Elassoma zonatum – Band Dwergzonnebaars
Dwergzonnebaarzen van het geslacht Elassoma bestaat uit 6 soorten.
- E. zonatum
- E. evergladei
- E. okefenokee
- E. boehlkei
- E. okatie
- E. alabamae
Alle soorten leven in het Zuid-Oosten van de VS, inclusief de Mississippi bassins. De soorten leven in moerassen en dichtbegroeide sloten. Elassoma kan overleven in modderig, zuurstofarm water met een zuurstofgehalte van slechts 0,5 mg/l. In deze gebieden met extreme leefomstandigheden heeft de vis weinig last van concurrerende vissoorten (alleen levendbarenden (poeceliidae), Esox Americanis en Amia Calva).
De vis leeft altijd in de buurt van dichte vegetatie. De zgn. wetlands zijn voor de vissen het gewenste biotoop. Bij gebrek aan wetlands kan de soort ook leven in groter water, echter zonder wetland lukt het niet om zich voort te planten. In de staten waar Elassoma voorkomt bestaan regels voor het percentage wetlands (2%) dat moet worden aangelegd ten opzichte van landbouwgrond. Toch is dat te weinig, waardoor de meeste soorten op de lijst met bedreigde diersoorten zijn beland. Uitzondering hierop is E. zonatum, die een groot verspreidingsgebied kent en lokaal zeer talrijk is.
Sinds de officiële beschrijving van E. zonatum in 1877 is er veel discussie geweest over het geslacht Elassoma. In het begin werd gedacht dat het een cichlide was. Later is het geslacht in een eigen familie geplaatst, die van de dwergzonnevisssen. Toch is het geen zonnebaars. Volgens vele deskundigen is er een nauwere verwantschap met de stekelbaarsen en de naaldvissen (syngnathiformes).
Elassoma zonatum
Deze soort is het meest wijd verspreid en komt voor van noord-Carolina tot en met de Zuidoostelijke staten tot in West-Texas. Oklahoma en in het zuiden van Illinois. E. Zonatum is de minst kleurrijke soort, maar hebben zeker een schoonheid met hun vlekkenpatroon. Het lichaam is grijs tot geellbruim, en voorzien van verticale banden. Mannen zijn over het algemeen donkerder en hebben meer uitgesproken banden. Ook zijn bij mannen de vinnen donker, waar ze bij vrouwen relatief doorzichtig zijn. Volgens sommigen zijn vrouwen iets groter en robuuster.
Het zijn rustige, schuwe roofvisjes die zich graag verschuilen, maar graag tevoorschijn komen als er voer lonkt. Ze blijven bij voorkeur dicht bij de bodem en zoeken af te toe de middelste waterlaag op. Ideale medebewoners zijn vissen die de bovenste en middelste waterlaag bevolken. Het maximum formaat is 4,7 cm. Gemiddelde grootte blijft beperkt tot 3,5 cm. Er worden temperaturen verdragen van 15 tot 25 graden. Het beste lijkt een temperatuur rond de 18 graden.
Het Aquarium
Een dichtbeplant aquarium en niet te felle verlichting. Drijfplanten dragen er aan bij dat de vis zich op zijn gemak voelt. Een aantal donkere plekken wordt op prijs gesteld. Het beste kan een groep worden gehouden. Een koppel kan echter ook. Het aquarium kan klein zijn, een koppel is al goed houdbaar in een aquarium van slechts 100 liter. Temperatuur is het best rond de 20 graden, in de zomer en tussen 10 en 14 graden in de winter.
Voeding
Carnivoor. In de natuur leeft Elassoma voornamelijk van insectenlarven en slakkeneieren. Al het gangbare dierlijke levend voer wordt gegeten. Meestal zijn de dieren te wennen op diepvriesvoer. Droogvoer wordt nooit gegeten.
Kweek
Eenvoudig. Mannen zijn in de paartijd felgekleurd (vrouwen niet). De kleine eieren (3,7-3,8 mm) worden meestal rond de maand maart in fijnbladige planten afgezet, waar ze blijven plakken. De man verjaagt het vrouwtje (het vrouwtje zal anders de eieren opeten) en bewaakt het nestgebied totdat de jongen uitkomen en vrijzwemmen (72-100 uur). De jongen zijn erg klein (3,-3,8 mm) en lijken op kikkervisjes: er is nog geen pigment in de ogen ogen en ook geen bek ontwikkeld. Ook hebben ze 4 rijen met externe kieuwen, die ritmisch bewegen. Na verloop van tijd hebben ze micro-organismen als voedsel nodig. Binnen 100 dagen zijn de vissen volwassen. Ze worden maximaal 3 jaar oud, de meesten worden echter typisch 2,5 jaar.
Auteur
Patrick de Pijper
Copyright foto’s