Distichodus sexfasciatus – Zesband Hoogrugzalm
Distichodus sexfasciatus is met maximaal 75 cm een erg groot wordende Distichodus, hoewel de meeste exemplaren net 40 cm halen. Distichodus sexfasciatus is een karperzalm uit het Congo River systeem, in Congo, Angola en uitmondend in het Tanganyikameer. Uit fossiele resten blijkt dat de familie Distichodus 7 tot 5 miljoen jaar geleden een verspreidingsgebied kende dat zich uitstrekte over een groot deel van Afrika.
Kleine exemplaren van Distichodus sexfasciatus worden vaak in de handel aangeboden. Het zijn zeer aantrekkelijk vissen, met een barbeel-achtige lichaamsvorm, die qua kleurpatroon enigszins doen denken aan clown botia’s en qua gedrag aan grote Labeo soorten. Ze zijn oranje gekleurd en voorzien van 6 donkergekleurde dwarsbanden over het lichaam. Verder zijn ze voorzien van felrode vinnen. Naarmate de dieren groter worden vervagen de kleuren. Volledig uitgegroeide dieren worden zelfs volledig grijs van kleur. Opvallend is -frontaal van de voorkant bekeken – de smalle bouw.
Distichodus sexfasciatus groeit binnen enkele jaren uit tot zo’n 20 cm. Daarna stagneert de groei. Jongen dieren dienen groepsgewijs te worden gehouden en hebben een groot aquarium nodig. In een te kleine ruimte vertonen ze vaak (niet altijd) een hoge mate van agressie ten opzichte van elkaar en ten opzichte van andere vissen. Ze tikken elkaar dan continu kortstondig aan en bijten vinnen. Het schijnt dit gedrag ook afhankelijk is van de samenstelling van medebewoners: zonder andere dominante dieren in het aquarium, lijkt in een beperkte ruimte als het aquarium de onverdraagzaamheid toe te nemen.
Grotere dieren zonderen zich iets meer af, worden minder tolerant tot zeer onverdraagzaam. Hun tolerantie ten opzichte van medebewoners wordt vaak vergeleken met die van territorium vormende cichliden. Is het toch gewenst om meerdere grotere exemplaren te houden, kies dan voor dieren van verschillende grootte. Vaak worden kleinere dieren door de grote dominante vissen genegeerd. Houd de vis niet met kleinere en makkelijk te intimideren vissen. Goede medebewoners zijn kwastvinsnoeken, grotere karperzalmen, meervallen en cichliden. Distichodus sexfasciatus is (mits het aquarium groot genoeg is) uitstekend geschikt om te houden met territorium vormende cichliden. Ze zijn sterk, actief, wendbaar en robuust en zwemmen bij altijd zelfverzekerd door het aquarium. Ook kunnen ze ten opzichte van soortgenoten en andere vissen hun mannetje staan: in de snuit zitten grote tanden verborgen die enigszins op het gebit van de mens doet denken. Hiermee kunnen ze hard van zich af kunnen bijten.
Het aquarium
Aangezien planten op het menu staan, is het onverstandig om de vissen te in een aquarium waarin planten onderdeel uitmaken van de inrichting. Harde plantensoorten echter, zoals Anubias en Bolbitis en Javavaren worden meestal niet gegeten. Er zijn ook ervaringen van aquariumhouders waarbij Distichodus sexfasciatus aquariumplanten grotendeels met rust lieten, waarschijnlijk als gevolg van een ontwikkelde voorkeur voor andersoortig voer, dat ruim voorhanden was. Het aquarium kan in ieder geval beter bestaan uit rotsen, hout, zand en grind. Een beetje stroming wordt op prijs gesteld en een aantal schuilplaatsen is belangrijk. Een regelmatige waterverversing is belangrijk voor een goede gezondheid. Bij een te hoog nitraat gehalte ontstaan oog- en huidschimmels. Dek het aquarium goed af, aangezien de dieren goed kunnen springen.
Qua watersamenstellingen worden weinig eisen gesteld. In de natuur komen ze voor in het zacht zure water van het Congo water systeem. Tegelijkertijd komen ze voor in de riviermonding in het Tanganyika meer (waar het pH gehalte niet zo hoog is als op andere plaatsen in het meer). Ervaring is dat Distichodus sexfasciatus in het aquarium zelfs in waterwaarden behorend bij het Tanganyikameer kan worden gehouden.
Dieet
Distichodus sexfasciatus is primair een herbivoor. Het lange spijsverteringskanaal is uitermate geschikt voor het verteren van plantaardig materiaal. Het menu is echter afwisselend. Naast waterplanten voeden de dieren zich met kreeftachtigen, wormen en detritus van de boden. In het aquarium is er weinig wat de dieren niet eten. Vlokvoer, granulaat droogvoer, diepvries voer, muggenlarven, artemia worden graag gegeten. Zorg in in ieder geval voor een groot plantaardig bestanddeel. Eventueel kunnen de dieren bijgevoerd worden met gehakte sla, mais, jonge spinazie, spirulina, en waterkers. Anders dan vaak gedacht wordt lijkt er geen verband te zijn tussen de intensiteit van de kleur van de vis en het voedingspatroon.
Kweek van de Distichodus sexfasciatus – Zesband Hoogrugzalm
Waarschijnlijk nog niet voorgekomen in het aquarium. Dit komt waarschijnlijk doordat volwassen dieren elkaar slecht dulden en dat volwassen dieren in de natuur over de rivier migreren. Deze omstandigheden kunnen in het aquarium niet worden nagebootst. Mogelijk is (commerciële) kweek met behulp van hormonen wel mogelijk.
Video
Auteur
Patrick de Pijper
Copyright foto’s
AquaVisie / Bluegrass Aquatics
Hristo Hristov
Thomas Bach
