Enteromius hulstaerti – Vlinderbarbeel
De Enteromius hulstaerti is een scholenvis van zo’n 4 centimeter lengte. Met de grote zwarte stippen op zijn lijf is hij een opvallende verschijning in het aquarium. Het geslacht van deze vis is duidelijk te zien aan de vinnen. Bij het vrouwtje zijn ze kleurloos, terwijl ze bij het mannetje overwegend geel zijn met smalle zwarte strepen aan de boven en onderkant.
Synoniemen: Barbus hulstaerti, Capoeta hulstaerti, Puntius hulstaerti.
Herkomst
De Enteromius hulstaerti komt uit Afrika, uit de omgeving van Congo. Hij leeft daar in langzaam stromende riviertjes en moerassen, in schaduwrijke gebieden.
Inrichting
De Enteromius hulstaerti is een vrij actieve zwemmer, daarom heeft hij een aquarium van minstens 60 centimeter nodig. Ze houden van dichte beplanting, maar ook van open zwemwater. Daarom is het het beste om de achterkant en de zijkanten van het aquarium dicht te beplanten en in het middendeel open zwemwater vrij te houden. Omdat ze in het wild vooral in schaduwrijke plekken leven, kan het licht het beste gedempt worden met drijfplanten.
Water
De Enteromius hulstaerti kan temperaturen tussen de 20 en 26 graden aan. Voor de kweek kan de temperatuur zelfs nog wat lager zijn, tot 17 graden. De PH moet tussen de 5 en 6,5 zijn, hij houd absoluut niet van alkalisch water. De GH kan het beste tussen de 3 en 6 zitten.
Voeding
In het wild voedt de Enteromius hulstaerti zich met kleine insectenlarfjes en kleine kreeftachtigen. In het aquarium kunnen ze het beste gevoerd worden met levend of diepvriesvoer als daphnia, artemia en muggenlarven. Gedroogd voer en vlokvoer wordt ook wel geaccepteerd.
Karakter
De Vlinderbarbeel is een vrij actieve zwemmer. Hij is over het algemeen vredelievend, maar de mannetjes kunnen soms wat territoriaal zijn. Houd de vis niet met minder dan 7 stuks of met grotere vissen erbij, dan kan hij erg schuw worden.
Kweek van de Enteromius hulstaerti – Vlinderbarbeel
De kweek van de Enteromius hulstaerti is niet makkelijk. Hij stelt sterkte eisen aan het kweekwater, de waarden mogen niet afwijken van de eerder genoemde waarden. Ze hebben 2x per jaar een paartijd, tussen maart en juni en tussen september en november.
De watertemperatuur is voor de Vlinderbarbeel belangrijk. De ervaring van veel kwekers is, dat bij kweektemperaturen vanaf 22 graden, het merendeel van de vissen mannetjes worden. De beste temperatuur om te zorgen dat er ongeveer evenveel mannetjes als vrouwtjes uit de eitjes komen, is tussen de 17 en 20 graden.
Er wordt in de paartijd een klein aantal eieren afgezet en bevrucht tussen fijnbladige planten. Daarna moeten de ouders worden verwijdert. De jongen komen na 7 tot 10 dagen uit het ei. De eerste week moeten ze het aller fijnste kweekvoer gevoerd krijgen, daarna zijn ze groot genoeg voor artemia-naupliën.
Video
Auteur
karinD
Copyright foto’s
Choy Heng Wah
F. Ingemann Hansen – Akvariefotografen.com