Betta enisae
Betta enisae is in 1995 beschreven door Kottelat. De soort is vernoemd naar Mevrouw Enis Widjanarti.
Herkomst
Het type exemplaar is gevangen bij Sungai Santik; Borneo. Andere vangst locaties zijn Kapuas river basin; Borneo en Sanggau gebied – Hulu gebied; Borneo.
Lengte
Ze kunnen een totale lengte bereiken van zo’n 90 mm (TL).
Houden van Betta enisae
Betta enisae is een rustige soort welke niet agressief is jegens medebewoners maar wel iets tegen de eigen soort. Vooral jonge mannetjes zijn tegen elkaar regelmatig agressief evenals de vrouwtjes onderling. Deze laatsten zijn ook agressief tegenover niet-dominante mannetjes. Betta enisae verlangt een ruime bak van minimaal 100 cm maar langer zou veel beter zijn voor 1 paartje. Aangezien deze soort van schuilplaatsen houdt moet de bak goed beplant worden en een degelijke filtering hebben. In het wild komt deze Betta voor in helder tot lichtbruin water met pH 5.5 – 6.5, GH 0 – 1, KH 0 – 1 en een temperatuur die ligt tussen de 26° en 27°C.
Voortplanting van Betta enisae
Betta enisae is een muilbroeder. Ook bij deze soort laat zich het bekende ‘balspel’ zien; tijdens de voortplanting neemt het vrouwtje de eieren in de muil en vervolgens spuugt het vrouwtje er enkele naar het mannetje. Als deze vlug genoeg is krijgt het vrouwtje geen kans om ze snel terug te pakken. Dit heeft een aantal keren nodig voordat het mannetje in bezit is van alle eieren. Na de voortplanting houdt het mannetje zich schuil tussen de beplanting. Na 10 dagen worden de jongen losgelaten en hebben al een lengte van bijna 10 mm. Na 9 maanden zijn ze volledig uitgegroeid.
Auteurs
Henk Grundmeijer – Stefan vd Voort – Nederlandse Vereniging voor Labyrintvissen
Gepubliceerd in overleg met het bestuur
Copyright foto’s
H. Linke