe levend of diepvriesvoer aan deze vissen.
Het aquarium
Het aquarium kan worden ingericht met veel planten. Naast veel normale planten worden drijfplanten ook op prijs gesteld. Deze dempen het licht dat in het aquarium valt. De Inlecypris auropurpureus is een goede springer. Daarom moet het aquarium ook goed zijn afgesloten. Een sterke stroming is niet nodig bij deze vissen.
Inlecypris auropurpureus is een vredelievende, ietwat schuwe soort. Daarom is het niet aan te raden om ze naast grote of erg dominanten soorten te houden. Het schuwe gedrag neemt af als ze met meer soortgenoten zijn en drijfplanten worden toegevoegd. Aangezien het een scholenvis is moeten ze met voldoende soortgenoten worden gehouden.
Kweek van Inlecypris auropurpureus
Vaak zullen de ouderdieren vanuit zichzelf kweken in het aquarium. Omdat ze geen broedzorg plegen is het aan te raden om ze te kweken in een apart kweek aquarium. Zo worden er minder eieren en jongen opgegeten.
Het aquarium kan worden ingericht met materialen om zoveel mogelijk jongen over te houden. Zo kunnen er afzet moppen of mos worden geplaatst waar de eieren in gelegd kunnen worden. Daarnaast kunnen er knikkers of een mat van plastic “gras” op de bodem worden geplaatst. Ook kan er een rooster op de bodem van het aquarium worden bevestigd. Deze maatregelen moeten ervoor zorgend at de ouderdieren de eitjes niet kunnen bereiken. Het water in het aquarium moet licht zuur tot neutraal zijn. De temperatuur kan het beste worden ingesteld rond de maximumtemperatuur die deze vissen kunnen verdragen. Er moet voldoende zuurstof en beweging in het water zitten, een krachtige filter is daarom ook aan te raden.
Als de ouderdieren klaar zijn om te paren kunnen een aantal volwassen exemplaren worden geplaatst in het kweekaquarium. Na 24 uur zullen de eitjes, die tussen de 0,9 en 1,0 millimeter groot zijn, worden gelegd. Zodra de ouderdieren alle eieren gelegd hebben moeten ze verwijderd worden uit het aquarium. Bij een temperatuur tussen de 26 en 27 °C komen de eitjes na 49 tot 56 dagen uit, de precieze tijd is echter afhankelijk van de temperatuur. Wanneer de eieren uitkomen zijn de vissen met een lengte van rond de 3 millimeter, nog erg klein. Door de geringe grootte kunnen de jongen alleen gevoerd worden met het kleinst voer zoals pantoffeldiertjes. Het voeren van Artemia nauplien of fijn stofvoer wordt pas later aangenomen als de dieren wat groter zijn geworden.
Auteur
R.Eltingh
Copyright foto’s
Bronnen
Devario auropurpureus . (n.d.). Retrieved July 14, 2017, from http://www.iucnredlist.org/details/180822/0
Inlecypris auropurpurea (Devario auropurpureus, Barilius auropurpureus). (n.d.). Retrieved July 14, 2017, from http://www.seriouslyfish.com/species/inlecypris-auropurpurea
Kano, Y., Musikasinthorn, P., Iwata, A., Tun, S., Yun, L. K. C., Win, S. S., … & Watanabe, K. (2016). A dataset of fishes in and around Inle Lake, an ancient lake of Myanmar, with DNA barcoding, photo images and CT/3D models. Biodiversity data journal, (4).
Sado, T., & Kimura, S. (2006). Developmental morphology of the cyprinid fish Inlecypris aurop