Aulonocranus dewindti
Boulenger heeft al in 1899 de naam Aulonocranus dewindti gegeven. Aulonocranus bestaat uit 2 griekse woorden aulos = fluit en kranion = schedel. Het is ook de enige in het geslacht Aulonocranus.
Beschrijving
Net als bij veel andere soorten zijn de vrouwelijke Aulonocranus dewindti vrouwen een saai zilverkleurig. De mannen hebben blauwfluoriserende horizontale strepen op een gele ondergrond. De buik- en rugvinnen zijn doorgaans geel gekleurd, de anaal- borst en staarvin zijn donker van kleur.
De mannen kunnen in het wild een maximale lengte bereiken van zo’n 12 centimeter maar in het aquarium blijven ze doorgaans wat kleiner tot zo’n 12 centimeter. De vrouwen zijn iets kleiner dan de mannen en bereiken een maximale lengte van zo’n 10 centimeter.
Biotoop
De Aulonocranus dewindti kun je in vrijwel het gehele Tanganyika meer vinden, behalve in het noorden van Burundi. De vissen leven daar in de overgangsgebieden van zand naar rotsen in relatief ondiep water van 1 tot 10 meter. Ze komen verder ook voor in de rivieren de Rusisi en Lukuga
Dieet
In het wild eten ze vooral kleine kreeftachtigen. In het aquarium kun je ze voeren met vleesachtig voer als artemia, krill, fijn gehakte garnalen, mysis, cyclops, watervlooien etc. Ze nemen eigenlijk alle soorten voer wel aan. Belangrijk is om afwisselend te voeren om ze goed gezond te houden.
Het Aquarium
Om deze soort goed tot zijn recht te laten komen kun je hem beter houden als hoofdbewoner. Richt het aquarium in naar de wensen van de Aulonocranus dewindti door ze een paar grote rotspartijen te bieden met daaronder een dikke laag zand. Wissel dit eventueel af met wat grof zand en kiezelstenen, net zoals je op de plekken kunt vinden waar ze hun nesten bouwen. In een aquarium vanaf zo’n 150 centimeter kun je 1 man samenhouden met een groepje vrouwen. Pas vanaf ruim 200 centimeter zou ik overwegen om een tweede man toe te voegen mits er voldoende vrouwen voorhanden zijn.
Om de Aulonocranus dewindti gezond te houden is het echt noodzakelijk om de waterkwaliteit goed in de gaten te houden en regelmatig water te verversen. Zorg ook voor voldoende zuurstof in het water door voldoende waterbeweging en bijvoorbeeld gebruik te maken van een luchtsteentje.
Kweek van de Aulonocranus dewindti
In het wild bouwt de man een nestkrater onder aan een kleine rots. Deze burchten kenmerken zich door de aanwezigheid van grof zand en kiezels. In het aquarium doet de man eigenlijk hetzelfde, tegen een rots bouwt hij in het zand een nestkrater. Zodra deze klaar is zal hij proberen een vrouw het nest in te lokken. Als dit lukt broed de vrouw de eieren in haar muil uit. De uitgebroede jongen worden na een week of 3 door de vrouw uitgespuugd. Vanaf dan moeten ze voor zichzelf zorgen. Bij een vrouw die al meerdere nesten heeft groot gebracht kunnen dit tot zo’n 30 jongen zijn. De jongen kunnen worden gevoerd met pas uitgekomen artemia en fijngewreven vlokvoer. De jongen groeien in het begin vrij snel en kunnen binnen 4 weken een lente bereiken van bijna 2 centimeter.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Sue – Suephoto.com (niet meer beschikbaar)
Bronnen
Tanganyika.nl
Back to Nature Gids voor Tanganyika Cichliden Ad Konings (1e en 2e oplage)
Aquaticcommunity.com