Awaous flavus

Awaous flavus

Awaous flavus is een interessante vissoort die behoort tot de grondels. Deze soort is voor het eerst beschreven door de Franse zoöloog Achille Valenciennes in 1837.

In het Nederlands wordt deze vis vaak aangeduid met zijn wetenschappelijke naam, Awaous flavus. Populaire Engelse namen zijn onder andere ‘Striated river goby’, ‘Candy stripe goby’ en ‘Brazilian pinstripe goby’. Het is een type grondel, een term die in het Nederlands wordt gebruikt voor vissen uit de orde Gobiiformes, waartoe deze soort behoort. Awaous flavus valt onder de familie Gobiidae, de grondels.

De geslachtsnaam Awaous is een latinisering van ‘awao’ of ‘awaou’, de lokale naam voor A. ocellaris in Tahiti. De soortnaam flavus betekent ‘geel’, wat verwijst naar de geelachtige lichaamskleur van de vis.

Synoniemen: Gobius flavus, Euctenogobius badius, Euctenogobius strigatus, Gobius kraussii, Awaous decemlineatus

Beschrijving

Awaous flavus heeft een langwerpig lichaam en een kop die wat afgeplat is. De basiskleur van het lichaam is meestal geelachtig, wat ook terugkomt in de soortnaam ‘flavus’ die ‘geel’ betekent. Over het lichaam verspreid zijn donkere strepen of vlekken te zien. De vinnen zijn vaak transparant of lichtgekleurd.

Wat betreft de grootte, bereikt deze grondel in het wild een maximale lengte van ongeveer 9 centimeter.

Verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes

Het is niet eenvoudig om mannetjes en vrouwtjes van Awaous flavus van elkaar te onderscheiden op basis van opvallende uiterlijke kenmerken. De belangrijkste manier om de geslachten te bepalen, is door te kijken naar de genitale regio. Mannetjes hebben hier vaak een smallere, iets langer uitlopende genitale papil, terwijl vrouwtjes in dit gebied rondere contouren vertonen.

Er is ook een klein verschil in grootte: mannetjes kunnen tot 9 centimeter lang worden, terwijl vrouwtjes doorgaans tussen de 7 en 9 centimeter blijven. Tijdens de paartijd kunnen mannetjes agressiever worden en hun territorium feller bewaken.

Gedrag en temperament

Over het algemeen is Awaous flavus een vreedzame vis die goed kan samenleven met andere rustige vissen. Echter, ten opzichte van soortgenoten kan hij territoriaal zijn, vooral tijdens de paartijd. In zijn natuurlijke leefomgeving leeft deze grondel voornamelijk alleen of in paren en vormt hij territoria die hij verdedigt tegen andere Awaous flavus.

De vis is een bodembewoner en brengt veel tijd door met graven in het substraat op zoek naar voedsel. Hoewel hij territoriaal kan zijn, kan de soort zowel individueel als in een groep gehouden worden, mits het aquarium groot genoeg is om stress en territoriumgevechten te voorkomen.

Biotoop

Awaous flavus is een vis die voornamelijk voorkomt in de zoetwateromgevingen van Zuid-Amerika. Deze grondel is inheems in verschillende landen aan de oostkust van Zuid-Amerika. Awaous flavus is te vinden in:

• Brazilië
• Colombia
• Guyana
• Suriname
• Venezuela

Type water en habitat

Awaous flavus leeft voornamelijk in zoetwater, met name in kustrivieren die toegang hebben tot brak- of zeewater. Dit betekent dat ze een relatief hoge tolerantie hebben voor zout. Hoewel ze vaak in de buurt van de kust te vinden zijn, kunnen sommigen ook verder landinwaarts voorkomen.

Het natuurlijke habitat van de Awaous flavus wordt gekenmerkt door zandige bodems. De vissen brengen veel tijd door met graven in dit substraat, op zoek naar voedsel.

Klimaat

Aangezien de Awaous flavus voorkomt in tropische kustrivieren in Zuid-Amerika, leeft de vis in een tropisch klimaat. Dit betekent dat de watertemperaturen over het algemeen warm en stabiel zijn, zonder grote seizoensgebonden schommelingen zoals in gematigde zones.

