Geophagus taeniopareius
De Geophagus taeniopareius kan een lengte bereiken van zo’n 15 centimeter. De vrouwen blijven met 11 centimeter iets kleiner.
Herkomst
Rio Orinoco , Rio Ventuari, Venezuela.
Het Aquarium
Voor de Geophagus taeniopareius is een aquarium nodig van minimaal 1.40 meter. De bak inrichten met harde planten, stenen en kienhout zodat er voldoende schuilplaatsen ontstaan. De planten worden met rust gelaten.
Water
Temperatuur: 25-30 graden.
PH: 5,5-6,5
GH: 0-4
Geophagus taeniopareius stellen echte eisen aan de waterwaardes, zoals de waardes hierboven genoemd. Ze zijn gevoelig voor gatenziekte, en “valse” gatenziekte. Valse gatenziekte staat niet beschreven op internet. Na een geo met gaten in zijn kop had iedereen het over gatenziekte, maar hij had alleen gaten en verder geen andere symptomen zoals, verminderde eetlust, watachtige substantie. Toen ben ik verder gaan zoeken, en vond ik het volgende in het volgende boek “Südamerikanischer Erdfresser” van Thomas Weidner. Valse gatenziekte wordt veroorzaakt door: ongunstige waterwaardes, slechte waterkwaliteit, stress en vitaminegebrek. Of een combinatie van vorengenoemde.
Behandeling vraagt erg veel geduld.
- Zorg voor optimale waterwaardes
- Vermijd stress
- Voeg vitaminepreparaat toe.
- Hoge kwaliteit voer, goed afwisselen
En dan kan het een behoorlijke tijd duren voor er herstel te zien is.
Dieet
Geophagus taeniopareius zijn alleseters, als voedsel kan zowel levend voer als diepvriesvoer gegeven worden zoals muggelarven, watervlooien, krill en garnalen, ook droogvoer wordt geaccepteerd, zorg voor voldoende afwisseling.
Karakter
De Geophagus taeniopareius is een vreedzame soort die in de broedperiode een territorium verdedigt. Aangezien de vissen graag in een groep leven van minimaal 6 stuks zou ik deze soort niet aanraden voor een bak onder de 1.80m, het kan er stevig aan toe gaan in de groep. Agressie naar andere soorten is te verwaarlozen, naar elkaar zijn ze erg pittig.
Kweek van de Geophagus taeniopareius
De kweek van de Geophagus taeniopareius is vrij eenvoudig, de eitjes worden op een platte steen afgezet en bevrucht en worden bedekt met zand. Na 3 dagen komen de eitjes uit en worden de jongen ondergebracht in een broedkuil. Na ongeveer 9 dagen zwemmen de jongen vrij rond, beide ouders hebben broedzorg, de jongen worden dan ook nog een tijdje beschermd en verzorgd. Ze kunnen opgekweekt worden met artemia-naupliën.
Video
Auteur
Coby – Martijn Stins
Copyright foto’s
Martijn Stins