Cunningtonia longiventralis
De Cunningtonia longiventralis is in 1906 voor het eerst beschreven door Boulenger. De geslachtsnaam Cunningtonia is een verwijzing naar Dr. W.A. Cunnington. De soortnaam longiventralis verwijst naar de lange ventrale vinnen. Deze soort wordt gerekend tot de vedervinnigen.
Beschrijving
Een duidelijk onderscheid met veel andere cichliden zijn de verlengde borstvinnen van de Cunningtonia longiventralis, deze lijken op de borstvinnen van bijvoorbeeld de Cyathopharynx furcifer. Het lichaam is torpedovormig. Afhankelijk van de locatie kan er wat verschil optreden in de kleur. De Kipili variant heeft bijvoorbeeld een gele band in de rugvin en geel in de staart maar is verder wat grijs van kleur. De Cape Nangu variant is wat meer blauw.
Leefomgeving
De Cunningtonia longiventralis leeft in het zuidelijk deel van het Tanganyika meer. Ze komen daar voor op een diepte van zo’n 5 tot 20 meter.
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Suephoto.com (niet meer beschikbaar)
Boulenger
Bronnen
NVCweb.nl
Back to Nature Gids voor Tanganyika Cichliden 2e oplage, blz 66-67
Boulenger
George Albert 1906. “Fourth Contribution to the Ichthyology of Lake Tanganyika – Report on the collection of fishes made by Dr. W. A. Cunnington during the third Tanganyika Expedition, 1904-1905”. Transactions of the Zoological Society of London. pp. 537-619