Dieet

Awaous flavus is een omnivore vis die zich voedt met een verscheidenheid aan voedselbronnen, zowel in zijn natuurlijke omgeving als in het aquarium.

Voedsel in het wild

In zijn natuurlijke habitat, de kustrivieren met zandige bodems, voedt de Awaous flavus zich door voedsel met zijn bek uit het zand te filteren. Dit betekent dat hij kleine organismen en organisch materiaal dat in het substraat leeft of zich daar heeft afgezet, consumeert. De vis is een bodembewoner en besteedt veel tijd aan het zoeken naar voedsel op deze manier.

Voedsel in het aquarium

In een aquariumomgeving is de Awaous flavus niet kieskeurig en accepteert hij een breed scala aan voedsel. Het is een omnivoor, wat betekent dat hij zowel plantaardig als dierlijk materiaal eet.

Geschikt voedsel voor de Awaous flavus in het aquarium omvat:

• Droogvoer: De vissen accepteren droogvoer, mits het fijnkorrelig genoeg is om uit het zand te kunnen filteren of van de bodem te eten.
• Levend of bevroren voedsel: Kleine insecten en ander levend of bevroren voedsel dat naar de bodem zinkt, wordt graag gegeten. Denk hierbij aan muggenlarven, artemia of daphnia.
• Algen: De vis eet ook algen.

Het is belangrijk om een gevarieerd dieet aan te bieden om de gezondheid en vitaliteit van de Awaous flavus te waarborgen.

Het Aquarium

Het inrichten van een geschikt aquarium voor de Awaous flavus is belangrijk voor het welzijn van deze grondel. Hieronder vind je de richtlijnen voor de minimale aquariumgrootte, inrichting, waterwaarden en geschikte medebewoners.

Minimale aquariumgrootte

Voor het houden van de Awaous flavus wordt een minimale aquariumlengte van 120 centimeter aanbevolen. Gezien de territoriale aard van de vis, vooral ten opzichte van soortgenoten, is een groter aquarium altijd beter, zeker als je meerdere exemplaren wilt houden.

Inrichting

De inrichting van het aquarium moet de natuurlijke leefomgeving van de Awaous flavus nabootsen. Een cruciaal element is de bodem:

• Substraat: Zorg voor een zandige bodem. Dit is essentieel omdat de vissen hun voedsel uit het zand filteren . Ze brengen veel tijd door met graven in het substraat op zoek naar voedsel.
• Schuilplaatsen: Bied voldoende schuilplaatsen aan. Dit kan door middel van stenen en hout. Deze schuilplaatsen zijn belangrijk voor de vissen om zich terug te trekken en hun territorium af te bakenen.
• Stroming: Awaous flavus kan gehouden worden in aquaria met veel stroming, maar dit is geen vereiste.

Geschikte waterwaarden

Awaous flavus gedijt goed bij de volgende waterwaarden:

• Temperatuur: Tussen de 24 en 28 graden Celsius .
• Hardheid: Een waterhardheid van 5 tot 15 °dH (Duitse graden hardheid) .
• Zuurtegraad (pH): Een pH-waarde tussen 6,5 en 7,5 .

Deze vissen komen van nature voor in kustrivieren met toegang tot brak- of zeewater en hebben een relatief hoge tolerantie voor zout. Dit betekent dat ze ook in licht brakwater gehouden kunnen worden, hoewel de genoemde waarden voor zoetwater zijn.

Geschikte en ongeschikte medebewoners

Awaous flavus is over het algemeen een vreedzame vis en kan goed samenleven met andere vreedzame vissen . Het is echter belangrijk om rekening te houden met zijn gedrag ten opzichte van soortgenoten:

Soortgenoten: De vis is territoriaal ten opzichte van soortgenoten, vooral tijdens de paartijd. Hoewel de soort zowel individueel als in een groep gehouden kan worden, is voldoende ruimte cruciaal om stress en territoriumgevechten te voorkomen .

