Bunocephalus verrucosus – Agmus Banjomeerval
Bunocephalus verrucosus is al in 1792 beschreven door Walbaum. Ze maken onderdeel uit van de familie Aspredinidae ofwel de Banjo Meervallen. De geslachtsnaam Bunocephalus is op te breken in twee oud Griekse woorden. Bounos betekent heuvel of berg en Kephale betekent kop. Een verwijzing naar de bobbels op de kop van dit geslacht. Verrucae is de naam voor wratten. De soortnaam betekent dan zoiets als bedekt met wratten, verwijzend naar wrattige knobbeltjes op het lichaam.
De Nederlandse naam die heel soms nog wordt gebruikt is Agmus Banjomeerval. Agmus is een niet langer gebruikte geslachtsnaam, deze is verworden tot een synoniem.
Beschrijving
Bunocephalus verrucosus kan een totale lengte bereiken van zo’n 11 centimeter. Zoals de naam al aangeeft, heeft deze soort op de kop en het lichaam kleine bobbeltjes. De rug is hoog en geribbeld. Hieraan zijn ze te onderscheiden van andere Banjo Meervallen. De kleur is lichtbruin tot donkerbruin. Soms ook wel gevlekt.
Het verschil tussen de mannen en vrouwen is het beste van bovenaf te zien. De vrouwen hebben een rondere buik. Vooral van bovenaf goed te zien bij de aanzet van de staartwortel.
Bij Bunocephalus verrucosus loopt de borstgordel (coracoideus proces) bijna helemaal door tot aan de buikvinnen. Dit is een botje wat loopt van de schouder langs de rand van de buik naar achteren toe. Je kunt dit botje van de buitenkant af voelen. Bij Bunocephalus verrucosus loopt hij zelfs verder door dan bij Bunocephalus coracoideus die daar zijn naam aan dankt.
Camouflage
Niet alleen de kleur en vorm van Bunocephalus verrucosus zorgt voor camouflage. Bij gevaar krult de vis zijn staart langs het lichaam. Hierdoor ontstaat een ronde vorm die lijkt op de zaden van de bomen en struiken langs de oever. De staartvin kan zelfs iets worden opgezet waardoor het lijkt of de vrucht op het punt staat te spruiten.
Karakter
Het karakter van Bunocephalus verrucosus is zeer vredelievend. Ook kleinere visjes laten ze geheel met rust. Ze laten zich goed combineren met veel andere vissen van vergelijkbare grootte. Het zijn wel nachtdieren die voornamelijk naar voren komen in de schemering.
Biotoop
Het verspreidingsgebied van Bunocephalus verrucosus omvat rivieren in Brazilië, Ecuador, Guyana en Peru.
Inmiddels is de soort Bunocephalus scabriceps een synoniem geworden maar de naam wordt soms nog wel gebruikt in de exporten. Deze exemplaren komen uit het Amazone gebied. Deze variant heeft wat meer uitgesproken knobbels op het deel van de kop voor de rugvin. In de handel worden ze daarom soms aangeduid met Bunocephalus verrucosus verrucosus en Bunocephalus verrucosus scabriceps.
Dieet
Het dieet van Bunocephalus verrucosus is niet al te moeilijk. Deze omnivoor zal vrijwel al het voer wel eten. Je kunt ze voeren met zinkende tabletten, vlokvoer, levend- en diepvriesvoer.
De beste tijd om ze te voeren is nadat de lichten uit zijn. Als er nog andere vissen rondzwemmen zullen ze niet naar voer zoeken tenzij ze echt heel wanhopig en hongerig zijn. Je kunt ze beter niet combineren met andere soorten waar ze al te veel mee moeten concurreren om voedsel.
Met de hand voeren
Met veel geduld en doorzettingsvermogen kun je deze soort leren om met de hand gevoerd te worden. Het voordeel hiervan is dat je zeker weet dat ze ook echt eten. Als ze eenmaal gewend zijn om met de hand gevoerd te worden, dan komt Bunocephalus verrucosus ook wel naar voren als het licht nog aan staat.
Het Aquarium
Je kunt Bunocephalus verrucosus houden in een aquarium vanaf zo’n 80 centimeter. Gebruik op de bodem bij voorkeur zand. In tegenstelling tot veel andere Banjomeervallen graaft deze soort niet of nauwelijks. Richt het aquarium in met wat planten, hout of bladeren waartussen ze zich bij daglicht kunnen verbergen.
Zoals gezegd zijn het vredelievende vissen die zich makkelijk laten combineren. Houdt ze alleen niet met al te drukke en agressieve vissen. Als een Bunocephalus verrucosus aan het wateroppervlak hangt in plaats van op de bodem ligt, dan is dat een teken dat ze worden lastig gevallen.
Water
Dit is een redelijk sterke soort die makkelijk is te houden. Uiteraard hebben ze bij voorkeur wel water wat past bij hun natuurlijke omgeving. De temperatuur van het water mag liggen tussen de 21 en 26 graden Celsius. De pH mag wat zuurder tot neutraal zijn bij een pH van 5.5 tot 7.5.
Kweek van Bunocephalus verrucosus
Over de kweek van Bunocephalus verrucosus is niet veel bekend. De pas uitgekomen Bunocephalus verrucosus verstoppen zich graag tussen de bladeren van (drijvende) planten. De eieren zouden worden afgezet tussen wortels van drijvende planten maar een goede observatie daarvan is niet bekend.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Ben Lee – Amiidae.com
Marcus Elieser Bloch, 1723-1799 – D. Marcus Elieser Bloch’s, ausübenden Arztes zu Berlin … Oeconomische Naturgeschichte der Fische Deutschlands
Referenties
Fooled by a fish: seed camouflage by an Amazonian banjo catfish,
Bunocephalus verrucosus – Flávio C. T. Lima and Gilberto N. Salvador – 2018
Planetcatfish.com
Genera of the Asian Catfish Families Sisoridae and Erethistidae – foto met voorbeeld van de borstgordel.
Scotcat.com
Mees, G.F., 1988 “The genera of the subfamily Bunocephalinae (Pisces, Nematognathi, Aspredinidae)” ( Proceedings of the Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) P. 90
Mees, G.F., 1989 “Notes on the genus Dysichthys, subfamily Bunocephalidae, family Aspridinidae (Pisces, Nematognathi)” (Proceedings of the Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) P. 204