Dario dario – Bengaalsvuurtje
Dario dario is in 1822 voor het eerst beschreven door Hamilton. Ze behoren tot de familie Badidae ofwel de Kameleon visjes. Deze familie kent slechts 2 geslachten en ongeveer 30 soorten.
Synoniemen: Badis badis bengalensis, Badis dario, Labrus dario
Beschrijving
De basiskleur van de Dario dario is zilver-turquoise. De mannetjes hebben verticale rode strepen over het lichaam. De aars, rug en staartvinnen zijn ook rood gekleurd. De voorste stralen van de buikvinnen zijn bij oudere en dominante mannetjes verlengd en hebben een helblauwe kleur. De vrouwtjes hebben veel minder kleur en zijn wat wit grijzig.
Herkomst
Noord-India
Biotoop
Zoetwater. Helder water met veel beplanting en een lichte stroming. In zijn biotoop komen Limnophila, Hygrophila, Vallisneria, Ottelia, and Rotala soorten voor.
Waterwaarden
PH: 6.5 à 8.5
Temperatuur: 18° tot 26°
Hij stelt weinig eisen.
Gedrag
Een rustig visje dat territorium gericht is. Dario dario kunnen per koppel, harem of groepje gehouden worden. Het combineren met garnalen gaat soms goed. Het Bengaalsvuurtje is niet heel groot en kan dus prima gecombineerd worden met de grotere garnalen. Jonge garnalen zullen ze soms wel eten. Als je zorgt voor een voldoende grote groep garnalen moet dat verder geen problemen geven.
Voeding
Levend- en diepvriesvoer, muggenlarven, watervlooien en artemia soms vlokvoer.
Aquarium
Het Bengaals Vuurtje heeft een aquarium nodig van minimaal 40 cm. Ze hebben dichte beplanting nodig en schuilplaatsen door middel van kienhout en rotspartijen. Ze houden van planten met kleine of vertakte blaadjes. De bodem moet fijn zijn omdat ze nog wel eens wegschieten en dan langs de bodem komen.
Kweek
Vrij gemakkelijk. Vrijleggers. De vrouwen krijgen een dikke buik wat aangeeft dat ze vol eieren zitten. Er worden wel maar een beperkt aantal eitjes gelegd die NIET verdedigd worden. Voor het kweekaquarium volstaat een klein aquarium met Javamos en een klein luchtfilter. De eieren worden tussen het Javamos afgezet. De minuscule eieren zie je gemakkelijk over het hoofd. Ze blijven niet alleen in het Javamos hangen maar vallen ook op de bodem. Na 3 dagen komen de jongen uit. Ze teren dan nog een paar dagen op de ei-zak. De jongen zijn echt heel erg klein. Het probleem is niet zozeer jongen uit laten komen maar ze opfokken. De jongen moeten worden gevoerd met het allerkleinste voer zoals infusoria. Naarmate ze groeien kunnen ze verder worden opgefokt met bijvoorbeeld verse artemia.
Voor het beste resultaat plaats je de ouders in een klein kweekaquarium met een klein luchtfilter (liefst 2 koppels). Een bodem is niet nodig, wel een grote pluk Javamos. Na een week verwijder je de ouders naar een ander aquarium. Na het verwijderen van de ouders kun je de Javamos uitschudden, met wat geluk kun je dan de zeer kleine eieren zien glinsteren.
Video
Auteur
SiVsIrK
Copyright foto’s
SiVsIrK
Hung-Jou Chen
Bron
www.Amazoona.be (originele website niet meer online)