Brachyplatystoma platynemum
Brachyplatystoma (Goliath meervallen) is is een subfamilie van meervallen uit de familie Pimolodidae waar een aantal van de grootste soorten meervallen onderdeel van uitmaken. Brachyplatystoma komt voor in de Amazone en Orinoco bassins in Zuid-Amerika. Hier leven ze in estuaria en diepere rivieren. Het zijn belangrijke consumptievissen.
De meeste soorten (maar niet alle) Brachyplatystoma migreren over lange afstanden stroomopwaarts om zich voort te planten. Gedurende migratie komen ze voornamelijk in white-river biotopen voor, aangezien black-water biotopen over het algemeen niet in voldoende voedsel voorzien voor de trekkende meervallen.
Brachyplatystoma is in 1862 beschreven en is ontleend aan de Griekse woorden Brachys, Platys en Stoma, welke respectievelijk kort, plat en bek betekenen. Alle Brachyplatystoma soorten hebben lange baarddraden, die voorbij de borstvinnen reiken en soms zelfs voorbij de staartvin. Jonge dieren hebben verlengde vinnen die uitlopen in lange sliertvormige vanen. Bij de meeste soorten verdwijnen deze bij het ouder worden. Brachyplatystoma onderscheidt zich verder van andere Pimolodidae door de afwijkende kaakspieren.
Brachyplatystoma platynemum wordt maximaal 100-117 cm lang (de meesten groeien echter tot rond 80 cm) en is van de meest gevangen consumptievissen van Colombia en Venezuela. De algemene naam ‘Kwijlende meerval’ dankt de vis aan de bewegende baarddraden.
is te onderscheiden van andere soorten door zijn bruin-grijze kleur, welke lichter wordt richting de buik. Nadat in de bovenstroom van de Amazone (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru) de eieren zijn uitgekomen worden de vislarven door de rivier meegenomen naar de rivierdelta. Naar schatting duurt deze reis 13-20 dagen. Jaarlijks kent de rivierdelta seizoensgebonden overstromingen, waarbij zoet water de rivierdelta instroomt. Jonge Brachyplatystoma zwemmen daarmee de brakke estuaria in en doen zich tegoed aan vissen en kreeftachtigen. Wanneer het zeewater terugvloeit trekken ze zich terug in de rivier. Vaak vormen de dieren in deze levensfase grote scholen. Na 3 jaar starten ze een massale migratie stroomopwaarts. Gedurende deze trek worden ze massaal bevist. Het vermoeden is dat de dieren trekken naar hun individuele gebied van herkomst.
Aquarium
In lijn met de pelagische aard is Brachyplatystoma platynemum een actieve zwemmer. Ze rusten vrijwel nooit en doen qua zwemwijze erg aan haaien denken. Anders dan veel andere meervalsoorten is Brachyplatystoma platynemum ook niet territoriaal. Met een maximaal formaat van 100-117 cm en het instinct dat tot migratie aanzet, is deze soort nauwelijks aan te raden voor een aquarium. Het zijn roofdieren waarvan het menu bijna volledig uit vis bestaat, wat betekent dat kleine vissen worden verslonden. De dieren zijn in het aquarium verder vreedzaam naar vissen die niet in de bek passen.
De inrichting van het aquarium is voor de dieren niet belangrijk, mits voldoen wordt aan de volgende vereisten:
- Gedempt licht (het zijn overwegend diepwatervissen)
- Lichte stroming
- Zand-achtige bodem
- Veel zwemruimte
- Zuurstofrijk water
Zoals veel grote meerval soorten zijn de dieren uitgerust met zeer gevoelige zintuigen, zodat ze ook in omstandigheden met weinig zicht kunnen fourageren. Waarschijnlijk is het dan ook raadzaam de dieren niet in een dichtbevolkte bak te huisvesten, om overgevoeligheid voor impulsen te voorkomen. Als typische rivierbewoner zijn ze gevoelig voor de waterkwaliteit. Schoon water met een hoog zuurstofgehalte is vereist. Aangezien de dieren veel dierlijk voedsel nodig hebben vormen ze zelf ook een zware belasting voor de waterkwaliteit. Sterke filtratie en tijdige waterwisselingen zijn noodzakelijk. Een temperatuur tussen 22-28 graden en een PH tussen 6-8 volstaat. Er zijn berichten dat grote exemplaren erg stress-gevoelig zijn en dat daarom het uitvalpercentage bij vervoer hoog ligt.
Voeding
Het menu van Brachyplatystoma bestaat bijna volledig uit vis. Meestal zijn ze goed te wennen aan dood alternatief voedsel, zoals mossel, stukken vis, inktvis en garnalen. Beperk bij volwassen dieren het voeren tot 1 a 2 keer per week, omdat anders obesitas gerelateerde ziekteverschijnselen optreden. Voor jonge dieren kan een iets hogere frequentie worden aangehouden.
Kweek
Gegeven de complexe levenscyclus is kweek in gevangenschap waarschijnlijk onmogelijk.
Video
Copyright fotos
Enrico Richter – Amazonpredators