Danio feegradei
De Danio feegradei is voor het eerst beschreven door Hora (1937). Bij deze beschrijving heeft deze Danio ook zijn uiteindelijke naam gekregen. Desondanks is de naamgeving Brachydanio feegradei ook opgedoken, welke tegenwoordig als een synoniem geld. Daarnaast werd er voor een korte tijd gedacht dat deze vissoort eigenlijk behoort tot de Danio dangila. Op dit moment zijn wetenschappers echter van mening dat de Danio feegradei wel degelijk een aparte vissoort is. Dus de huidige officiële naam is dan ook Danio feegradei.
Beschrijving
De Danio feegradei heeft een olijfgroen lichaam met gele vlekken en een witte buik. Over het lichaam is ook een blauwe waas te zien. Het opvallende aan de soort is de kleine gele vlek vlak achter de kieuwdeksel. Op de staart lopen een gele en een zwarte streep vlak boven elkaar. Deze eindigen vlak voor de staartvin in een zwarte vlek. De aanzet van de borstvin is geel. De borstvinnen zijn geel. De staartvin heeft een de boven en de onderkant een rood-oranje vlek. De overige vinnen zijn doorzichtig.
Het geslachtsonderscheid is vrij makkelijk te maken. Op de aarsvin loopt een horizontale streep. Bij mannetjes is deze oranje en bij vrouwtjes is deze wit. Deze strepen zijn ook te vinden op de buikvinnen.
Herkomst en Habitat
De Danio feegradei is tot dusver alleen bekend van het Arakangebergte (Rakhine Yoma). In dit gebergte is hij alleen te vinden rond Kyeintali.
In zijn vindplaats leeft hij in kleine stroompjes die door de bossen stromen. De seizoenen hebben veel invloed op deze stroompjes. Tijdens het droogte seizoen zijn het niet meer dan poeltjes die met elkaar verbonden zijn. Deze poeltjes zijn vaak rond de 2 meter breed en 1 meter diep. Ze zwellen echter op tijdens het regenseizoen. Dan word het een grote beek en komt het waterpeil meer dan een meter hoger te liggen.
In hun natuurlijke habitat is geen beplanting te vinden. Daarnaast bestaat het substraat uit grote stenen en gravel. De stroompjes waarin ze voorkomen hebben kristalhelder water.
Dieet
In het aquarium zal de Danio feegradei niet snel moeilijk doen over het voedsel dat voorgeschoteld wordt, ze nemen bijna alles aan. De vissen zijn echter wel carnivoor. Het eten mag dus niet voor een groot deel uit plantaardig materiaal bestaan.
Het Aquarium
De vissen zullen andere vissoorten niet snel lastig vallen. Toch moeten ze niet gecombineerd worden met langzame soorten die rust nodig hebben. Danio freegradei zijn namelijk erg actief. Hierdoor kunnen de rustigere soorten gestrest raken met alle gevolgen van dien.
Daarnaast kan de Danio feegradei wat onverdraagzaam naar elkaar zijn. De dominante vissen zullen de zwakkeren veel lastig vallen. Daardoor zijn gescheurde vinnen niet ongewoon bij deze soort. Om ervoor te zorgen dat de zwakkere vissen er niet aan onderdoor gaan is het aan te raden om een grotere school te nemen. Een minimum van 15 vissen is dan ook zeker aan te raden. Meer zou natuurlijk nog beter zijn. Een school is bij deze soorten namelijk snel te klein waardoor de zwakkere vissen vaak snel dood gaan.
Door het actieve gedrag en de agressiviteit naar elkaar toe moet dan ook voor een grotere bak gekozen worden. Een minimum lengte van 120 cm is dan ook zeker aan te raden. Het aquarium moet vervolgens worden ingericht met veel schuilmogelijkheden zoals planten, hout en stenen. Hierdoor kunnen de zwakkere vissen af en toe schuilen om tot rust te komen. Een aquarium met een donkere bodem zal daarnaast ervoor zorgen dat de kleuren mooier uit komen. Let wel op dat het aquarium goed afgesloten is. Deze soort wil nog wel eens uit het aquarium springen. Aangezien de vissen in de natuur in snelstromende stroompjes voorkomen wordt een stevige stroming op prijs gesteld.
Kweek
De Danio feegradei is niet lastig om te kweken. Indien de dieren gezond zijn zullen ze zelfs in het gezelschapsaquarium eitjes afzetten. Helaas worden die vaak opgegeten. Om jongen over te houden zal er dan ook een kweekaquarium moeten worden opgezet.
Het kweekaquarium moet net als het aquarium vrij groot zijn. Een minimum van 80 liter is aan te raden. Vul dit aquarium tot de helft met water. Het aquarium moet vervolgens worden gevuld met veel fijnbladige planten of afzetmoppen. Het is ook mogelijk om een bodem van knikkers te nemen of een rooster op de bodem te plaatsen. Op deze manier wordt het voor de ouderdieren zo moeilijk mogelijk gemaakt om hun eitjes op te eten.
Als de vrouwtjes dik worden van de eitjes kunnen er een paar ouderdieren worden overgezet in de kweekbak. Vervolgens kan het aquarium langzaam worden gevuld met koel water. Doe dit langzaam en giet er om de paar uur een beetje bij. Daarnaast kan er ook extra diepvries en levend voer gevoerd worden. Dit simuleert het begin van de regenseizoen waardoor de vissen vaak snel overgaan tot afzetten.
De vrouwtjes zullen niet alle eitjes in één keer afzetten. Daardoor is het aan te raden om tussendoor de afgezette eitjes te verwijderen. Als de dieren klaar zijn met afzetten kunnen ze worden teruggezet bij hun soortgenoten.
De eitjes zullen na 3 tot 7 dagen uitkomen. 24 tot 48 uur later zullen de jongen vrij rond zwemmen. De jongen moeten gevoerd worden met klein stofvoer of artemia naupliën.
Video
Auteur
Rick
Copyright foto’s
Choy Heng Wah
Referenties
- Brachydanio feegradei – Yoma ‘Danio’ (Danio feegradei). (n.d.). Retrieved January 17, 2018, from http://www.seriouslyfish.com/species/brachydanio-feegradei/
- California Academy of Sciences. (n.d.). Retrieved January 17, 2018, from http://researcharchive.calacademy.org/research/ichthyology/catalog/fishcatmain.asp
- Kullander, S. O., & Britz, R. (2015). Description of Danio absconditus, new species, and redescription of Danio feegradei (Teleostei: Cyprinidae), from the Rakhine Yoma hotspot in south-western Myanmar. Zootaxa(2), 233-247.
- Torres, A. G. (n.d.). Danio feegradei summary page. Retrieved January 17, 2018, from http://www.fishbase.org/summary/61454