Boraras naevus
Boraras naevus is pas in 2001 ontdekt en in 2011 door Conway en Cottelat beschreven. Samen met de Boraras brigittae (Vogt), Boraras maculatus (Duncker), Boraras merah (Kottelat), Boraras micros (Kottelat & Vidthayanon) en Boraras urophthalmoides (Kottelat) vormen het hele geslacht Boraras binnen de familie Cyprinidae.
Beschrijving
Deze soort blijft zeer klein. Een volwassen vrouw kan een centimeter of 2 worden, de mannen blijven zelfs nog iets kleiner. In tegenstelling tot de andere Boraras soorten is bij de Boraras naevus een verschil in kleur te zien tussen de man en de vrouw. De man is veel feller gekleurd dan het vrouwtje. De voorste donkere vlek op de flank is bij de man ook groter dan bij de vrouw. De vrouw is echter wel wat voller en groter dan de man. De man kleurt oranje/rood waar de vrouw een wat blekere variant hiervan is.
Deze soort is een echte scholenvis en moet dan ook met meerdere soortgenoten samen worden gehouden. Ze zijn redelijk timide, hierdoor (en natuurlijk hun geringe afmeting) zijn ze niet echt geschikt als scholenvis in een gezelschapsaquarium. Als je ze houdt in een wat grotere school vanaf zo’n 10 visjes kun je hun natuurlijke onderlinge gedrag zien en zijn ze ook wat minder verlegen. Doordat de mannen dan onderling kunnen strijden om de vrouwen zullen ze ook wat fellere kleuren laten zien.
Biotoop
Deze kleine vis wordt uitsluitend gevonden in Thailand waarbij het type exemplaar is gevangen in een moeras zo’n 83 kilometer ten noorden van de stad Surat Thani. Ze worden verder gevonden in het stroomgebied van de Tapi River. Er zijn verder soortgelijke visjes gevonden elders in Thailand die heel erg op deze soort lijken.
De vissen komen voornamelijk voor in moerassen en drasland in helder water waar ze beschutting zoeken tussen dikbegroeide gedeeltes van het water.
Dieet
In het wild eet deze micro jager klein levend voer zoals kleine insecten, wormpjes, kreeftachtigen en zooplankton. In het aquarium kunnen ze worden gevoerd met klein droogvoer afgewisseld met klein diepvries of levendvoer zoals artemia en watervlooien.
Het Aquarium
Het aquarium voor deze kleine visjes moet naar verhouding redelijk groot zijn. De mannen vormen bij de paring een tijdelijk territorium waaruit ze de andere mannen wegjagen. Voor een groepje vanaf zo’n 10 visjes is een aquarium nodig van minimaal 40 centimeter lang. Het aquarium kan worden ingericht met veel planten waartussen de vissen een veilig heenkomen kunnen zoeken. De bodem kan bestaan uit zand of fijn grind.
De temperatuur van het water kan liggen tussen de 24 en 28 graden maar let op: In de natuur hebben vissen te maken met schommelende temperaturen. Gedurende lange tijd vissen op de minimum of maximum temperatuur houden is niet altijd gewenst en kan de gemiddelde levensduur van de dieren bekorten.
Kweek Aquarium en conditioneren
Om echt te kweken met deze visjes is een of meerdere aquariums nodig waarbij de bodem bestaat uit een fijn rooster waar de eieren net doorheen kunnen vallen maar de ouderdieren er niet doorheen kunnen. Als alternatief kun je ook gebruik maken van een mat fijn kunstgras. De vezels hiervan zijn klein genoeg voor de eieren maar de ouders kunnen er niet tussen komen. Een klein aquarium van zo’n 15 liter per stuk is voldoende. Het aquarium kan qua inrichting verder kaal blijven maar de eieren worden doorgaans afgezet tussen fijnbladige planten of bijvoorbeeld Javamos. Gebruik een fijn sponsfilter op lucht om het bakje te filteren, de jongen zijn erg klein en een motorfilter is te sterk voor ze.
Het water voor het kweekaquarium moet relatief zacht/zuur zijn met een pH van 5.0 tot 6.5. De temperatuur rond de 26 tot 28 graden voor het beste resultaat.
Voer de ouderdieren goed met afwisselend en levend voer voordat je ze in het kweekaquarium plaatst. Per aquarium kun je tijdelijk twee of drie paartjes plaatsen.
Het Afzetten
Elke dag zetten de ouderdieren een paar eieren af. Dit gebeurd doorgaans tussen fijnbladige planten of mos. Na een paar dagen moeten de ouders verwijderd worden. De eieren komen dan uit en kunnen door de ouders voor prooi worden aangezien.
Opgroeien van de jongen
De eieren komen na 2 dagen uit. De eerste dag teren de jongen nog op de dooierzak. Daarna kunnen ze worden gevoerd met zeer klein voer als infusoria en pantoffeldiertjes. Na ongeveer een week zijn ze groot genoeg om ook artemia naupliën en micro wormpjes te kunnen eten.
De jongen zijn gevoelig voor schommelingen in de waterwaardes. Ververs dus kleine beetjes per keer en zorg dat de watersamenstelling gelijk blijft.
Conclusie
Een leuk klein visje die ook in het gewone aquarium nog wel eens voor jongen zorgt. Gelet op zijn geringe lengte is naar verhouding toch wel een wat groter aquarium nodig dan je zou verwachten. De kleur van dit visje steekt heel mooi af tegen het groen van de meeste aquarium planten.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Peter Maguire
Bronnen