Copadichromis parvus
Copadichromis parvus is in 2006 beschreven door Jay R. Stauffer en Ad Konings als onderdeel van een herziening van de Copadichromis familie. In de boeken van Ad Konings is hij vanaf 2001 te vinden op foto’s onder de naam Copadichromis sp. “verduyni dwarf”
De naam parvus is afkomstig uit het Latijn en betekend klein, een verwijzing dat deze soort klein is in vergelijking met de andere Copadichromis soorten. De naam Copadichromis valt uiteen in 2 delen, uit het Grieks kopas = gekerfd en chromis = vis.
Beschrijving van de Copadichromis parvus
De mannen in broedkleur zijn donkerblauw tegen bijna zwart aan. Vanaf de lippen hebben ze over hun kop een witte streep die doorloopt in de rugvin. Op de flank hebben ze 7 a 8 verticale zwarte strepen, daartussen donker blauw. De borstvinnen hebben zwarte vinstralen maar zijn verder doorzichtig. De borst- en anaalvinnen zijn zwart maar kunnen een wit randje hebben. Wanneer ze niet in broedkleur zijn kunnen ze op hun flank 3 zwarte vlekken laten zien, die razendsnel weer zijn verdwenen als ze even moeten imponeren.
De vrouwen zijn grijs/bruin met op hun flank 3 zwarte vlekken. Het kieuwdeksel en de keel zijn kleurloos. De rugvin is vaal blauw/grijs met grijze vlekken aan de bovenkant afgezet met een geel/oranje randje. De buikvinnen zijn doorzichtig behalve de eerste 3 membranen, die zijn grijs, de voorste rand van de buikvinnen zijn afgezet met een wit randje. Op de kop is soms vaag een eerste aanzet van de witte bles te zien die bij de mannen zo duidelijk aanwezig is.
Voor Copadichromis begrippen is dit een rustige soort, zeker buiten de broedtijd maar zelfs in de broedtijd is hij niet heel erg agressief. Liever alleen samen houden met andere rustige soorten.
Biotoop
Binnen de Copadichromis familie is het verspreidingsgebied van de Copadichromis parvus het grootst. Ze komen voor van iets ten noorden van De Chiloelo Rivier tot aan de baai ten noorden van Metangula in Mozambique. De territoriale mannen bevinden zich meestal op een diepte van 11 tot 23 meter en bezetten daar een plekje waar zand overgaat in een rots. Vrouwen en niet territoriale mannen verblijven meestal zo’n 1 tot 3 meter boven de bodem en voeden zich in de open water kolom en op de bodem met kleine ongewervelden. De muilbroedende vrouwtjes zonderen zich af en blijven vlak bij de bodem.
Dieet
In het wild voeden ze zich met plankton in het open water en ongewervelden op de bodem. In het aquarium kunnen ze worden gevoerd met een afwisselend dieet van artemia, krill, mysis garnalen etc. Zoals gebruikelijk bij Malawi geen rode mug en tubifex voeren! Zorg ervoor dat je niet teveel voert, het voer moet binnen een paar minuten zijn opgegeten en er mag niets blijven liggen. Deze soort heeft de neiging om door te blijven eten waardoor ze te dik worden. Het zijn verder geen kieskeurige eters en nemen vrijwel al het voer wat je ze voorzet.
Het Aquarium
Het aquarium moet worden ingericht met op de bodem zand. De mannen maken zodra ze daar aan toe zijn een burcht onder aan een grote steen. Zorg dus voor een voldoende dikke laag zand wat grenst aan een grote rots. Ze hebben verder voldoende zwemruimte nodig. Hou daarom een minimale aquarium lengte aan van 150 centimeter bij 400 liter water. Voor muilbroedende vrouwtjes zijn een paar rotsen waartussen ze zich kunnen verschuilen nodig.
Kweek Aquarium en Conditioneren
De kweek van deze fraaie Malawi cichlide is niet moeilijk. Doorgaans wil de kweek prima lukken in het bijzijn van andere Malawi soorten. Zolang ze goed gevoed en gezond zijn willen ze wel kweken. Je hoeft ze niet anders te conditioneren…gewoon afwisselend hoogwaardig voer geven.
Het Afzetten
De man maakt onderaan een grote steen een burcht; een soort ondiepe kuil in het zand. De burcht is zo’n 15 tot 22 centimeter in doorsnee en niet meer dan 3,5 tot 6 centimeter hoog. In het wild is de steen waaronder de man zijn burcht graaft meestal groter dan de doorsnee van de burcht. Zodra de kuil klaar is probeert hij het vrouwtje ernaar toe te lokken door zijn flanken te tonen en trillende bewegingen te maken. De vissen draaien om elkaar heen, de vrouw legt een ei die door de man wordt bevrucht. Hierna neemt de vrouw de eieren in haar muil.
Opgroeien van de jongen
De eieren worden door de vrouw in haar muil uitgebroed. Na een week of 3 zal het vrouwtje de inmiddels uitgekomen jongen zelf uitspugen. Het is niet nodig (zelfs onwenselijk) om de eieren handmatig te verwijderen. Als de jongen in een aquarium uitkomen met daarin volwassen Malawi cichliden dan worden ze doorgaans bijna allemaal opgegeten, tenzij je veel kleine kieren en spleten hebt waarin ze kunnen schuilen.
Wil je hele nesten met jongen overhouden voor de kweek dan kun je het vrouwtje na een week of 2 broeden uitvangen en alleen onderbrengen in een kleiner aquarium. Zorg dat de waterwaardes goed overeenkomen. Kweek aquariums worden doorgaans redelijk kaal gehouden om ze goed schoon te kunnen maken. Het vrouwtje heeft wel wat schuilplaatsen nodig in de vorm van een paar grotten (dat kunnen gewoon gestapelde stenen zijn als ze maar niet kunnen omvallen). Na het uitspugen van de jongen zal het vrouwtje niet direct de jongen op eten. Je hebt dus rustig de tijd om die dag of de dag erna het vrouwtje uit te vangen. De jongen kunnen worden gevoerd met verse artemia en ander heel klein voer.
Conclusie
Het contrast tussen de donkere vis en de helder witte bles maakt dit een aantrekkelijke soort om in het aquarium te houden. Ze zijn niet al te groot en vrij rustig, zorg dus wel voor passende medebewoners. Ondanks de beperkte omvang van de vis heeft hij wel een ruim aquarium nodig!
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Jurgen van Valckenborgh
Referenties
Jay R. Stauffer en Ad Konings – Review of Copadichromis (TEleostei: Cichlidae) with the description of a new genus and six new species;
Malawifreaks.nl (niet meer beschikbaar)