Hypancistrus debilittera – Colombiaanse Zebra Pleco – L129
Hypancistrus debilittera is in 2007 beschreven door Armbruster, Lujan & Taphorn. In het Nederlands worden ze ook wel Colombiaanse Zebra Pleco genoemd. Ze lijken dan ook wel wat op de Hypancistrus zebra, de bekendste soort in dit geslacht. Deze Nederlandse naam is overigens wel wat verwarrend, ze komen namelijk uit Venezuela. Waarschijnlijk werden ze wel vanuit Colombia geexporteerd waardoor deze naam is ontstaan.
Voordat ze officieel werden beschreven hebben ze het tijdelijke nummer L129 gekregen. Hoewel het nummer officieel vervalt nadat ze zijn beschreven, hanteren winkels en hobbyisten het nummer vaak nog wel. Meer uitleg hierover in het artikel L-nummers en LDA-nummers? De uitleg!
Hypancistrus debilittera behoort tot de familie Loricariidae ofwel de Harnasmeervallen. Deze familie omvat zo’n 800 beschreven soorten maar er zijn nog talloze soorten niet beschreven. Het geslacht Hypancistrus kent momenteel slechts zo’n kent slechts zo’n acht soorten.
Beschrijving
De Colombiaanse Zebra Pleco wordt niet groter dan zo’n zeven à acht centimeter lang. De grondkleur is een donkerbruin. Het donkerbruin wordt onderbroken door een aantal lichte strepen op zowel het lichaam als op de vinnen. Deze strepen kunnen gebroken wit tot geel van kleur zijn.
Hypancistrus debilittera is niet agressief zolang er voldoende ruimte, en belangrijker nog, schuilplaatsen aanwezig zijn: minimaal een per exemplaar. Zoals alle andere soorten uit het geslacht Hypancistrus is het aanbevolen om deze soort in een klein groepje te houden, omdat dan een meer natuurlijk gedrag vertoond wordt en de dieren zich beter op hun gemak voelen.
Is er niet voldoende ruimte, of zijn er te weinig schuilplaatsen aanwezig, dan kunnen echter heftige gevechten uitbreken, waarbij er zeker gewonden kunnen vallen!
Dieet
Een snelle blik op de tanden van deze meerval verraadt dat we het hier met een carnivoor van doen hebben. Deze Pleco doet zich graag tegoed aan voedsel zoals garnalen, krill, mosselen, stukjes rauwe vis, bloedwormen en muggenlarven en zinkende voedertabletten voor carnivoren. Eenmaal geacclimatiseerd zal deze vis vaak ook plantaardig voedsel als algen/meerval tabletten tot zich nemen, in sommige gevallen ook verse groenten zoals komkommer, courgette, aubergine, sla, yam, aardappel en wortel.
Als algenopruimer is deze soort overigens niet geschikt, vanwege zijn voornamelijk carnivore aard.
Herkomst
Zuid Amerika: Rio Bito, zijrivier van de Rio Orinoco, stroomopwaarts bij Puerto Careño, Colombia
Het Aquarium
Deze kleinblijvende meerval geeft de voorkeur aan een gedimd aquarium met veel schuilplaatsen, in de vorm van planten, kienhout, rotsen en/of kunstmatige grotten. Om meerdere exemplaren van deze soort te houden, of om deze soort samen met andere bodembewoners te houden, is een aquarium van 100x40cm. benodigd, aangezien de soort vrij territoriaal kan zijn, en bij een gebrek aan schuilplaatsen kan de Colombiaanse Zebra Pleco zich nogal agressief tegenover andere bodembewoners gedragen. Indien het de enige bodembewoner in het aquarium is, is een aquarium van 80×35 centimeter voldoende, maar hij doet het het best in gezelschap van een paar soortgenoten in een eigen aquarium.
Deze soort doet het het beste in zacht, licht zuur tot neutraal water (pH 6-7,5 en dH 2.0-15.0), rijkelijk voorzien van zuurstof en met veel stroming. Een sterk filter is belangrijk, aangezien deze vis veel afvalstoffen produceert.
Temperatuur:
23-28°C
pH:
5.5-7.5
Kweek van Hypancistrus debilittera
Ideale voortplantings-omstandigheden voor deze soort omvatten snelstromend, warm water (28-30 graden Celsius) met een hoog zuurstofgehalte. Dat laatste kan tot stand gebracht worden met behulp van een aan een filter of stromingspomp aangesloten diffusor-stuk (een uitbreiding op de uitstromer dat lucht aan het water toevoegt), of door de uitstroom van een van de filters op oppervlakte-niveau te plaatsen, waardoor de wateroppervlakte gebroken wordt, en uitwisseling van gassen kan plaatsvinden (CO2 wordt uitgewisseld voor zuurstof). De bak moet ingericht zijn met kunstmatige broedgrotten (of iets soortgelijks van rotsen/kienhout). De ingang moet worden voorzien van sterke stroming. De ideale verdeling van de sekses is 2 of 3 vrouwtjes per mannetje.
Opmerkingen
Deze soort, begin 2007 wetenschappelijk beschreven door J.W. Armbruster, N.K. Lujan and D.C. Taphorn, wordt vaak verward met andere, soortgelijk getekende en kleinblijvende Hypancistrus-soorten die elders in tropisch Zuid Amerika worden aangetroffen.
Auteurs
Jonas Hansel – Piranha-info.com
John de Lange
Copyright foto’s
Jonas Hansel – Piranha-info.com