Cirrhitichthys aprinus – Gevlekte Koraalklimmer
Cirrhitichthys aprinus werd voor het eerst beschreven door de Franse zoöloog Georges Cuvier in 1829. Deze vis behoort tot de familie Cirrhitidae, die bekend staat als de Koraalklimmers. De familie Cirrhitidae bestaat uit 12 geslachten en ongeveer 33 soorten. In het Nederlands worden ze ook wel Gevlekte Koraalklimmer genoemd.
De geslachtsnaam Cirrhitichthys is afgeleid van het Latijnse “cirrus” wat “krul” of “franje” betekent, en het Griekse “ichthys” wat “vis” betekent. De soortnaam aprinus betekent “beerachtig” (als in een mannetjes varken), een verwijzing naar de grote hoektanden aan de zijkanten van de onderkaak.
Synoniemen: Cirrhites aprinus, Cirrhitichthys analis, Cirrhitichthys graphidopterus.
Beschrijving
Algemene beschrijving:
De Gevlekte Koraalklimmer heeft een langwerpig lichaam met een standaardlengte die ongeveer tweeënhalf keer de diepte van het lichaam is. De basiskleur van het lichaam is witachtig met brede, donkerroodbruine verticale strepen op de flanken. Deze strepen worden onderbroken door lichte strepen met ruitvormige donkere vlekken waar ze de zijlijn kruisen. De kop en het lichaam zijn bedekt met cycloïde schubben en de preoperculum is sterk getand. De vinnen zijn doorschijnend en ongemarkeerd, met uitzondering van de rugvin die witte filamenten aan de uiteinden van de stekels heeft. De maximale lengte van deze soort is 12,5 centimeter.
Verschillen tussen mannen en vrouwen:
Er zijn geen duidelijke fysieke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes. Beide geslachten kunnen echter van geslacht veranderen, waarbij een vrouwtje een mannetje kan worden als dat nodig is.
Gedrag en temperament:
De gevlekte koraalwachter is een solitaire vis die vaak op rotsen of koralen zit en de omgeving observeert. Ze zijn over het algemeen agressief tegenover andere havikvissen, vooral als er niet genoeg schuilplaatsen zijn. Ze kunnen echter goed samenleven met andere vissoorten, mits deze niet te klein en dociel zijn. Deze vissen zijn niet schuw en kunnen zelfs handgevoed worden.
Zwemblaas
De Gevlekte Koraalklimmer heeft geen zwemblaas, wat een uniek kenmerk is binnen de viswereld. De zwemblaas is een met gas gevulde orgaan dat veel vissen gebruiken om hun drijfvermogen te regelen, waardoor ze zonder veel inspanning op een bepaalde diepte kunnen blijven. Het ontbreken van een zwemblaas bij de Gevlekte Koraalklimmer heeft enkele specifieke voordelen en gevolgen voor hun gedrag en manier van zwemmen.
Voordelen van het ontbreken van een zwemblaas
- Stabiliteit op de bodem: Zonder zwemblaas zijn deze vissen beter in staat om stabiel op de bodem of op rotsen en koralen te rusten zonder te drijven. Dit is vooral nuttig voor hun levensstijl, aangezien ze vaak op een hoge plek zitten en de omgeving observeren op zoek naar prooi.
- Snelle bewegingen: Het ontbreken van een zwemblaas maakt het mogelijk voor de gevlekte koraalwachter om snel en plotselinge bewegingen te maken. Dit is handig bij het jagen, omdat ze snel kunnen duiken om een prooi te vangen zonder eerst hun drijfvermogen te moeten aanpassen.
- Verminderd risico op barotrauma: Vissen met een zwemblaas kunnen last krijgen van barotrauma wanneer ze snel van diepte veranderen, omdat de druk in de zwemblaas niet snel genoeg kan worden aangepast. Vissen zonder zwemblaas, zoals de Gevlekte Koraalklimmer, hebben dit probleem niet en kunnen zonder problemen snel van diepte veranderen.
Zwemgedrag zonder zwemblaas
Zonder zwemblaas moeten gevlekte koraalwachters hun drijfvermogen en positie in het water actief regelen door middel van hun vinnen. Ze gebruiken hun sterke bekkenvinnen als steunpunten wanneer ze op rotsen of koralen rusten. Deze vinnen zijn aangepast om hen te helpen stabiel te blijven en zich vast te houden aan oppervlakken.
Wanneer ze zwemmen, moeten ze constant hun vinnen gebruiken om in beweging te blijven en hun positie in het water te behouden. Dit betekent dat ze meer energie verbruiken tijdens het zwemmen in vergelijking met vissen die een zwemblaas hebben. Echter, hun levensstijl als zittende roofdieren betekent dat ze niet constant hoeven te zwemmen en vaak lange periodes stil kunnen zitten, wat hun energieverbruik vermindert.
Protogyne hermafrodisme
Protogyne hermafrodisme is een fascinerend fenomeen dat voorkomt bij Cirrhitichthys aprinus. Dit betekent dat individuen van deze soort in staat zijn om van geslacht te veranderen, specifiek van vrouw naar man. Dit proces is een adaptieve strategie die hen helpt om hun voortplantingssucces te maximaliseren in hun natuurlijke omgeving.
Wat is protogyne hermafrodisme?
Protogyne hermafrodisme is een vorm van sequentiële hermafroditisme waarbij een vis begint als een vrouwtje en later in zijn leven verandert in een mannetje. Dit komt vaak voor in vissoorten die in sociale groepen leven waar de voortplantingsdynamiek afhankelijk is van de aanwezigheid van dominante mannetjes en meerdere vrouwtjes.
