Pseudetroplus maculatus – Oranje Cichlide
Pseudetroplus maculatus behoort tot de enige 3 cichliden soorten van Azië, twee daarvan uit het geslacht Etroplus en één uit het geslacht Pseudetroplus. De naam Etroplus is afkomstig van het Griekse woord ‘etron’ dat buik betekent en ‘hoplon’ dat pantser of wapen betekent. Het refereert aan de stekelige vinstralen van de anaalvin.
In 2014 is de naam Pseudetroplus voor de maculatus weer teruggebracht. Hiervoor heeft de soort een tijd lang Etroplus maculatus geheten, wat nu een synoniem is.
Beschrijving
Pseudetroplus maculatus wordt ongeveer 8 cm lang, waardoor hij als dwergcichlide beschouwd kan worden. De soort komt voor in Zuidelijk en zuidwestelijk India en Noord- en noord-west Sri Lanka. Pseudetroplus maculatus komt in hetzelfde leefgebied voor als de groter wordende Etroplus suratensis. Ze fungeren als poetsvis voor hun familiegenoten, waarbij ze het lichaam vrijmaken van parasieten. De voedselwaarde hiervan wordt als gering beschouwd, echter ze worden door deze dienst getolereerd in de buurt van de nesten, waar ze zich tegoed doen aan de eieren van Etroplus suratensis.
Het lichaam is zijdelings sterk afgeplat en is ovaal tot ei-vormig. Zijn Nederlandse naam heeft de oranje cichlide te danken aan zijn geel tot oranje gekleurde flanken die bezaaid zijn met rode punten. Op zijn lichaam heeft hij enkele donkere ronde vlekken, waarvan er één vrijwel altijd duidelijk zichtbaar is. De rug is grijsblauw tot bruinzwart van kleur. In de paaitijd komt over het hele lichaam een blauwiriserende glans.
De ongepaarde vinnen zijn geel tot oranje van kleur en deels ook rood gestippeld en afgezet met een donkere zoom, die vooral in de aarsvin goed opvalt. De buikvinnen zijn volledig zwart van kleur. De vinnen zijn allen enigszins afgerond van vorm.
De mannetjes en vrouwtjes lijken zo sterk op elkaar dat het erg moeilijk is de geslachten te onderscheiden. Doorgaans zijn de vrouwtjes wat matter van kleur en hebben geen rood in de zoom van de vinnen.
Het aquarium
Pseudetroplus maculatus is een vreedzame soort die bij voorkeur in een grote groep dient te worden gehouden. Onderling zijn er altijd kleine confrontaties om de hierarchie te bevestigen. Deze confrontaties zijn nooit heftig, maar leiden in een kleiner aquarium op den duur wel tot het wegkwijnen van het zwakste exemplaar. Het beste is een grotere groep van minimaal 6-8 exemplaren. Pseudetroplus maculatus is vreedzaam tegenover andere soorten. Omdat de dieren van nature schuw zijn is het verstandig om de vis te houden met scholenvissen die als signaalvissen tegen gevaar dienen. De vissen zijn dan snel rustiger. De soort is vreedzaam, zelfs tegen veel kleinere vissen.
Pseudetroplus maculatus verblijft bij voorkeur in brak water, maar komt ook in zoetwater voor. Aan de waterstelling worden geen bijzondere eisen gesteld, wel dient het wat harder en alkalischer en absoluut schoon te zijn. Het is aan te raden om één à twee theelepels zout op tien liter water toe te voegen, omdat de weerstand tegen parasieten als witte stip hiervan sterk toeneemt. De temperatuur dient minimaal 23 en maximaal 32 graden te bedragen. In het natuurlijke leefgebied is de watertemperatuur meestal aan de hoge van deze schaal.
Het beste kan de vis -conform de natuurlijke omstandigheden- in een rivier of merenbiotoop met veel zwemruimte, wat stenen om een soort van territorium af te bakenen en een matige stroming. Vermijdt zachte planten, aangezien deze worden gegeten. Gezien de gevoeligheid voor organische vervuiling is een regelmatige waterverversing een must.
Voedsel
In de natuur leeft Pseudetroplus maculatus grotendeels van Aufwuchs dat van de rotsen wordt geschrapen. Het gebruikelijke levend of diepvries voedsel, zoals Artemia, en muggenlarven wordt graag gegeten. Belangrijk is echter dat een flink bestanddeel van het menu plantaardig is (bijvoorbeeld Spirulina).
Kweek
Voor de kweek wordt de temperatuur verhoogd naar 25 tot 28°C, wat voor vissen vaak een impuls is om aan de voortplanting te gaan denken. Uit de kleine uiterlijke verschillen tussen de ouders viel al af te leiden dat de Etroplus maculatus een open substraatbroeder is, waarvan de ouders samen het broed verzorgen. De legplaats, een steen of een stuk hout, wordt door de ouders zorgvuldig gereinigd. Hierop wordt dan een pakket van zo’n 200-300 eieren afgezet.
Nadat de eieren uitgekomen zijn, hangen de jongen vaak enige tijd aan de ouders, waar ze zoals het broed van de discus, van een voedzame slijmhuid kunnen eten. Na enkele dagen worden de jongen in een klein kuiltje ondergebracht, van waaruit de zoektochten naar voedsel beginnen. Al snel kan dan overgegaan worden op het bij voeren met pekelkreeftjes. Bij een voldoende aanbod aan klein infuusvoer, kunnen de jongen ook gescheiden van de ouders grootgebracht worden.
Wanneer de vissen groter worden kunnen ze net als de ouders met verscheidene soorten leven- en diepvriesvoer voorschotelen. Voor een deel worden ook zachte groene algen en droogvoer in vlokken en tabletten gegeten. De ouders, maar vooral de moeder, blijven erg lang intensief voor het jongbroed zorgen, zodat bij een geslaagde kweek vaak veel jongen volledig kunnen uitgroeien. Voor de kweek wel enkele theelepels zout per tien liter water opgelost zijn, om schimmelziekten bij de jongen te voorkomen.
De Oranje Cichlide is een zeer apart visje die mede vanwege zijn kleur en vorm toch wel regelmatig in de aquariumhandel te vinden is.
Video
Auteur
Peter-Jan Taheij, aquavisie.retry.org
Copyright foto’s
Enrico Richter – Amazon Predators
Unimati
Referenties
Validation of the South Asian cichlid genus Pseudetroplus Bleeker
Peter-Jan Taheij, aquavisie.retry.org