Hemichromis bimaculatus – Rode acara
De Hemichromis bimaculatus of Rode acara kan een lengte bereiken van zo’n 12 tot 14 centimeter. De naam zegt het al, de acara is mooi rood gekleurd, in de paartijd is het mannetje nog feller rood. Op het midden van hun lichaam en achter de kop zit een zwarte stip. Het geslachtsonderscheid is moeilijk te zien.
In de handel worden ze ook weleens aangeboden als Hemichromis lifalili maar dat is een iets afwijkende soort. De Hemichromis bimaculatus heeft op zijn kieuwdeksel een zwarte stip, halverwege de flank nog een en een derde op de staartwortel. De Hemichromis lifalli mist de derde stip op zijn staartwortel.
Synoniem: Hemichromis cristatus, Hemichromis fugax.
Herkomst
Noord en midden Afrika, stroomgebied van de Nijl, niet in Kongo en Democratische Republiek Kongo.
Inrichting
Voor deze vissen is een aquarium nodig van minimaal 1.20 meter. De bak inrichten met harde planten en veel schuilplaatsen. Ze graven graag in de bodem en houden van veel stroming.
Water
Temperatuur: 21-25 graden.
PH: 7-7,5
GH: 8-12
In de natuur hebben vissen te maken met schommelende temperaturen. Gedurende lange tijd vissen op de minimum of maximum temperatuur houden is niet altijd gewenst en kan de gemiddelde levensduur van de dieren bekorten.
Voeding
De Rode Acara is een alleseter. Als voedsel kan levend voer of dieprvriesvoer gegeven worden, zoals muggelarven, artemia, cyclops, mysis, krill, garnalen, koolvisfilet en mosselen, als aanvulling droogvoer.
Karakter
Rode Acara zijn territoriumvormers en moeten paarsgewijs gehouden worden. In de paartijd zijn ze erg agressief tegen andere vissen, dus alleen samenhouden met andere robuuste cichliden. Buiten de broedtijd zijn ze redelijk vreedzaam. Ze zwemmen in de onderste waterlagen.
Kweek van de Hemichromis bimaculatus – Rode Acara
De kweek van de Hemichromis bimaculatus – Rode Acara is eenvoudig, op een schoon gepoetste steen of een stuk kienhout worden zo´n 300 tot 500 eitjes afgezet. Na 3 à 4 dagen komen de jongen uit, en worden ze regelmatig verplaatst naar andere nestkuiltjes. Beide ouders hebben broedzorg en beschermen de jongen, ze zijn dan uitermate agressief. De jongen kunnen opgekweekt worden met stofvoer en artemia-naupliën.
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Leon van Dijk