Cyphotilapia frontosa
Wetenschappers zijn na onderzoek van de maaginhoud van de keizer van het Tanganyika meer tot de conclusie gekomen dat dit een jager moet zijn, ondanks dat men hem nog nooit heeft zien jagen. Hij verspilt geen enkele moeite en energie aan het achtervolgen van zijn prooi.
Men vermoed dat de Cyphotilapia ’s ochtends zeer snel ontwaakt en zich dan tegoed doet aan de net ontwakende Cyprichromis en Paracyprichromis soorten die veelvuldig voorkomen in zijn leefomgeving. In het aquarium kunnen ze gevoerd worden met stukjes vis, garnalen, mosselen, regenwormen maar ook de kleinere voedselsoorten als mysis, krill en artemia worden maar al te graag gegeten. Bij het voeren wel opletten hoeveel je geeft. Ondanks zijn grootte is het een langzame matige eter. Meerdere keren per dag een klein beetje is beter dan 1 keer veel.
In het meer komt de Cyphotilapia frontosa vooral voor in groepen of harems. In het aquarium moeten ze dan ook gehouden worden in groepjes van minimaal 5 of 6 exemplaren. Gezien de maximale maat van deze soort van zo’n 35 centimeter is een zeer groot aquarium nodig en kunnen de groepen niet al te groot worden.
Tot 2003 werden alle Cyphotilapia’s Frontosa genoemd. In 2003 werd de Cyphotilapia frontosa Kigoma, de soort met de 7 strepen afgescheiden van de rest. De zuidelijke varianten, Tanzania, Zambia en Zaire gaan dan verder als de officieel beschreven soort Cyphotilapia gibberosa. De noordelijke varianten zoals de Burundi zijn nog niet beschreven en worden verder aangeduid als bijvoorbeeld Cyphotilapia sp. Burundi
Al met al is het er qua naamgeving niet makkelijker op geworden ook omdat handelaren uit commercieel oogpunt de benamingen en vangstlocaties nog wel eens door elkaar willen gooien.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
John de Lange
Mattia Matarrese