Halichoeres prosopeion – Tweekleur Lipvis
Halichoeres prosopeion is in 1853 voor het eerst beschreven door Bleeker. De geslachtsnaam is op te breken in twee oud Griekse woorden. Halios betekent ‘zee’ en choiros betekent ‘varken’. Vrij vertaald Zeevarken. Een verwijzing naar de langwerpige conische tanden die bij de mondhoek naar buiten en naar voren zijn gericht. Deze tanden steken voorbij de lippen van de vis. Deze hoektanden deden Rüppel denken aan de tanden van een beer (mannetjes varken).
De soortnaam prosopeion betekent ‘masker’. Dit word in de beschrijving niet uitgelegd maar waarschijnlijk een verwijzing naar de gekleurde kop. In het Nederlands worden ze ook wel Tweekleur Lipvis genoemd.
Beschrijving
Jonge Tweekleur Lipvissen zien er heel anders uit dan hun ouders. Afhankelijk van de herkomst, zijn er kleine variaties. Alle jonge dieren hebben een lichte witte grondkleur. Daarop zijn vier horizontale zwarte strepen te zien. Deze lopen vanaf de punt van de neus naar de staart toe.
Bij de vissen die afkomstig zijn van Australië en het Oostelijk deel van Papua Nieuw Guinea, lopen de zwarte strepen tot aan de staart. Die van de andere gebieden stoppen al ruim voor de staart.
Volwassen Tweekleur Lipvissen hebben een Grijs/Blauwige tot paarsige kop. Naar de staart toe, loopt deze kleur over naar geel. Aan het begin van de rugvin is een zwarte vlek zichtbaar met daaromheen een lichtblauw, iriserend randje. Ze bereiken een maximale totale lengte van zo’n 15 centimeter.
Protogene hermafrodiet
Alle Halichoeres prosopeion beginnen hun leven als vrouw. Als in de omgeving van deze soort de man komt te overlijden, veranderd het grootste vrouwtje in een man.
Biotoop
Halichoeres prosopeion is te vinden in het Westelijk deel van de Stille Oceaan. Vanaf Indonesië tot aan Samoa en Tonga. Ze bewonen daar de riffen op een diepte van 2 tot 40 meter. Doorgaans worden ze niet samen of in groepen gezien. Deze soort leeft solitair, alleen tijdens het paren komen ze samen.
Dieet
Het dieet van de Tweekleur Lipvis bestaat in het wild uit kleine diertjes zoals schaaldieren, weekdieren, wormen en stekelhuidigen zoals kleine zeesterren. Deze worden op en tussen het substraat gezocht en opgegeten. Jonge dieren eten ook wel parasieten van de huid van andere vissen.
In het aquarium kun je ze voeren met bijvoorbeeld artemia, mysis, krill, copepods etc. maar ook vlokvoer en granulaat worden gegeten.
Halichoeres prosopeion is Reefsafe, ze beschermen zelfs het koraal door plaagdieren te eten. Ze kunnen echter wel jagen op kleine garnalen, waaierwormen en kokerwormen.
Het Aquarium
Voor een enkel exemplaar volstaat een aquarium van zo’n 1.000 liter. Richt het in met voldoende steen en/of koraal waartussen de Halichoeres prosopeion kan schuilen. Tussen de rotsen en het koraal gaat hij op zoek naar wat eetbaars.
Zorg dat er op de bodem een dikke laag zand van minimaal zo’n 5 tot zeven centimeter dik ligt. Bij dreigend gevaar of om te slapen, duikt de Tweekleur Lipvis in het zand.
De temperatuur van het water mag liggen tussen de 22 en 26 graden Celsius.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Francois Libert (Zsispeo) – CC BY-NC-SA 2.0
Rickard Zerpe – CC BY 2.0
Referenties