Aulonocara sp. lwanda

De Aulonocara sp. lwanda

De Aulonocara sp. lwanda is een nog niet wetenschappelijk beschreven soort. Ze behoren tot het Aulonocara type “Jacobfreibergi”

Beschrijving

Naar verhouding tot de andere Aulonocara soorten is de Aulonocara sp. Iwanda vrij groot. De mannen kunnen zo’n 14 a 15 centimeter lang worden en zijn vrij fors gebouwd. De grondkleur is bruinachtig met. Op de kop en en het kieuwdeksel onder het oog zit een blauw iriserende vlek. Achter het kieuwdeksel is de kleur een goud/geel wat naar achteren toe donkerder wordt en overgaat in de bruine grondkleur. De rugvin is afgezet met een gele band. Hier en daar kun je blauwe accenten terugvinden op de vinstralen en schubben, afhankelijk van de kijkhoek. De vrouwen blijven zoals bij de meeste Aulonocara soorten een saai bruin.

Het zijn voor Aulonocara begrippen vrij drukke en dominante vissen die beter niet in een Aulonocara speciaal aquarium gehouden moeten worden. Beter is het om ze samen te houden met wat rustige sterkere en grote Utaka zoals Otopharinx of Placidochromis soorten.

Biotoop

In het Malawi meer wordt de Aulonocara sp. Iwanda gevonden nabij Hai Reef en Chiwindi in Tanzania op de grens met Mozambique. Daar bewonen ze de overgangs habitat van rotsen naar zand van het Malawi meer. De mannen kunnen worden gevonden in de rotsachtige gedeeltenop relatief ondiep water van 2 tot 7 meter.  Het malawimeer kent een zeer stabiele watersamenstelling door het opgesloten karakter van het meer.

Dieet

De voeding van deze Aulonocara bestaat uit kleine ongewervelde diertjes die in het zand leven. Ze duiken met hun bek in het zand en zeven het zand door hun kieuwen. De kleine voedseldiertjes blijven achter in de bek en het zand valt terug op de bodem. Hierna volgt een nieuwe duik in het zand. In het aquarium eet de Aulonocara sp. Iwanda vrijwel alles wat hem wordt aangeboden. Voer ze afwisselend met levend,  diepvries voer en malawi granulaat om de kleur mooi naar boven te halen.

Granulaat voer moet vóór het voeren even geweekt worden in water zodat het zacht wordt. Droog en scherp granulaat voer kan zorgen voor beschadiging en dus problemen met de ingewanden, dit geldt nog extra voor wildvang dieren. Deze soort kan ook teveel eten waardoor ze te dik worden. Voer ze dus spaarzaam en zorg dat al het voer binnen 5 minuten na het voeren op is.

Het Aquarium

Het aquarium moet voor deze grote Aulonocara ruim bemeten zijn. Een minimale lengte van 150 centimeter is wel aan te raden met een daarbij behorende inhoud van zo’n 400 liter. Het aquarium kan worden ingericht met een aantal rotsen en daartussen zand. Zorg ervoor dat het zand niet te grof en scherp is zodat de kieuwen bij het zeven niet worden beschadigd.

De temperatuur kan liggen tussen de 22 en 26 graden maar rond de 23 graden is prima (een lagere temperatuur is beter voor de energie rekening en ook voor de levensduur van de vissen). Het water mag vrij hard zijn met een pH van 7,5 tot 8,5. Als het kraanwater deze waarde niet bereikt kun je filteren over bijvoorbeeld gebroken schelpen (kippegrit) waardoor het water op natuurlijke wijze wat aanhard.

Het is aan te raden slechts één man te houden met twee of drie vrouwen. De mannen zijn onderling onverdraagzaam en vechten met elkaar om de vrouwen. Pas vanaf een aquarium groter dan 2,5  meter zou ik overwegen een extra man bij te plaatsen. Voor de vrouwen moet er tussen de rotsen voldoende ruimte zijn om te ontsnappen aan de aandacht van de man.

Kweek Aquarium en Conditioneren

Het kweek aquarium kan gewoon bestaan uit een gemengd aquarium met Malawi cichliden. Zorg er echter voor dat er zich  geen andere Aulonocara soort van het Jacobfreibergi type in het aquarium bevindt om te voorkomen dat er kruisingen ontstaan. Het aquarium moet zijn ingericht met rotsen en daartussen zand.

Het Afzetten

Tijdens het paringsritueel bezet de man een tijdelijk territorium. Hij lokt de vrouw door zijn mooiste kleuren op te zetten, zijn vinnen wijd uit te spreiden, zijn flank te tonen en te trillen. Als het vrouwtje bereid is om te paren laat ze zich verleiden om mee te gaan naar de door de man gekozen paaiplaats. Al om elkaar heen draaiend legt de vrouw haar eieren, de man draait eromheen en bevrucht ze waarna de vrouw de eieren in haar bek opneemt. Dit herhaalt zich totdat alle eieren zijn gelegd.

Opgroeien van de Jongen

De vrouw broed de eieren in haar muil uit. Na ongeveer 3 weken zijn de eieren uitgebroed en zijn het kleine visjes. De vrouw spuugt de jongen uit waarna ze op zichzelf zijn aangewezen. Ze zoeken een veilig heenkomen tussen de rotsen.

Als je met deze soort wil kweken is het raadszaam om de vrouw na een week of 2 uit te vangen en te verplaatsen naar een klein aquarium. Houdt dit aquarium zo kaal mogelijk maar geef de vrouw wel wat mogelijkheden om te schuilen tussen wat rotsen om stress te voorkomen. Na het uitspugen van de jongen eet ze de eerste paar uur nog niet. Je hebt dan rustig de tijd om de vrouw uit te vangen en terug te plaatsen in het grotere aquarium. De jongen kun je voeren met fijngewreven vlokken en bijvoorbeeld verse artemia. Omdat de jongen heel weinig eten voer je ze al snel te veel. Door de bodem kaal te houden is het makkelijk om overtollig voer dagelijks af te zuigen om zo de waterkwaliteit optimaal te houden.

Conclusie

De Aulonocara sp. lwanda is een juweeltje om te zien in het aquarium. Het is wel een soort met een stevig karakter waardoor je hem het liefst samen houdt met wat grotere, sterke maar rustige Utaka.

Auteur

John de Lange

Copyright foto’s

J. de Lange  – Eigenaar vissen: Menno van den Brink