Haplochromis chilotes
Haplochromis chilotes is in 1911 officieel beschreven door Boulenger.
Synoniem: Paratilapia chilotes, Paralabidochromis chilotes.
Beschrijving
Mannen van de Haplochromis chilotes kunnen zo’n 20 centimeter lang worden. De vrouwen blijven iets kleiner. De mannen zijn ook kleurrijker dan de vrouwen en hebben duidelijkere eivlekken. De grote lippen ontwikkelen ze pas vanaf een lengte van zeven centimeter.
Het karakter van deze soort is relatief rustig. Alleen tijdens het baltsen kan dat snel omslaan, de mannen bevechten elkaar dan fel. Ze vormen dan een zeer ruim territorium waar alle andere mannen uit vandaan worden verjaagt. Het dan ook beter om slechts één man te houden met meerdere vrouwen.
Biotoop
Het leefgebied bevindt zich in het Victoriameer. Ze leven op de rotsachtige kusten tussen kleine en middelgrote rotsen. Doorgaans bewonen ze delen die niet heel steil aflopen. Soms worden ze ook gevonden boven zanderige bodems.
Dieet
In het wild voeden ze zich voornamelijk met ongewervelden. Deze zoeken ze tussen de algen en in het zand. Daarmee krijgen ze ook kleine stukjes algen mee. In het aquarium is het geen kieskeurige eter. Het meeste voer zoals vlokken, granulaat, diepvries en levend voer wordt wel geaccepteerd.
Het Aquarium
Richt het aquarium in met rotsen met daartussen kieren en spleten. Gebruik op de bodem (filter)zand zodat ze ook in het zand op zoek kunnen naar voedsel deeltjes.
Voor een harem Haplochromis chilotes heb je een ruim aquarium nodig. Denk aan een minimale afmeting van 150 x 50 x 50. De medebewoners moeten ongeveer hetzelfde formaat hebben. Te kleine medebewoners eindigen al snel als voer. Haplochromis chilotes heeft namelijk een redelijk grote bek.
Kweek
Haplochromis chilotes is een muilbroeder. De man kiest een rots waar hij de vrouw naartoe probeert te lokken. Tijdens het afzetten draaien de man en vrouw om elkaar heen. De vrouw legt de eieren en in de draai worden de eieren direct bevrucht. Het stel draait door en de vrouw neemt de eieren in haar muil. Ze broedt de eieren in een paar dagen uit maar de jongen blijven dan nog geruime tijd in haar muil. Ze teren dan nog op hun eidooierzak. In totaal houdt het vrouwtje de eieren/jongen zo’n 16 tot 18 dagen in haar muil voordat ze worden uitgespuugd. De jongen moeten hierna voor zichzelf zorgen. Je kunt ze opkweken met verse artemia en fijngewreven vlokvoer. Een nest bestaat doorgaans uit 20 tot 30 jongen.
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Kevin Bauman