Hymenochirus boettgeri – Dwergklauwkikker
De grootte van een Dwergklauwkikker is minimaal 3 tot maximaal 4,5 cm. Over het algemeen worden de vrouwtjes wat groter dan de mannetjes. De dwergklauwkikkers hebben vliezen tussen hun tenen. Ze zijn bruin tot grijs en “gestippeld”. Ze hebben kleine puntige kopjes. Deze kikkers worden regelmatig verward met een groter soort klauwkikker. Vergewis u zich er dan ook bij aankoop van, dat u zeker te maken heeft met een DWERGklauwkikker. Het verschil is redelijk eenvoudig te zien. De Dwergklauwkikker heeft zwemvliezen tussen de voorpoten, de groter wordende Klauwkikker niet.
In de handel is ook regelmatig Hymenochirus boettgeri albino te koop.
Leefgebied
West Afrika.
Aanbevolen Aquarium
Een aquarium van 60 cm zou al kunnen volstaan. Belangrijk is om op de hoogte te letten. Men meent dat de Dwergklauwkikker met een hoogte (waterdiepte) hoger dan 30-40 cm moeite zou kunnen krijgen om naar het wateroppervlak te zwemmen, voor zuurstofopname.
Gedrag
Het gedrag van Dwergklauwkikkers verschilt per individu. Het varieert van schuw en rustig tot fanatiek/fel. Dit laatste zeker wanneer ze honger hebben. De kikkers leven in groepjes. Advies is dan ook om er twee of meer te houden. De kikkers houden van schuilplaatsen en flinke begroeiing. Drijfplanten of planten welke “luifelen”, worden zeer gewaardeerd. De kikkers hangen graag aan/tussen de bladeren. Af en toe zwemmen ze naar het wateroppervlak om wat lucht te happen. Dwergklauwkikkers vervellen regelmatig en maken geluid. Dit geluid klinkt echter anders dan landkikkers. Het is een soort zoemend geluid. Dwergklauwkikkers zien slecht. Ze kunnen goed met andere kleine vissen en grondbewoners gehouden worden, echter… kleinere soorten als dwerggarnalen kunnen nog wel eens ten prooi vallen aan een dwergklauwkikker. Dwergklauwkikkers kunnen uit het aquarium springen, dus houd hier rekening mee, door bijvoorbeeld gaten af te sluiten. Deze kikker overleeft niet zonder water!
Voeding
Rode muggenlarven (diepvries is aan te bevelen) dient als hoofdmaaltijd. Ervaring leert dat de kikker ook ander voer accepteert, zoals witte muggenlarven en watervlooien. Het is heel belangrijk om te letten op de omvang van uw dwergklauwkikker. Een te dikke kikker kan moeite krijgen met het zwemmen naar het wateroppervlak. Maar het kan ook zijn dat de kikker te weinig voer krijgt. Omdat hij bijvoorbeeld niet snel genoeg het voer kan vinden en te weinig tot zich kan nemen. Het strekt tot aanbeveling om de kikker regelmatig gericht te voeren. Dit kan heel makkelijk door met een pincet het voer voor hun bek te houden. Dit heeft overigens ook als voordeel dat u meteen alle gelegenheid heeft, de gezondheid van uw kikker te beoordelen. (voor zover dit mogelijk is) Ook kunt u het voer op een favoriet plekje van de kikker neerleggen, maar let dan ook hier op, dat de medebewoners het niet voor de dwergklauwkikker zijn neus weg eet.
Inrichting
De kikkers houden van schuilplaatsen en flinke begroeiing. Drijfplanten of planten welke “luifelen”, worden zeer gewaardeerd. De kikkers hangen graag aan de bladeren.
Waterwaarden
Zacht, lichtzuur tot neutraal water. Geslachtsonderscheid: Het geslachtsonderscheid is vrij simpel te zien als je weet waar je op moet letten. De mannetjes hebben een klier achter hun voorpoten. Dit ziet er uit als een klein licht rondje. Vrouwtjes hebben deze niet en zijn over het algemeen wat groter dan mannetjes.
Auteur
Visje in het water
Copyright foto’s
Visje in het water