Gastrodermus nijsseni – Nijssens Corydoras
Gastrodermus nijsseni is in 1989 beschreven door Sands. Ze maken onderdeel uit van de familie Callichthyidae ofwel de pantsermeervallen. Deze familie kenmerkt zich door het ontbreken van schubben. In plaats daarvan hebben ze onder de huid twee rijen benige platen die als pantser werken. De familie kent negen geslachten en ruim 200 soorten.
De wetenschappelijke geslachtsnaam Gastrodermus is afkomstig van het Griekse dérma (Gr. δέρμα) wat maag betekent. Een verwijzing naar de coracoïde botten van G. elegans waarbij in tegenstelling tot veel andere voormalige Corydoras soortgenoten het pantser het buikgebied niet omsluit maar is bedekt door zachte huid. Deze soort is vernoemd naar Dr Han Nijssen. In het nummer systeem van de corydorassen hebben ze het nummer C111 gekregen.
Synoniem: Corydoras nijsseni, Corydoras elegans nijsseni.
Beschrijving
De kleur van Gastrodermus nijsseni is wat variabel. Over het oog loopt een zwart masker met daarachter een gelige lichte vlek. Over de rug en flank loopt een zwarte zwarte band die meer of minder naar beneden doorloopt. Sommige exemplaren zijn op de flank heel licht van kleur, anderen (veel) donkerder. De buik is wittig.
Dit is een klein blijvende Gastrodermus soort. Ze worden maximaal zo’n 4,5 centimeter lang. De vrouwen zijn daarbij veel forser gebouwd en ook langer dan de mannen. Gastrodermus nijsseni mannen zijn wel wat intenser geleurd dan de vrouwen en hebben naar verhouding ook grotere vinnen.
Biotoop
Gastrodermus nijsseni is afkomstig uit het Rio Negro stroomgebied.
Dieet
Het dieet van Gastrodermus nijsseni bestaat in het wild voornamelijk uit dierlijke producten zoals kleine wormpjes en insecten bijvoorbeeld. In het aquarium is het geen kieskeurige eter. Vlokvoer, granulaat maar vooral diepvries en levendvoer worden graag gegeten. Zorg er alleen wel voor dat wat voer de bodem bereikt.
Het aquarium
Een aquarium vanaf 50 centimeter zou al wel voldoende moeten zijn, mits er niet teveel bodemvissen aanwezig zijn. Hou Gastrodermus nijsseni in een groep van minimaal 10 exemplaren. Ze voelen zich veel comfortabeler in gezelschap van veel soortgenoten.
Richt het aquarium in met op de bodem (filter) zand. Met hun baarddraden grondelen ze door de bodem op zoek naar wat eetbaars. Scherp zand of grind zijn niet geschikt. Hun baarddraden kunnen dan door ophopend vuil beschadigd raken, soms raken ze hun baarddraden dan kwijt.
De inrichting van het aquarium kan verder bestaan uit wat planten en bijvoorbeeld kienhout. Ze kunnen zich dan tussen de planten of het hout verstoppen.
Hou de temperatuur tussen de 22 en 27 graden Celsius. De pH het liefst onder de 7.0 met als ondergrens 5.0.
Kweek van Gastrodermus nijsseni
De kweek van Gastrodermus nijsseni vindt plaats zoals bij veel andere Gastrodermus en Corydoras soorten. Ze laten zich wel wat lastiger kweken dan de makkelijke soorten.
Voor de beste resultaten zet je een groep Gastrodermus nijsseni apart met een verhouding twee mannen op één vrouw. Hou de temperatuur op 24 graden. Je hoeft het aquarium niet in te richten maar plaats wel wat zand op de bodem en mogelijk een bloempot voor wat schuilmogelijkheden. Zorg dat het aquarium goed is ingedraaid.
Voer ze een paar dagen goed met levend voer. Ververs nu het water voor zo’n 80% met vers water en laat de temperatuur zakken tot zo’n 18 graden. Hiermee simuleer je het regenseizoen waarna de vissen in het wild gaan paren.
De eieren worden veelal tegen het glas afgezet. Zodra de ouders klaar zijn met afzetten kun je ze het beste verwijderen. Ze eten namelijk de eieren als ze de kans krijgen.
Opgroeien van de jongen
De eieren komen uit na drie tot vier dagen. Je kunt de hele kleine larfjes na twee dagen voeren met microwormen. Als ze iets gegroeid zijn, na ongeveer nog eens vijf dagen ook met pas uitgekomen artemia.
De jonge Gastrodermus nijsseni groeien heel snel. De eerste kleuren krijgen ze al binnen een paar dagen. Binnen acht tot tien weken zijn ze al 2 tot 2,5 centimeter lang.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Bronnen
