Hoplisoma julii – Luipaard Pantsermeerval
Hoplisoma julii of Luipaard Pantsermeerval wordt zo’n 4-5 cm. Hij is zilvergrijs van kleur, over zijn lichaam zwart gestippeld en op de flank loopt een horizontale band. Zijn rugvin zit een zogezegd zwart toefje op. De dames zijn vaak wat groter en hebben een vollere buik als de mannen, de geslacht onderscheiding is lastig te zien.
Inrichting
Het aquarium moet minimaal 60 centimeter lang zijn. Zorg voor een zachte bodem van zand of afgerond grind zodat de baarddraden niet beschadigen. Met de baarddraden grondelen ze door het zand op zoek naar wat eetbaars.
Corydoras julii houden van een dicht beplant aquarium zodat ze voldoende schuil mogelijkheden hebben.
Water
Temperatuur: 23-26 graden.
PH: 6 – 7,5
GH: 5,0 – 8,0
Voeding
De Luipaard Pantsermeerval is een alles eter, maar voorkeur aan diepvries voer of levend voer wat voornamelijk op de bodem terecht komt. Zoals tubiflex en rode muggenlarven.
Karakter
Hoplisoma julii is een rustig visje die veel op de voorgrond bezig is. Hij laat andere bewoners met rust, gaat dus zijn eigen gangetje. Wanneer hij in een grotere groep gehouden word zijn ze minder schuw, hij is dus het beste te houden in een groep van minimaal zes dieren maar liever nog veel meer. .
Kweek
Het kweken met de Hoplisoma julii is goed te doen. Het beste werkt als je zacht water hebt. Je kunt het afzetten van de eieren stimuleren door ze een paar dagen lang met wat kouder water te verversen, zodat de temperatuur van het aquarium langzaam zakt naar een graad of 20. De eitjes worden dan afgezet op het aquariumglas of een van te voren schoon gemaakt blad. Na een 3-8 dagen komen de eitjes uit. Wel is het zaak de ouders uit te vangen omdat ze de eitjes anders opeten. De jongen kunnen dan opgevoed worden met kleine artemia-naupliën.
Vervoer van Hoplisoma
Veel Hoplisoma soorten hebben een giftig zelfverdedigingsmechanisme om te voorkomen dat ze worden opgegeten door grotere vissen. In geval van gevaar kunnen ze de stekels in hun rugvin en borstvinnen uitspreiden en op slot zetten. Hierdoor blijven ze in de bek of keel van de aanvaller steken waardoor een andere vis het wel uit zijn hoofd laat om een Hoplisoma te willen doorslikken. Ook bij het uitvangen van een Hoplisoma met een netjes blijven ze geregeld met deze stekels in het netje hangen. Pas op bij het losmaken, als de stekel in je huid komt kan hij gedeeltelijk afbreken en in de huid achterblijven. Deze wondjes zijn pijnlijk en gaan vaak ontsteken.
Naast de puntige stekels kunnen een aantal Corydoras soorten een gifstof afgeven aan het water wanneer ze gestresst zijn of in gevaar verkeren. Bij vervoer in een te kleine hoeveelheid water of teveel Corydorassen in de kleine ruimte kan dit leiden tot snelle sterfte onder de vissen. Vervoer de Corydoras dus bij voorkeur alleen met andere Corydorassen en met niet teveel in één zak. Omdat er nog maar weinig onderzoek naar dit gif is gedaan is niet duidelijk of dit gif vanuit de kieuwen of vanuit de stekels wordt verspreid. Men denkt dat in ieder geval de Corydoras adolfoi, Corydoras arcuatus, Corydoras melini, Corydoras metae, Corydoras panda, Corydoras robineae, Corydoras rabauti, Corydoras atropersonatus, Corydoras sterbai en Corydoras trilineatus over dit gif beschikken maar het is raadzaam ook bij de andere soorten op te letten.
Auteur
Sander
Copyright foto’s
Sander
John de Lange