Haplochromis aeneocolor
Ten opzichte van soortgenoten is deze soort bijzonder agressief. Alleen in een groter aquarium kunnen meerdere mannetjes gehouden worden die dan elk een territorium met een aantal vrouwtjes onderhouden. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat schuilplaatsen ontstaan. Ook kunnen ter decoratie wat hardere plantensoorten zoals Reuzen Vallisneria gebruikt worden.
Deze soort is in 1973 beschreven door Greenwood.
Synoniemen: Astatotilapia aeneocolor, Haplochromis nubilus
Dieet
Het is een alleseter. Er moet dus gezorgd worden voor voldoende variatie op het menu. In de vrije natuur zou deze soort zich ook voeden met detritus. Diepvries- en droogvoer wordt ook geaccepteerd.
Kweek van de Haplochromis aeneocolor
De kweek van de Haplochromis aeneocolor is niet zo eenvoudig. De eieren worden in een tevoren gegraven kuil afgezet. De eieren worden meteen door het vrouwtje in de bek genomen en vervolgens door het mannetje met behulp van de eivlekmethode bevrucht. Er moeten voldoende schuilplaatsen in het aquarium aanwezig zijn waar het vrouwtje zich veilig kan terug trekken want het mannetje blijft haar achtervolgen. Zodra de jongen vrij zwemmen kunnen ze worden groot gebracht met Artemia-naupliën en wat later met fijngewreven droogvoer
Auteur
Jan Bukkems – Aquavisie
Copyright foto’s
Sylvain Dubreuil