Ongeschikte medebewoners: Vermijd actieve of agressieve vissen die de Awaous flavus kunnen intimideren of die concurreren om bodemvoedsel. Vissen die te klein zijn en als prooi kunnen worden gezien, zijn ook niet aan te raden.

Kweek Aquarium en Conditioneren

Het kweken van Awaous flavus in het aquarium is een bijzondere uitdaging, vooral vanwege de amfidrome levenscyclus van deze soort. Dit betekent dat de larven na het uitkomen naar brak of zout water migreren om daar verder te ontwikkelen, voordat ze terugkeren naar zoet water als juvenielen.

Kweekaquarium

• Type aquarium: Een gewoon zoetwateraquarium kan worden gebruikt voor het kweken en afzetten van de eieren. Gebruik hiervoor een aquarium van ongeveer 110 liter, ingericht als een soortaquarium met een zandbodem.
• Inrichting: Geef het aquarium een zandige bodem, wat essentieel is voor het natuurlijke gedrag van de vissen. Schuilplaatsen, zoals halve kokosnoten met een kleine opening, kunnen worden gebruikt als afzetplaatsen voor de eieren.
• Waterwaarden: Houdt de temperatuur rond de 26°C, vergelijkbaar met de natuurlijke omstandigheden.

Conditionering

• Voer: Conditioneer de vissen met een gevarieerd dieet van levend, droog en diepvriesvoer. Dit stimuleert de kweekbereidheid en zorgt voor gezonde, vitale dieren.
• Groepssamenstelling: De beste resultaten worden behaald met een groep en ratio van vier vrouwtjes en twee mannetjes. Dit voorkomt overmatige agressie en verhoogt de kans op succesvolle paringen.
• Gedrag: Tijdens de paartijd worden de mannetjes opvallend agressiever en vertonen ze baltsgedrag, zoals het spreiden van de vinnen, zijwaartse displays en het openen van de bek. De mannetjes kleuren dan diepzwart met feloranje accenten op de rugvin.

Het Afzetten

Het afzetten van de eieren bij Awaous flavus is een fascinerend proces, waarbij de mannetjes een belangrijke rol spelen in de voorbereiding en bescherming.

Kleuren tijdens afzetten en hofmakerij

Tijdens de paartijd ondergaan de mannetjes een opvallende kleurverandering. Ze kleuren diepzwart en ontwikkelen feloranje accenten op hun rugvin. Dit dient waarschijnlijk om vrouwtjes aan te trekken en rivaliserende mannetjes te imponeren. De hofmakerij omvat baltsgedrag waarbij de mannetjes hun vinnen spreiden, zijwaartse displays uitvoeren en hun bek openen. Ze worden ook agressiever en bewaken hun territorium feller in deze periode.

Afzetlocatie en tijdstip

Awaous flavus is een substraatbroeder. In een aquariumomgeving zijn halve kokosnoten met een kleine opening succesvol gebruikt als afzetplaatsen. Dit suggereert dat ze in het wild waarschijnlijk eieren afzetten in grotten, onder stenen of in andere beschutte holtes in het substraat.

Type broedzorg

Awaous flavus vertoont broedzorg. De mannetjes bewaken de eieren actief na het afzetten. Dit duidt op een vorm van grotbroedzorg of substraatbroedzorg, waarbij de eieren op een vast oppervlak worden afgezet en door één of beide ouders worden beschermd.

Opgroeien van de Jonge Vissen

Het opgroeien van de jonge Awaous flavus is het meest uitdagende aspect van de kweek, voornamelijk door hun amfidrome levenscyclus en de specifieke behoeften van de larven.

Duur tot uitkomen en vrij zwemmen

De eieren van de Awaous flavus komen relatief snel uit. Dit gebeurt al in ongeveer 12,5 uur na het afzetten, wat typerend is voor amfidrome grondels.

Direct na het uitkomen zijn de larven nog zeer onontwikkeld, ongeveer 1,1 mm lang. Ze worden prolarven genoemd en drijven verticaal in het midden van de waterkolom, met de kop naar beneden. Af en toe zwemmen ze omhoog om hun positie te behouden. In dit stadium zijn de ogen nog niet gepigmenteerd en kunnen de larven nog niet eten; ze leven van hun grote, vlekkerige dooierzak.

