Danio quagga
Danio quagga is in 2009 officieel beschreven door Kullander, Liao & Fang. Danio komt van het inheemse (Bangla Desh) ‘dhani’ hetgeen ’van het rijstveld’ betekent, quagga verwijst naar de gelijkenis van het kleurenpatroon met Equus quagga quagga, een soort zebra.
Verspreiding/herkomst
De Danio quagga leeft in het stroomgebied van de Chindwin-rivier nabij Kalaymyo en Tamu in het westen van Myanmar (Birma).
Biotoop
Tropisch zoetwater, dat va nature licht zuur is (pH tussen 6,5 en 7,5). De bodem bestaat ter plaatse meestal uit zand en kiezels. Ze zwemt zowel in de diepte als vaak ook dicht aan de oppervlakte. De temperatuur varieert ter plekke nogal tussen 20 tot 26° C
Beschrijving
Deze visjes zijn nauwe verwanten van het bekende zebravisje, Danio rerio. Ze onderscheidt zich van haar soortgenoten doordat ze vier donkere strepen langs het midden van de zijkant hebben en een korte of lange streep buikstreep. (Danio rerio heeft 3 lengtestrepen). Ook lopen de strepen deels door in de staartvin. Danio quagga lijkt sterk op Danio kyathit door het horizontale streeppatroon, maar bij die laatsten bestaan de strepen uit rijen bruinachtige vlekjes.
De donkere strepen lichten blauw op afhankelijk van de lichtinval, tussen de donkere strepen kleurt de olijfkleurige ondergrond naar oranje, aan de buikzijde is deze kleur het sterkst. De vinnen zijn oranje gekleurd. De reflecterende kleur van de meeste danios komt het best tot uiting als het aquarium enigszins schuin van voren wordt verlicht.
Deze visjes worden iets groter dan de gewone zebra-vis, de maximale lengte ligt op 4,5 tot 5 cm. Levensverwachting in gevangenschap is meer dan 4 jaar.
Sekseverschil
Het geslachtsonderscheid is niet gemakkelijk, maar geslachtsrijpe vrouwtjes zijn ronder en iets minder kleurig dan mannetjes, die ook wat kleiner blijven.
Verzorging
Omdat het een scholenvis is het raadzaam ze in een groepje te houden, ten minste 5, maar bij voorkeur zo’n 10 exemplaren. Omdat het levendige zwemmers zijn moet het aquarium een behoorlijke lengte hebben en minimaal zo’n 120 liter water bevatten. Eenzame exemplaren raken snel gestrest en worden vatbaar voor ziekten. Voor het welzijn van deze soort is het goed maandelijkse ongeveer 20% tot 30% van het water te verversen.
De temperatuur houden we op een niveau vergelijkbaar met die in het wild, d.w.z. 20-26° C en de pH-waarde rond de 7.
Voedsel
De Danio quagga is in het wild vooral een insecteneter. In het wild zijn deze vissen niet kieskeurig. Meestal eten ze kleine waterdiertjes, wormpjes en insectenlarven. In het aquarium zijn het alleseters en nemen ze zonder bezwaar droogvoer, levend voer en diepvriesvoer. Om tekorten te voorkomen, wordt aanbevolen om de soorten voedsel te variëren.
Gedrag en verdraagzaamheid
De Danio quagga is een vreedzame vis die in het gezelschapsaquarium geen problemen oplevert. Ze zijn echter wel onvermoeibare zwemmers. Andere meer rustige vissen kunnen daar last van hebben. Als gezelschap kan men beter kiezen voor vissoorten die voorkomen in hetzelfde verspreidingsgebied. Dat zijn onder meer andere danios, kleine Aziatische barbelen, grondels en dergelijke.
Kweek van Danio quagga
Voor de voortplanting is het goed een kweekbak in te richten, waarin je ze als paartje of als kleine onderbrengt. Vrijwel alle Danios zijn ‘vrijleggers’ die hun eitjes op of tussen fijn plantaardig materiaal afzetten. Omdat ze geneigd zijn de eigen eitjes op te eten, moet je maatregelen treffen om dat te verhinderen. Hiervoor kun je een rooster gebruiken waar doorheen de eitjes naar de bodem kunnen zinken, zodat de ouders er niet bij kunnen. Een alternatieve methode is om op de bodem grof grind of knikkers te leggen waar de eieren tussen kunnen vallen.
Het water in de kweekbak moet zacht en licht zuur zijn, vergelijkbaar met de natuurlijke leefomgeving. De optimale kweektemperatuur is 23-24° C. De ouderdieren worden bij voorkeur ’s middags of ‘s avonds in het licht geventileerde kweekaquarium gezet. De eieren worden dan over het algemeen de volgende ochtend tot de middag afgezet. Als de vrouwtjes flink dunner zijn dan toen je ze erin zette, kun je de ouderdieren terugzetten in hun normale aquarium. Als dit (nog) niet het geval is, geef je ze nog een ochtend extra. Niet langer, omdat de eitjes die op de eerste dag al wel afgezet zijn, dan al uitkomen. De larfjes komen namelijk na ongeveer 36 uur uit het legsel.
Afhankelijk van de temperatuur duurt het een paar dagen voordat de eerste jongen vrij zwemmen. Je kunt als eerste voedsel bijvoorbeeld stoffijn droogvoer of Infusoriën geven. Als ze wat groter worden, nemen ze ook Artemia naupliën en ander zeer fijn levend voer.
Opmerking
Danio quagga is lange tijd een als ondersoort van Danio kyathit beschouwd, maar ze wordt nu als een aparte soort gezien. Zoals boven al duidelijk werd lijkt deze gestreepte vis op én is nauw verwant aan de gevlekte Danio kyathit. Af en toe worden in het wild exemplaren met streeppatronen gevonden tussen de vissen met vlekpatronen. Of dit een variëteit van de Danio quagga is moet nog worden vastgesteld.
Auteur
Menno van Veen
Copyright foto’s