Chaetodon kleinii – Kleinii’s Koraalvlinder
Chaetodon kleinii werd voor het eerst beschreven door Marcus Elieser Bloch in 1790. Deze vis behoort tot de familie Chaetodontidae, die bekend staat als de Koraalvlinders. De familie Chaetodontidae bestaat uit ongeveer 12 geslachten en meer dan 136 soorten. De geslachtsnaam Chaetodon is afgeleid van de Griekse woorden ‘chaite’ (haar) en ‘odous’ (tanden), wat verwijst naar de borstelachtige tanden van deze vissen. De soortnaam kleinii eert de Duitse jurist, historicus, botanicus, zoöloog en wiskundige Jacob Theodor Klein (1685-1759), die deze soort illustreerde in volume 4 van zijn vijfdelige geschiedenis van vissen, wat de aandacht van Bloch trok. In het Nederlands worden ze ook wel Kleinii’s Koraalvlinder genoemd. In het Engels vind je ook de namen Sunburst Butterflyfish en Blacklipped Butterflyfish.
Synoniemen: Anisochaetodon kleinii, Exornator exornator kleinii, Chaetodon melastomus, Chaetodon melammystax, Chaetodon flavescens, Chaetodon virescens, Chaetodon bellulus, Chaetodon corallicola, Chaetodon cingulatus.
Beschrijving
Chaetodon kleinii heeft een lateraal samengedrukt lichaam dat typisch is voor vlindervissen. De kleur van het lichaam varieert van geelachtig bruin tot bruinachtig oranje, met een witte kop en een diffuse witachtige band in het midden van het lichaam. Er is een zwarte verticale band die door het oog loopt en de lippen zijn zwart. De vinnen zijn meestal geel van kleur. De maximale lengte van deze vissoort is ongeveer 15 centimeter.
Verschillen tussen mannen en vrouwen: Er zijn geen duidelijke fysieke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes van deze soort. Gedragsverschillen zijn ook niet goed gedocumenteerd. Juvenielen hebben vaak een iets andere kleur en patroon dan volwassen exemplaren, maar deze verschillen zijn subtiel.
Gedrag en temperament: Chaetodon kleinii is over het algemeen een vreedzame vis die solitair, in paren of in kleine groepen kan leven. Ze zijn niet bijzonder schuw en zwemmen meestal in de midden wateren van hun habitat. Ze zijn omnivoor en voeden zich voornamelijk met zachte koraalpoliepen, algen en zoöplankton.
Levensverwachting: In het wild kunnen deze vissen enkele jaren oud worden, terwijl ze in een goed onderhouden aquarium vaak langer leven, soms tot 10 jaar of meer.
Biotoop
Chaetodon kleinii wordt gevonden in de Indo-Pacifische regio, van de Rode Zee en Oost-Afrika tot de Hawaïaanse eilanden en Samoa, noordwaarts tot Zuid-Japan en zuidwaarts tot Nieuw-Zuid-Wales, Australië en Nieuw-Caledonië. Ze komen ook voor in de Galapagos-eilanden in de oostelijke Stille Oceaan.
Ze leven meestal in diepere lagunes en kanalen, en op zeezijde riffen. Hun natuurlijke habitat bestaat uit koraalriffen met veel schuilplaatsen en open zwemruimtes. De bodem van hun habitat bestaat vaak uit zand en koraalpuin. Ze hebben enkele natuurlijke vijanden zoals grotere roofvissen, maar ze zijn zelf ook jagers die zich voeden met kleine ongewervelde dieren.
Dieet
In het wild voedt Chaetodon kleinii zich voornamelijk met zachte koraalpoliepen, algen en zoöplankton. Ze eten ook kleine ongewervelde dieren zoals garnalen en krill.
In het aquarium kunnen ze worden gevoerd met een verscheidenheid aan voedsel, zoals bevroren mysis, gehakte verse zeevruchten en commerciële voeders die hun omnivore dieet aanvullen. Het is belangrijk om ze meerdere keren per dag kleine hoeveelheden te voeren in plaats van één of twee grote maaltijden.
Het wordt afgeraden om ze koraal of poliepen te voeren, omdat dit hun natuurlijke gedrag kan stimuleren om koraal in het aquarium aan te vallen. Ze zijn niet volledig reefsafe, omdat ze soms aan harde en zachte koralen kunnen knabbelen. Ook aan schelpdieren zoals Tridacna wordt soms geknabbeld.
Het Aquarium
Het aquarium voor Chaetodon kleinii moet minimaal 300 liter zijn om voldoende zwemruimte en schuilplaatsen te bieden. Voor meerdere paren is een groter aquarium nodig, bij voorkeur 500 liter of meer. Het aquarium moet worden ingericht met veel rotsen en koraalstructuren om schuilplaatsen te bieden. Een zandbodem is het meest geschikt als substraat.
De beste waterwaarden voor deze soort zijn een temperatuur tussen 22 en 28°C, een pH van 8,1 tot 8,4 en een zoutgehalte van 1,020 tot 1,025. Het aquarium moet goed gerijpt zijn voordat deze soort wordt geïntroduceerd, zodat er voldoende algen en micro-organismen aanwezig zijn.
Geschikte medebewoners zijn vreedzame tot matig assertieve soorten zoals clownvissen, doktersvissen, en andere vlindervissen. Vermijd agressieve soorten en soorten die concurreren om hetzelfde voedsel.
Kweek van Chaetodon kleinii
Er zijn geen specifieke gegevens over het kweken van Chaetodon kleinii in een gewoon aquarium.
Bijzonderheden
Een bijzonderheid van Chaetodon kleinii is dat ze vaak worden ingezet tegen een plaag van glasanemonen (Aiptasia), hoewel niet elke vis deze daadwerkelijk eet. Ze zijn ook bekend om hun gedrag van “mobbing” waarbij ze de nesten van andere vissen met een groep overvallen om hun eieren te consumeren.
Conclusie
Chaetodon kleinii is een relatief gemakkelijke vlindervis om te houden, vooral in vergelijking met andere soorten in dezelfde familie. Ze zijn vreedzaam en kunnen goed samenleven met andere vreedzame tot matig assertieve soorten. Hoewel ze niet volledig reefsafe zijn, kunnen ze in een goed onderhouden aquarium een prachtige aanvulling zijn. Het is belangrijk om ze een gevarieerd dieet te geven en meerdere keren per dag te voeren om hun natuurlijke gedrag te minimaliseren. Over het algemeen zijn ze een uitstekende keuze voor zowel beginnende als gevorderde aquariumliefhebber.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Russell Gilbert
Snyder
Francois Libert (Zsispeo) – CC BY-NC-SA 2.0
Richard Ling – www.rling.com