Betta imbellis – Kleine Kempvis of Sikkelkempvis
Betta imbellis kan een lengte bereiken van maximaal 5,5 centimeter voor het mannetje en 5 centimeter voor het vrouwtje. Deze vis lijkt veel op de Siamese Kempvis – Betta splendens, alleen is de Kleine Kempvis kleiner en heeft minder grote vinnen. De kleuren zijn ongeveer hetzelfde. De mannetjes hebben langere vinnen dan het vrouwtje, en ze hebben ook meer kleur.
De volwassen vrouwtjes hebben onder aan de buik een legbuis, die te zien is als een wit uitstekend puntje. In tegenstelling tot de Betta splendens, welke meestal rode kieuwdeksels heeft, heeft de Betta imbellis donkere, groenige kieuwdeksels.
Herkomst
Maleisië, Indonesië, Zuid Thailand.
Het Aquarium
Voor deze vissen is een aquarium nodig van minimaal 80 centimeter, maar een aquarium van boven 100 cm is eigenlijk een beter onderkomen. De bak dicht beplanten met planten die tot het wateroppervlak reiken, en inrichten met kienhout en stenen om voldoende schuilplaatsen te maken. Zo kunnen ze elkaar ontwijken en vluchten indien onderlinge gevechtjes uitbreken. Drijfplanten zijn verplicht om het felle licht wat te breken. Hier houden labyrinthvissen over het algemeen niet van en hier is de Betta imbellis zeker geen uitzondering op. Ze schuilen daarnaast graag tussen de wortels van het drijfgroen en ze zullen zich veiliger voelen bij het happen naar lucht boven het water, omdat ze meer verscholen liggen.
Gebruik een donkere bodem. Hierdoor voelen de kempvisjes zich veiliger en hun kleuren komen mooier uit. Het is beter om weinig stroming in het water te creëren, omdat de vissen zich dan beter “staande” kunnen houden. Ze wennen echter wel aan stroming, mits deze zeer geleidelijk wordt opgebouwd. In de broedtijd echter, zal stroming het schuimnest kapot maken, wat frustrerend zal werken.
Het is noodzakelijk om een dekruit of aquarium met dichte kap te gebruiken, omdat anders de temperatuur tussen de lucht en het water teveel zal verschillen en de luchtvochtigheid te laag zal zijn boven het wateroppervlak. Hier worden de Betta’s verkouden van en meestal overleven ze dit niet.
Daarnaast is de Betta imbellis een goede springer en in geval van nood willen ze nogal eens boven het water uit springen.
Water
Temperatuur: 24-29 graden.
PH: 6-7,5
GH: 5-10
Zuurstofhoeveelheid is niet zo van belang, aangezien ze zelf hun labyrint kunnen gebruiken om boven water adem te halen, als dat nodig is. Geen zout toevoegen, aangezien Betta imbellis hier niet goed tegen kan. Hooguit in geval van ziekte kan een klein theelepeltje per 10 liter toegevoegd worden, maar kijk goed uit of de Betta’s geen beschadigde kieuwen, schubben of huid hebben van een eerder gevecht, want dan kan het zout gemeen bijten in de wondjes. Tevens kan de temperatuur dan een paar graden omhoog gebracht worden tot 27 graden, mits je andere vissen er tegen kunnen. Beter is om de vis in quarantaine te zetten.
In de natuur hebben vissen te maken met schommelende temperaturen. Gedurende lange tijd vissen op de minimum of maximum temperatuur houden is niet altijd gewenst. Dit kan de gemiddelde levensduur van de dieren bekorten.
Dieet
Als voedsel kun je levend voer of diepvriesvoer geven zoals muggelarven, watervlooien, artemia, en cyclops, ook af en toe kleine stukjes sla en droogvoer kan gegeven worden, zorg voor voldoende afwisseling.
Karakter
De Betta imbellis is minder territoriumvormend dan zijn grotere broer de Betta splendens. In een groter aquarium (vanaf 1.50 meter) kunnen 2 mannetjes gehouden worden met meerdere vrouwtjes, bijvoorbeeld in een harem van 2 m.- 4 vr., maar in een kleiner aquarium is het beter om maar 1 koppeltje te houden of een mannetje met twee tot drie vrouwtjes, anders vechten de mannetjes elkaar dood. Ze zijn vreedzaam tegenover andere bewoners, mits deze niet al te grote sluiervinnen en –staarten hebben of te fel gekleurd zijn.
Niet samenhouden met Sumatraantjes en andere bijterige barbeelsoorten, want die kunnen in de vinnen bijten van de Betta´s. Ook is het af te raden Betta’s bij te drukke en levendige vissen te houden. Ze zijn erg op hun rust gesteld. De Betta imbellis is een tamelijk sterk visje dat zich ophoudt in de middelste en bovenste lagen van het aquarium en af en toe ook eens zal rondscharrelen op de bodem op zoek naar wat lekkers.
Kweek van de Betta imbellis
Het mannetje begint met het maken van een schuimnest. Dat ziet eruit als een heleboel aan elkaar geplakte luchtbelletjes, welke hij met behulp van zijn labyrint maakt. Meestal zal het mannetje hier drijfplanten voor gebruiken om zijn belletjes in vast te hangen, of wanneer dat niet kan, tot het water reikende waterplanten zoals Vallisneria. Soms kan ook de draad van de verwarming gebruikt worden, of de buizen van het filter.
