Centropyge tibicen – Sleutelgat Dwergkeizersvis
Centropyge tibicen werd voor het eerst beschreven door de Franse anatomist Georges Cuvier in 1831. Deze vis behoort tot de familie Pomacanthidae, die bekend staat als de keizersvissen. De geslachtsnaam Centropyge is afgeleid van het Griekse ‘kentron’ (steken) en ‘pyge’ (staart), wat verwijst naar de stekelige staart van de vissen. De soortnaam Tibicen betekent “trompetter” en verwijst naar de naam die de Nederlandse naturalist François Valentijn aan deze soort gaf in 1726. In het Nederlands worden ze ook wel Sleutelgat Dwergkeizersvis genoemd.
Synoniemen: Holacanthus tibicen.
Beschrijving
De Centropyge tibicen heeft een voornamelijk diep donkerblauw, bijna zwart lichaam met een opvallende witte verticale streep op de flanken. De vinnen zijn geel, met een blauwe rand op de dorsale en staartvinnen. De vis kan een maximale lengte van 19 centimeter bereiken.
Verschillen tussen mannen en vrouwen:
Er zijn geen duidelijke fysieke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes. Beide geslachten hebben dezelfde kleurpatronen en markeringen. Juvenielen hebben een meer uitgesproken witte streep die met de leeftijd verandert in een variabele vlek.
Gedrag en temperament:
De Centropyge tibicen is semi-agressief en kan territoriaal zijn, vooral tegenover soortgenoten. Ze leven meestal in harems van 3-7 individuen en zijn protogyn hermafrodieten, wat betekent dat ze van geslacht kunnen veranderen. Ze zijn actieve zwemmers en grazen vaak op algen op rotsen en andere oppervlakken.
Protogyn hermafroditisme bij Centropyge tibicen
Protogynous hermaphroditism is een vorm van geslachtsverandering waarbij een individu zijn leven begint als vrouwtje en later in zijn leven verandert in een mannetje. Dit fenomeen komt veel voor bij rifvissen, waaronder de Centropyge-soorten, en wordt vaak sociaal gecontroleerd door de dominantiehiërarchie binnen een groep.
Mechanisme van geslachtsverandering:
Bij Centropyge tibicen, zoals bij andere protogyne soorten, wordt de geslachtsverandering getriggerd door sociale signalen. Wanneer het dominante mannetje in een harem verdwijnt, zal het grootste vrouwtje in de groep beginnen te veranderen in een mannetje. Dit proces kan enkele weken duren en omvat zowel gedragsveranderingen als fysieke veranderingen in de gonaden en secundaire geslachtskenmerken.
Gedragsveranderingen:
Tijdens de geslachtsverandering vertoont het vrouwtje dat verandert in een mannetje eerst mannelijke gedragingen zoals het verdedigen van een territorium en het uitvoeren van hofmakerijrituelen. Deze gedragsveranderingen kunnen optreden voordat de fysieke veranderingen volledig zijn voltooid.
Fysieke veranderingen:
De fysieke veranderingen omvatten de transformatie van de eierstokken naar testikels. Dit proces kan worden waargenomen door de aanwezigheid van spermatogene weefsels in de gonaden van het veranderende individu. Bij sommige soorten, zoals Centropyge ferrugata, veranderen ook de secundaire geslachtskenmerken zoals de kleur van de vinnen tijdens de geslachtsverandering.
Sociale controle:
De geslachtsverandering bij Centropyge tibicen wordt sterk beïnvloed door de sociale structuur van de groep. De grootste en meest dominante vrouwtjes hebben de grootste kans om in mannetjes te veranderen wanneer de situatie daarom vraagt. Dit zorgt ervoor dat de groep altijd een mannetje heeft om de voortplanting te waarborgen.
Voordelen van protogynous hermaphroditism:
Deze vorm van geslachtsverandering biedt verschillende voordelen. Het stelt de soort in staat om flexibel te reageren op veranderingen in de groepsdynamiek en de beschikbaarheid van partners. Dit verhoogt de voortplantingssucces en de overlevingskansen van de groep als geheel
Biotoop
De Centropyge tibicen wordt gevonden in de Indo-Pacifische regio, van de oostelijke Indische Oceaan tot Fiji, en van Japan tot Australië. Ze leven in lagunes en koraalriffen, vaak op diepten tussen 4 en 35 meter. Hun natuurlijke habitat bestaat uit een mix van koraal en puin, met veel schuilplaatsen tussen de rotsen en koralen.
Dieet
In het wild:
De Centropyge tibicen voedt zich voornamelijk met algen, maar kan ook kleine ongewervelden eten.
In het aquarium:
Ze kunnen worden gevoerd met een dieet van mariene algen, angelfish preparaten, mysis of diepvriesgarnalen, en andere vleesrijke items. Het is belangrijk om ze niet te veel koraal of poliepen te voeren, omdat ze niet volledig reefsafe zijn en kunnen nippen aan sessiele ongewervelden.
Het Aquarium
Aquariumgrootte:
Een aquarium van minimaal 400 liter wordt aanbevolen voor een enkele Centropyge tibicen. Voor meerdere paren is een groter aquarium nodig om territoriale conflicten te minimaliseren.
Inrichting:
Het aquarium moet worden ingericht met veel levend steen voor schuilplaatsen en om op te grazen. Een zand- of grindsubstraat is geschikt.
Waterwaardes:
De beste waterwaardes zijn een temperatuur tussen 24,5 en 29°C, een pH van 8,1-8,4, en een zoutgehalte van 1.020-1.025.
Introductie:
Introduceer deze vis pas in een goed gerijpt aquarium met voldoende algen.
Compatibiliteit:
Ze kunnen goed samenleven met andere vreedzame vissen zoals clownvissen, gobies, en wrasses, maar vermijd andere territoriale of agressieve soorten.
Bijzonderheden
De Centropyge tibicen is een van de grootste soorten binnen het geslacht Centropyge en staat bekend om zijn opvallende kleurpatronen en semi-agressieve gedrag. Ze zijn protogyn hermafrodieten en kunnen van geslacht veranderen als dat nodig is binnen hun harem.
Conclusie
Centropyge tibicen is een prachtige en interessante vissoort voor gevorderde aquariumhouders. Ze vereisen een goed ingericht en gerijpt aquarium met voldoende schuilplaatsen en algen om op te grazen. Hoewel ze semi-agressief kunnen zijn, kunnen ze goed samenleven met andere vreedzame vissen.
Het houden van deze vissoort kan uitdagend zijn vanwege hun specifieke dieet- en habitatvereisten, maar met de juiste zorg en aandacht kunnen ze een waardevolle aanvulling zijn op een rifaquarium.
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s