Voordelen van protogyne hermafrodisme
- Optimalisatie van voortplantingssucces: In een omgeving waar de aanwezigheid van mannetjes beperkt is, kunnen vrouwtjes die veranderen in mannetjes de voortplantingskansen van de groep vergroten. Dit zorgt ervoor dat er altijd een mannetje beschikbaar is om te paren met de vrouwtjes.
- Flexibiliteit in sociale structuren: Protogyne hermafrodisme stelt de gevlekte koraalwachter in staat om flexibel te reageren op veranderingen in de sociale structuur van hun groep. Als een dominant mannetje sterft of verdwijnt, kan een van de vrouwtjes snel de rol van het mannetje overnemen, waardoor de stabiliteit van de groep behouden blijft.
- Verhoogde genetische diversiteit: Door het veranderen van geslacht kunnen individuen bijdragen aan de genetische diversiteit van de populatie, wat belangrijk is voor de overleving en aanpassing van de soort op lange termijn.
Hoe werkt het bij de gevlekte koraalwachter?
Bij de gevlekte koraalwachter leven de vissen vaak in harems, bestaande uit één dominant mannetje en meerdere vrouwtjes. Wanneer het dominante mannetje verdwijnt, bijvoorbeeld door predatie of andere oorzaken, kan een van de grootste en sterkste vrouwtjes in de groep beginnen met het proces van geslachtsverandering. Dit proces omvat hormonale veranderingen die leiden tot de ontwikkeling van mannelijke secundaire geslachtskenmerken en de productie van sperma in plaats van eieren.
Gedragsveranderingen
Naast fysieke veranderingen, kunnen er ook gedragsveranderingen optreden. Het nieuwe mannetje zal vaak een meer dominante en territoriale rol aannemen, wat essentieel is voor het beschermen van het harem en het verzekeren van voortplantingssucces.
Biotoop
Natuurlijke verspreiding:
De Gevlekte Koraalklimmer komt voor in de tropische wateren van de Indo-West Pacific, inclusief de Malediven, de westelijke Stille Oceaan, en de kusten van Australië. Ze worden vaak gevonden in rotsachtige en koraalrijke gebieden van subtidale kustriffen, maar kunnen ook in ondiepe havens en estuaria voorkomen.
Natuurlijk habitat:
Hun natuurlijke habitat bestaat uit rotsachtige en koraalrijke gebieden met een dieptebereik van 5 tot 40 meter. De bodem bestaat meestal uit koraal en rotsen, wat voldoende schuilplaatsen biedt voor deze soort.
Natuurlijke vijanden en jachtgedrag:
Cirrhitichthys aprinus is een roofvis die zich voedt met kleine vissen en schaaldieren. Er zijn geen specifieke gegevens over hun natuurlijke vijanden.
Dieet
Dieet in het wild:
In het wild voedt de gevlekte koraalwachter zich voornamelijk met kleine vissen en schaaldieren.
Dieet in het aquarium:
In het aquarium kunnen ze worden gevoerd met een verscheidenheid aan vleesrijk voedsel, zoals mysis, gammarus, krill, en andere schaaldieren. Ze accepteren ook droog, gevriesdroogd, of bevroren voedsel.
Voedingsadvies:
Het is aan te raden om geen kleine, zwakke vissoorten of kleine schaaldieren zoals garnalen en krabben te voeren, omdat deze als prooi kunnen worden gezien. Ze zijn reef-safe, maar kunnen soms op koralen rusten, wat sommige koralen niet goed verdragen.
Het Aquarium
Aquariumgrootte:
Een aquarium van minimaal 150 liter is geschikt voor het houden van een enkele Gevlekte Koraalklimmer. Voor meerdere paren is een groter aquarium nodig, bij voorkeur met veel schuilplaatsen en rotsformaties.
Inrichting van het aquarium:
Het aquarium moet worden ingericht met veel rotsen en koralen om voldoende schuilplaatsen te bieden. Een zand- of grindsubstraat is geschikt.
Waterwaarden:
De ideale waterwaarden voor deze soort zijn een temperatuur van 22-27°C, een pH van 8.0-8.5, en een soortelijk gewicht van 1.020-1.026.
Introductie in het aquarium:
Het is het beste om deze soort in een goed gerijpt aquarium te introduceren, zodat er voldoende algen en micro-organismen aanwezig zijn.
Geschikte medebewoners:
Deze soort kan goed samenleven met andere matig agressieve vissoorten zoals Clownvissen, Doktersvissen, en grotere Lipvissen. Ze moeten niet worden gehouden met kleine, zwakke vissoorten of kleine schaaldieren.
Kweek van Cirrhitichthys aprinus
Er zijn geen specifieke gegevens over het kweken van Cirrhitichthys aprinus in een aquarium. Het is bekend dat ze in gevangenschap eieren hebben afgezet, maar de jongen zijn niet grootgebracht.
Conclusie
Cirrhitichthys aprinus is een interessante en relatief gemakkelijke vis om te houden voor gevorderde aquariumliefhebbers. Ze zijn robuust en kunnen zich goed aanpassen aan verschillende omstandigheden, mits er voldoende schuilplaatsen en een gevarieerd dieet beschikbaar zijn. Hun agressieve aard tegenover soortgenoten en kleine schaaldieren maakt ze minder geschikt voor gemengde aquaria met kleine, dociele soorten. Over het algemeen zijn ze een boeiende toevoeging aan een goed ingericht rif- of gezelschapsaquarium.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Doug Anderson
John Turnbull – CC BY-NC-SA 2.0
Francois Libert (Zsispeo) – CC BY-NC-SA 2.0