Wanneer het mannetje begint met bouwen, dan is hij klaar om te paren en zal op zoek gaan naar een vrouwtje waarmee hij wil paren. Hij zal zelf zijn vrouwtje uitkiezen en de vrouwtjes onderling doen goed hun best om in de smaak te vallen. Het mannetje en de vrouwtjes onderling zullen hierbij mogelijk tamelijk onschuldige gevechten houden om indruk te maken. Het vrouwtje zal van streeppatroon wisselen als ze klaar is om te paren. In plaats van de horizontale schrikstrepen, zal ze de verticale paringsstrepen tonen. Wanneer dit het geval is en het mannetje probeert haar mee te krijgen, dan hebben we twee kandidaten gevonden voor de kweek.
Het Kweek Aquarium
Gebruik een kweekbak zonder stroming in het water (i.v.m. het schuimnest) en doorvoedt de ouders eerst goed met zwarte muggenlarven. Zorg voor een paar stenen (schuilplaatsen voor het vrouwtje) en een stukje drijvend tempex van 10 bij 10 cm of drijfplanten voor het schuimnest in te bouwen. Zorg dat ze hun buikjes lekker rond hebben, want er komt een zware tijd aan. De temperatuur mag naar 29/30 graden. De waterstand mag tot 12 tot 15 cm zakken. Dit omdat het mannetje dan niet steeds zo ver op en neer hoeft om de eitjes op te rapen. Dit zal veel energie besparen en de kans verkleinen dat hij eitjes niet ziet en vergeet in het nest te stoppen. Eitjes die eenmaal op de grond liggen, worden genegeerd.
Om er zeker van te zijn dat het mannetje en het vrouwtje het met elkaar kunnen vinden, kun je het best eerst het vrouwtje in de kweekbak laten wennen en haar in een afgesneden colafles zetten als ze gewend is. Daarna zet je het mannetje erbij. Hij zal even moeten wennen en zijn agressie niet meteen botvieren op het vrouwtje. Doe je het andersom, dan heeft het mannetje mogelijk al een territorium gevormd en wordt het vrouwtje hier niet in geduld. Door de afgesneden colafles kunnen ze aan elkaar wennen, zonder elkaar echt te beschadigen.
Het afzetten van de eieren
De man zal ondertussen weer ijverig een nieuw schuimnest gaan maken en het is daarom van belang nu de lichtkap of dekruit niet meer te openen. Het nest zal dan instorten. Als je het gevoel hebt dat ze elkaar leuk vinden en de vrouw toont duidelijk haar paringsstrepenpatroon, dan is het tijd om de fles weg te halen en ze bij elkaar te laten. Observeer goed of het vrouwtje niet te hard wordt aangepakt door het mannetje. Wanneer hij zijn kieuwen opzet en zijn vinnen volledig spreidt, is dit niet erg. Echter als hij ook de keelzak opzet en zijn vinnen niet voluit spreidt, dan is het beter om nog even te wachten. Het mannetje accepteert dan het vrouwtje niet.
Als het wel goed gaat, laat ze dan rustig hun gang gaan. Het paren zal dan vrij vlug beginnen en kan enkele uren duren.
Het mannetje imponeert het vrouwtje met zijn vinnen en omstrengelt haar onder het nest, na een paar keer zal het vrouwtje eitjes lossen en als dood blijven drijven onder het nestje. Het mannetje vangt de eitjes op en spuugt ze in het schuimnest. Dit kan zo enkele uren duren.
Na de eiafzetting het vrouwtje uitvangen anders wordt ze de dood ingejaagd door het mannetje. Het beste is om haar even op een rustig plaatsje op adem te laten komen en haar rust te gunnen, omdat haar vinnen waarschijnlijk flink gerafeld zijn door het heftige paringsgedrag. Dit is geen ramp en hier hersteld ze snel van.
Opgroeien van de jonge Betta imbellis
Het mannetje verdedigt fel zijn nest en indringers worden absoluut niet geduld binnen een straal van 30 tot 50 cm binnen het nest. Daarom gebruiken we o.a. de kweekbak. Laat de lamp vanaf nu continu branden tot de eieren uitgekomen zijn. De jongen komen na 1 à 2 dagen uit. Het mannetje zal zo zijn aandacht bij het nest houden en eigenlijk ook niet veel eten, omdat hij zijn nest zeer trouw wel blijven. Hij zal continu bezig zijn met het verplaatsen van de eitjes en het bijmaken van belletjes.
Als de jongen uitkomen, dan kan ook het mannetje uitgevangen worden. Bij mij is het niet zo geweest dat de man de kleintjes opeet, maar anderen beweren wel dat dit gebeurt. Het kan in elk geval geen kwaad de man te verwijderen, want de jongen zullen meteen voor zichzelf zorgen. In het begin zullen ze nog geen voer accepteren en gewoon een beetje onder het nest hangen met hun staartje naar beneden tot de dooierzak op is. Het is beter om dan nog niet te voeren, in verband met het water vervuilende karakter van het voer.
Ververs de eerste vier weken ook absoluut geen water. De schommelingen in kwaliteit en temperatuur verdragen de jongen slecht. De jongen kun je opkweken met stofvoer, fijngewreven droogvoer of artemia-naupliën. Ze zullen echter ook flink door het aquarium scharrelen naar allerlei infuusdiertjes.
De jongen groeien langzaam en zijn waarschijnlijk pas na een half jaar tot 9 maanden geslachtsrijp. Mannetjes gaan elkaar wel al eerder bevechten. Houdt hier rekening mee.
Video
Auteur
Coby – Dusty Vesters
Copyright foto’s
Dusty Vesters
Michael Lo
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.