Na ongeveer 100 tot 108 uur (tussen 4 en 5 dagen) beginnen de larven een horizontale positie aan te nemen. Op dit punt zijn ze ongeveer 1,7 mm lang en hebben ze volledig gepigmenteerde ogen. Kort hierna zijn de larven klaar om te beginnen met eten.

Ouderzorg (wie, hoe lang)

De broedzorg voor de eieren wordt uitsluitend door het mannetje uitgevoerd . Nadat het vrouwtje de grot heeft verlaten, sluit het mannetje soms de ingang van de afzetgrot af met zand en blijft hij binnen om de eieren te bewaaien. Soms verlaat het mannetje het nest ook kortstondig. Deze ouderzorg duurt tot de eieren uitkomen. Na het uitkomen van de larven is er geen verdere ouderzorg van de volwassen vissen, aangezien de larven passief met de rivierstroom naar brak of zout water drijven

Eerste voer, waterverversing, overlevingspercentage

Dit is het meest kritieke en tot nu toe onsuccesvolle deel van de kweek van Awaous flavus in gevangenschap.

• Eerste voer: Het is niet bekend wat de larven in het wild eten. De grootste moeilijkheid ligt in het vinden van een constante bron van voldoende klein, voedzaam en aantrekkelijk voedsel voor de extreem kleine larven. Het succesvol grootbrengen van de larven is tot op heden niet gelukt in gevangenschap.
• Waterverversing en omgeving: De larven moeten na het uitkomen worden overgebracht naar brak of zout water om te overleven en zich verder te ontwikkelen. Experimenten hebben aangetoond dat een zoutgehalte van 1.018 (specifiek gewicht) de beste resultaten gaf voor de overleving van de larven in de vroege stadia. De larven zijn echter zeer gevoelig voor waterwaarden.
• Overlevingspercentage: Hoewel een schatting van ongeveer 10.000 larven per legsel is gemaakt , is het overlevingspercentage in gevangenschap extreem laag, aangezien het nog niet gelukt is om de larven succesvol op te kweken tot juvenielen. Dit komt door de onbekende voedselbehoeften en de complexiteit van het nabootsen van hun natuurlijke mariene ontwikkelingsfase.

Bijzonderheden

Awaous flavus heeft een aantal opmerkelijke bijzonderheden:

Amfidrome Levenscyclus: Dit is de meest prominente bijzonderheid van Awaous flavus. De term “amfidroom” verwijst naar een regulier migratiepatroon tussen zoet en zout water dat niet direct gekoppeld is aan het afzetten van eieren, maar aan andere activiteiten zoals voeding. Bij de Awaous flavus betekent dit dat de extreem kleine larven in zoet water uitkomen en passief met de rivierstroom meedrijven naar estuaria of de oceaan. Daar ontwikkelen ze zich gedurende enkele weken of maanden in brak of zout water, voordat ze als juvenielen terugkeren naar de zoetwaterrivieren om daar verder te groeien, volwassen te worden en zich voort te planten. Deze complexe levenscyclus maakt het kweken in gevangenschap zeer moeilijk.

Behoefte aan Brakwater voor Langdurige Gezondheid: Hoewel de volwassen vissen in zoetwater leven en daar ook afzetten, vereisen Awaous flavus brakwatercondities voor een langdurig goede gezondheid in het aquarium. Het zoutgehalte moet hiervoor tussen 1.000 en 1.015 liggen . Dit benadrukt hun natuurlijke aanpassing aan kustrivieren die in verbinding staan met de zee.

Substraatfilteraar: Awaous flavus is een bodembewoner die zich voedt door kleine deeltjes uit het zandige of modderige substraat te filteren met zijn bek. Dit gedrag is belangrijk voor hun voeding en welzijn, en vereist een geschikte zandbodem in het aquarium.

