Bujurquina oenolaemus
Bujurquina oenolaemus werd voor het eerst beschreven door Sven O. Kullander in 1987. Deze vis behoort tot de familie Cichlidae, die bekend staat om zijn diversiteit en kleurrijke soorten. De familie Cichlidae bestaat uit vele geslachten, waaronder het geslacht Bujurquina, dat meer dan 20 soorten bevat. De geslachtsnaam “Bujurquina” is afgeleid van een inheems Peruviaans woord voor deze cichliden, “bujurqui” of “bufurque”. De soortnaam “oenolaemus” komt van de Griekse woorden “oinos” (wijn) en “laimos” (keel), verwijzend naar het wijnkleurige branchiostegale membraan van de vis. Als Nederlandse naam wordt ook wel Chiquitano cichlide gebruikt.
Beschrijving
Algemene beschrijving: Bujurquina oenolaemus heeft een langwerpig lichaam met een relatief lange kop en snuit. De kleur van de kop en flank is geelachtig wit met een rokerige tint aan de zijkanten en een bruine rug. Er is een brede bruine suborbitale streep en een onduidelijk afgebakende middenlaterale vlek. De vinnen zijn lichtgrijs tot doorschijnend, met enkele hyaliene vlekken op de zachte dorsale vin en een zwarte rand aan de anale vin. Deze vissoort kan een maximale totale lengte van ongeveer 9 a 10 centimeter bereiken.
Mannetjes hebben doorgaans langere vinnen dan vrouwtjes. Er zijn geen duidelijke gedragsverschillen tussen de seksen gemeld. Juvenielen hebben minder uitgesproken vinmarkeringen en een lichtere kleur dan volwassen exemplaren.
Bujurquina oenolaemus is een vreedzame vis die meestal in paren of kleine groepen leeft. Ze zijn niet schuw en vertonen interessant sociaal gedrag, vooral tijdens de voortplanting.
Biotoop
Bujurquina oenolaemus komt van nature voor in Bolivia, specifiek in het Aguas Calientes rivierbekken, dat deel uitmaakt van het Paraguay rivierbekken.
Deze vissoort leeft in rivieren, met name in de Rio Aguas Calientes, een thermale rivier waar de watertemperaturen kunnen oplopen tot 41°C. Hun natuurlijke habitat heeft een bodem van fijn wit zand en weinig onderwaterbegroeiing. De randen van het water zijn vaak kaal of licht begroeid.
Ze leven in een tropisch klimaat met constante watertemperaturen, zonder significante seizoensgebonden overstromingen of droogtes.
Dieet
In het wild voedt Bujurquina oenolaemus zich voornamelijk met slakken, kleine vissen en andere ongewervelden.
In het aquarium kunnen ze worden gevoerd met slakken, muggenlarven, artemia, diepvriesvoer en vlokkenvoer.
Het Aquarium
Een aquarium van minimaal 100 centimeter breed en 100 liter is geschikt voor een paar Bujurquina oenolaemus. Voor meerdere paren is een groter aquarium nodig, bij voorkeur met een inhoud van 200 liter of meer.
Het aquarium moet worden ingericht met fijn zand als substraat en voorzien zijn van voldoende schuilplaatsen zoals rotsen en hout. Planten kunnen worden toegevoegd, maar zijn niet essentieel. Het water moet licht zuur tot neutraal zijn met een pH tussen 6,5 en 7,8 en een temperatuur tussen 24 en 28°C.
Deze soort kan goed samenleven met andere vreedzame cichliden en kleine vissen zoals tetra’s en levendbarenden. Vermijd agressieve of veel grotere vissen.
Kweek Aquarium en Conditioneren
Bujurquina oenolaemus kan in een gewoon aquarium worden gekweekt, maar een speciaal kweekaquarium van ongeveer 100 liter met zacht, zuur water en een temperatuur van 26-28°C wordt aanbevolen. Gebruik een sponsfilter om de waterkwaliteit te behouden en zorg voor gedimd licht.
Conditioneer de vissen met een dieet van levend en diepvriesvoer zoals artemia en muggenlarven. Het is niet noodzakelijk om de man en vrouw tijdelijk te scheiden voor de kweek.
Het afzetten
Tijdens het afzetten worden de kleuren van de vissen intenser. Het hofmaken omvat het schoonmaken van een vlak oppervlak zoals een blad of steen, waar de eieren worden afgezet. Het paren vindt meestal in de ochtend plaats. De eieren worden in het zicht gelegd en bewaakt door beide ouders. Een legsel kan uit enkele tientallen tot honderden eieren bestaan, die klein en lichtgekleurd zijn.
Opgroeien van de jongen
De eieren komen na ongeveer 3-4 dagen uit, afhankelijk van de watertemperatuur. De jongen beginnen na ongeveer een week vrij te zwemmen. Beide ouders zorgen voor de jongen en begeleiden hen gedurende enkele weken. Ze pakken de jonge visjes op en nemen ze in hun muil mee ter bescherming. Ze geven de jonge visjes daarbij aan elkaar over.
Het eerste voer voor de jongen bestaat uit infusoria en later artemia-naupliën. Waterverversingen moeten regelmatig worden uitgevoerd om de waterkwaliteit hoog te houden. Ongeveer 50-70% van de jongen overleeft tot volwassenheid.
Conclusie
Bujurquina oenolaemus is een prachtige en interessante vissoort die geschikt is voor gevorderde aquariumliefhebbers. Ze zijn relatief vreedzaam en vertonen fascinerend sociaal gedrag, vooral tijdens de voortplanting. Het houden en kweken van deze soort vereist enige ervaring en aandacht voor waterkwaliteit en dieet, maar de beloning is een levendige en kleurrijke toevoeging aan elk aquarium.
Het is belangrijk om een goed ingericht aquarium te bieden met voldoende schuilplaatsen en een geschikt dieet om hun welzijn te garanderen. Met de juiste zorg kunnen deze vissen een waardevolle en boeiende aanvulling zijn op uw aquariumcollectie.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
David Rejdemyhr