Gephyrochromis moorii
De Gephyrochromis moorii is al in 1901 beschreven door Boulenger. Deze soort is vernoemd naar de Engelse bioloog John Edmund Sharroc Moore. De geslachtsnaam Gephyrochromis kan worden opgebroken in twee Griekse woorden Gephyra wat Brug betekend en Chromis, wat Vis betekend.
De lichaamsvorm van de Gephyrochromis moorii is bijna torpedovormig. Zijn voorhoofd en rug zijn bruinachtig terwijl de rest van het lichaam blauw is. De rugvin is bruin of lichtblauw met een paar vlekken in de zachte delen tussen de vinstralen. De staartvin is afwisselend bruin / wit gestreept met blauwachtige tinten. De Anaal- en buikvinnen zijn meestal wit afgezet.
In de handel worden ze soms aangeboden onder de naam Pseudotropheus Acei type. Synoniemen: Tilapia moorii, Gephyrochromis moorei, Christyella nyasana.
Herkomst
De Gephyrochromis moorii is endemisch voor het Malawimeer. Ze komen alleen voor in het zuidelijk deel van het meer.
Biotoop
Deze soort is te vinden boven de zanderige kusten. Hier zie je ze rondzwemmen in groepen van 4 tot 8 stuks. Zo’n groep bestaat alleen uit één volwassen man in broedkleuren en vrouwen en soms onvolwassen mannen.
Dieet
Ze voeden zich met kleine diertjes die ze opzoeken in het zand waarbij het zand door hun kieuwen wordt gezeefd. Ze hebben voor een Mbuna een grote hoeveelheid lange en puntige tanden. In het aquarium is het geen moeilijke eter.
Het Aquarium
De Gephyrochromis moorii kan in een normaal gezelschaps aquarium met Mbuna soorten worden gehouden. Richt het aquarium in als rots biotoop met stapels stenen aan de achter- en zijkanten van het aquarium. Zorg ervoor dat er veel kieren en holen tussen de rotsen zitten waartussen de vissen zich kunnen verstoppen. Het aquarium moet een minimale inhoud hebben van zo’n 250 liter om plaats te bieden aan een voldoende groot visbestand.
Op zich hoef je op de bodem geen zand te plaatsen (redactie: wat wij wel aanraden) maar kun je volstaan met het volbouwen van de bodem met kleinere en grotere stenen die je door laat lopen naar de voorkant van het glas. Houdt in het aquarium meerdere soorten Mbuna maar zorg er wel voor dat je van elke soort slechts 1 of 2 mannen hebt terwijl er meerdere vrouwen zijn voor ieder mannetje.
Het aquarium moet worden voorzien van een goede water circulatie en effectieve filtering, besteed dus veel aandacht aan het uitzoeken van een goed en krachtig extern filter. Ververs elke week minimaal 25% van het water met vers kraanwater. In het Malawimeer heeft het water een pH van zo’n 7,5 tot 8,5 met een hardheid van rond de 10 dGH en een temperatuur van 22 tot 26 graden. Het kraanwater hier in Nederland komt aardig in de buurt van deze waardes en het aanmaken van speciaal water voor een Mbuna aquarium is dan ook niet echt nodig. Dat zoveel Malawi cichliden in dit water makkelijk zijn te kweken is wel een goed bewijs dat ons kraanwater goed geschikt is voor de cichliden uit het grote Afrikaanse meer.
Kweek van de Gephyrochromis moorii
Net zoals de andere Mbuna uit het meer is de Gephyrochromis moorii een muilbroeder. Bij het baltsen krijgt de man een intensere kleur. Ze vormen geen koppel dus het mannetje paart met elke vrouw die bereid is om te paren. De vrouw broed de eieren zo’n 3 weken uit in haar muil voordat ze de jongen loslaat.
Video
Auteur
Benny B. Larsen
Copyright foto’s
Kevin Bauman
Bronnen