Territoriaal Gedrag: Hoewel de vis over het algemeen vreedzaam is ten opzichte van andere soorten, kan hij territoriaal zijn ten opzichte van soortgenoten, vooral tijdens de paartijd. Mannetjes verdedigen dan een goede afzetplaats met aanzienlijke intensiteit, waarbij ze spectaculaire gevechten kunnen aangaan met wijd opengesperde bekken.

Opvallende Kleurverandering bij Mannetjes: Tijdens de paartijd ondergaan mannetjes een indrukwekkende kleurverandering, waarbij hun lichaam en vinnen diepzwart worden en hun rugvin feloranje accenten krijgt. Dit dient als onderdeel van hun baltsgedrag.

Conclusie

Awaous flavus is een intrigerende vissoort die, hoewel relatief onbekend in de aquaristiek, een interessante toevoeging kan zijn voor de ervaren liefhebber. Zijn unieke gedrag en levenscyclus maken hem tot een bijzonder studieobject.

Deze grondel heeft een langwerpig, geelachtig lichaam met donkere strepen of vlekken en kan een lengte bereiken van ongeveer 8 tot 9 centimeter. Mannetjes en vrouwtjes zijn subtiel te onderscheiden aan de genitale papil, en mannetjes vertonen tijdens de paartijd spectaculaire kleurveranderingen en territoriaal gedrag. Over het algemeen is de Awaous flavus vreedzaam ten opzichte van andere soorten, maar kan hij territoriaal zijn tegenover soortgenoten, vooral tijdens de voortplanting.

De natuurlijke habitat van Awaous flavus bevindt zich in tropische kustrivieren aan de oostkust van Zuid-Amerika, waaronder Brazilië, Colombia, Guyana, Suriname en Venezuela. Deze vissen leven voornamelijk in zoetwater met toegang tot brak- of zeewater, en geven de voorkeur aan zandige bodems waar ze hun voedsel uit filteren. Als omnivoor voedt Awaous flavus zich in het wild met kleine organismen en organisch materiaal uit het substraat, en in het aquarium accepteert hij een gevarieerd dieet van droogvoer, levend en diepvriesvoer, en algen .

Voor een succesvolle huisvesting in het aquarium is een minimale lengte van 120 tot 150 centimeter aanbevolen. Een zandige bodem is essentieel voor hun natuurlijke graafgedrag en voedselopname, aangevuld met voldoende schuilplaatsen zoals stenen en hout. De ideale waterwaarden liggen tussen 24-28°C, een hardheid van 5-15 °dH en een pH van 6,5-7,5. Hoewel ze in zoetwater leven, is een lichte toevoeging van zout (brakwatercondities) gunstig voor hun langdurige gezondheid.

De grootste bijzonderheid en tevens uitdaging van Awaous flavus is zijn amfidrome levenscyclus. De eieren worden in zoet water afgezet en bewaakt door het mannetje, maar de larven moeten na ongeveer 12,5 uur uitkomen en migreren naar brak of zout water om zich verder te ontwikkelen. Het succesvol opkweken van deze extreem kleine en gevoelige larven in gevangenschap is tot op heden niet gelukt, wat de kweek van deze soort uitzonderlijk moeilijk maakt.

Samenvattend is Awaous flavus een fascinerende bodembewoner die een goed ingericht, ruim aquarium met een zandbodem en stabiele waterwaarden vereist. Zijn amfidrome levenscyclus maakt hem tot een uitdaging voor kwekers, maar zijn unieke gedrag en uiterlijk maken hem tot een waardevolle aanwinst voor de toegewijde aquariaan.

Video

Copyright foto’s

Jan Bukkems – Aquavisie
Suephoto.com (originele website niet meer beschikbaar)
Aquariumglaser.de

Auteur

Referenties

A taxonomical revision of the genus Awaous Valenciennes 1837 (Pisces: Perciformes, Gobiidae) in Venezuela, with notes about its distribution and habitat – Oscar M. Lasso-Alcalá – Carlos Lasso – Juli 2008.
Breeding Awaous (Euctenogobius) flavus – The Quest to Rear Awaous flavus – Naomi Delventhal