Chindongo socolofi
Chindongo socolofi werd in 1974 beschreven door D.S. Johnson en de naam verwijst naar Ross Socolof.
Door zijn vriendelijke karakter zijn ze zeer populair geweest bij de hobbyisten. Maar doordat iedereen ze al had, is daarna hun populariteit sterk afgenomen. In de handel worden ze ook wel Pseudotropheus pindani genoemd.
Synoniem: Pseudotropheus socolofi
Beschrijving
De vorm van de Chindongo socolofi is typisch die van de Chindongo soorten: langgerekt en slechts matig zijdelings samengedrukt. Opvallend genoeg zijn de mannen en vrouwen gelijk gekleurd. Ze hebben een helder lichtblauwe kleur met daarop 9 à 10 verticale zwarte banden. Bij sommige exemplaren zijn ook vaag wat horizontale strepen te zien. De rug, borst en anaalvinnen zijn ook voorzien van zo’n zwarte band, evenals het oog (Op de rugvin overigens afhankelijk van de vangstplaats). De staartvin loopt als een waaier uiteen, afwisselend blauw, zwart gestreept. Bij dominante dieren verdwijnen de banden en strepen op de flanken volledig (zie hieronder voor een foto).
De dominante mannen zijn territoriaal. Gelukkig is het territorium niet groter dan zo’n 20 centimeter. Ook in het wild komt het voor dat er wel zo’n vijftien socolofi’s op een vierkante meter een plekje hebben veroverd.
Biotoop
Deze soort kent verschillende populaties langs het centrale deel van de oostkust van het Malawi Meer, tussen Tumbi Point en Cobue. Door deze spreiding zijn ook enkele kleurvariaties ontstaan. De populaties die bij Tumbi en Mara Point worden gevangen hebben de duidelijke zwarte band in de rugvin wél terwijl de populaties bij Cobue en Mbweca die niet hebben.
Net als de meeste Mbuna leven ze in de overgangszones van rots naar zand; zij het dat ze het meest voorkomen in de relatief ondiepe gedeeltes van 2 tot 10 meter.
Dieet
Net als alle andere Mbuna’s leeft de Chindongo socolofi van het uitkammen van de Aufwuchs. Met hun kleine tandjes kammen ze de algenstrengen uit op zoek naar kleine voedsel deeltjes en diertjes. Hierbij krijgen ze vanzelfsprekend ook een groot deel aan algen naar binnen. In het aquarium mogen spirulinavlokken als voer dan ook niet ontbreken.
Ter afwisseling kun je ze voeren met levende of diepvries artemia, watervlooien, mysis en krill; aangevuld met vlokken en cichliden sticks. Ook geblancheerde groenten zoals erwten, sla en spinazie wordt graag gegeten.
Het Aquarium
Door de maximale lengte van twaalf centimeter voor de man komt de minimale afmeting voor het aquarium op zo’n 120 centimeter. Het zijn echte Mbuna dus de inrichting moet bestaan uit veel rotsen met meer dan voldoende schuilplaatsen. Op de bodem kan zand worden gebruikt. Harde planten zoals Vallisneria worden doorgaans wel met rust gelaten.
Kweek Aquarium en Conditioneren
Net als de meeste Mbuna is de Chindongo socolofi een vruchtbare soort die niet in een speciaal kweek aquarium gehouden hoeft te worden. De ideale kweekgroep bestaat overigens wel uit één man met vier vrouwen. Als een vrouwtje dan een bekje vol eieren heeft kan hij zijn aandacht richten op de andere drie vrouwen.
Het Afzetten
De man lokt het vrouwtje door zijn kleuren op hun felst te laten zien en zijn vinnen wijd uit te spreiden. Hij toont zijn flank aan het vrouwtje en met trillende bewegingen leidt hij haar naar de paai plek. Dit is in het aquarium doorgaans gewoon op het zand. De eieren worden bevrucht met de eivlek methode waarna de vrouw de eieren in haar muil opneemt om uit te broeden (maternale muilbroeder). De nesten van de Pseudotropheus socolofi zijn van normale grootte met zo’n 20 tot 60 eieren.
Opgroeien van de Jongen
De uitgebroede jongen worden na ongeveer drie weken uitgespuugd en niet meer in de muil toegelaten. Ook niet als er gevaar dreigd. Ze zullen vanaf dan voor zichzelf moeten zorgen. Als je hele nesten over wil houden, is het beter om het vrouwtje na 2 weken broeden uit te vangen en apart te zetten. Vang haar niet eerder uit, je loopt dan kans dat ze de eieren te vroeg uit spuugt en niet meer opneemt.
Na drie weken broeden spuugt ze de jongen uit, in de eerste paar uur na het uitspugen eet ze nog niet maar daarna ziet ze haar jongen als voer. Vergeet dus niet haar weer terug te zetten. De jongen kunnen direct gevoerd worden met fijn gewreven vlokvoer en artemia.
Conclusie
De Chindongo socolofi lijkt qua gedrag op de Labidochromis caeruleus en is dan ook geschikt voor beginners. Zorg dan wel voor een voldoende groot aquarium met de juiste inrichting.
Ze zijn goed te combineren met de wat zwakkere Utaka soorten en Aulonocara’s.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Kevin Tien
Ems-Vechte-Aquaristik