Ctenolucius hujeta
Ctenolucius hujeta is een agressieve roofvis die eigenlijk alleen maar geschikt is voor een zeer groot aquarium. Hij moet in een groep worden gehouden en kan alleen maar met andere vissen samen gehouden worden die dezelfde grootte hebben, want kleinere vissen worden als voedsel gezien. Een gedempte verlichting door middel van drijfplanten wordt zeer op prijs gesteld. Een regelmatige zeer grote waterverversing is noodzakelijk. Aangezien het goede springers zijn is een dekruit onontbeerlijk.
Synoniemen: Ctenolucius hujeta beani, Ctenolucius hujeta hujeta, Ctenolucius hujeta insculptus, Ctenolucius insculptus, Hydrocynus hujeta, Luciocharax hujeta, Luciocharax insculptus, Xiphostoma hujeta
Dieet
Als voedsel moet veel en groot levend voer worden gegeven in de vorm van vis en grote insectenlarven.
Herkomst
Het leefgebied van de Ctenolucius hujeta omvat delen van Colombia en het noord westen van Venezuela in het stroomgebied van de Río Magdalena, Río Sinú en de aanvoer riviertjes die uitmonden in Lago de Maracaibo.
Het Aquarium
De foto’s zijn van nog jonge dieren van zo’n 12 centimeter. De volwassen dieren kunnen een lengte bereiken van 25 centimeter. Het zijn grote jagers die niet geschikt zijn om samen te houden met vissen die in zijn bek passen.
In het aquarium kun je de Ctenolucius hujeta voornamelijk in de bovenste lagen van het water vinden. De verdere inrichting van het aquarium maakt deze soort niet zo heel veel uit. Drijfplanten worden wel op prijs gesteld, ze blijven daar onder hangen in afwachting van prooi. Om het biotoop verder na te bootsen kun je het aquarium inrichten met een zanderige bodem, wortels/hout en wat bladeren op de bodem.
Zorg wel voor een krachtige filtratie om de afvalstoffen van deze grote eter te kunnen verwerken. Het is daarom ook nodig om regelmatig water te verversen.
Als medebewoners zijn alleen grotere soorten geschikt. Alles wat in de bek van de Ctenolucius hujeta past wordt gezien als voer.
Kweek van de Ctenolucius hujeta
De kweek is in zeer grote aquaria al gelukt. Tot 3000 eieren worden bij wat hogere temperaturen vrij afgezet en bevrucht. Na 20 uur komen de eieren uit en 2-3 dagen later zwemmen de jongen vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia- of Cyclops-naupliën. Er moet tijdens het opfokken van de jongen regelmatig veel worden gevoerd omdat anders kannibalisme optreedt.
Video
Auteurs
Jan Bukkems
John de Lange
Copyright foto’s
John de Lange