Aponogeton ulvaceus
Aponogeton ulvaceus is beschreven door John Gilbert Baker.
Deze plant maakt onderdeel uit van de familie Aponogetonaceae. Deze familie kent slechts één geslacht; Aponogeton en zo’n 56 soorten. Rond 1926 kwam deze plant naar Europa waar hij in aquarium werd gehouden. Al in 1930 hadden de meeste plantenkwekers deze plant op voorraad.
Synoniemen: Aponogeton ambongensis, Aponogeton violaceus
Beschrijving
De blad- en bloemstelen van Aponogeton ulvaceus groeien uit een knol. Deze knol is zo’n 3 centimeter groot en rond tot eivormig. Daar waar de stelen uit de knol groeien is de knol gestekeld.
Zoals gezegd groeit uit de knol de bladsteel, deze is zo’n 12 tot 35 centimeter lang. Daaraan vast zit de bladschijf welke nog eens 7 tot 25 centimeter lang is. Het blad van Aponogeton ulvaceus bevindt zich altijd onder water. Het blad is dun, lichtgroen tot groen en licht doorschijnend. Bij temperaturen rond de 30 graden Celsius wordt de kleur van het blad olijfgroen tot blauwgroen. Een plant kan tot wel 40 bladeren hebben. De bladeren zijn twee tot acht centimeter breed en gegolfd.
De bloemstengel kan (veel) langer worden, ze worden zo’n 80 tot 160 centimeter lang. De bloem zelf groeit boven water uit. De bloemen zijn wit, geel of violet van kleur. Per vindplaats op Madagaskar komt slechts één kleur voor.
Herkomst
Van nature komt Aponogeton ulvaceus uit Madagaskar. Ze komen voor in het Noorden, Westen en Centraal Madagaskar.
Ze groeien in langzaam stromend en stilstaand water. De knol bevindt zich meestal op een waterdiepte van 50 tot 80 centimeter. Ze houden niet van direct zonlicht en zijn dan ook vooral te vinden op schaduwrijke plekken. In het wild bloeit de plant van oktober tot april.
Tijdens de zomer vallen de plekken waar Aponogeton ulvaceus groeit veelal droog. De knollen blijven in de vochtige grond zitten totdat het regenseizoen weer aanbreekt.
Het Aquarium
Aponogeton ulvaceus is niet geschikt voor kleine aquariums, vooral geschikt voor aquariums vanaf 100 x 50 centimeter. Als je deze plant koopt ontvang je meestal alleen een knol. Deze plaats je half in het substraat met de stekelige kant naar boven. Aan de onderkant krijgt hij wortels, aan de bovenkant de bladeren.
Op zich heeft deze plant geen Co2 nodig, ze groeien wel beter als er Co2 aan het water wordt toegevoegd. Ook wat plantenvoeding of kleibolletje bij de voet van de plant zorgt voor een betere groei. Ze groeien het best bij een temperatuur van 20 tot 28 graden en ene pH van 6.5 tot 7.5.
De plant wordt bij voorkeur solitair geplant. Ze worden vrij groot en nemen veel licht weg. Binnen een paar weken kan vanuit een knol een grote plant groeien. Met de juiste hoeveelheid licht en plantenvoeding zijn het snelle groeiers.
Slakken
Slakken zijn gek op de bladeren van Aponogeton ulvaceus. Ze maken al snel gaten in de dunne bladeren. Zorg er dan ook bij voorkeur voor dat er geen plantetende slakken in het aquarium zitten.
Rustperiode
Deze plant heeft een rustperiode waarin hij geen bladeren heeft. Zodra de plant zijn bladeren begint te verliezen raden we aan om de oude bladeren te verwijderen. Als alle bladeren zijn uitgevallen kun je de knol uit de bodem halen en op de bodem plaatsen. Het liefst plaats je de knol op een andere plek dan waar hij stond. De knol kan gaan rotten als hij op dezelfde locatie blijft staan. Zodra de rustperiode voorbij is trekken de wortels de knol weer onder het substraat.
Je kunt de knol ook bewaren buiten het aquarium. Als de bladeren beginnen af te sterven verwijder je de knol. Plaats deze in een bakje met wat vochtig zand. Bewaar het bakje op een donkere niet te koude plaats. Na vier maanden is de rustperiode voorbij en kun je de knol terugplaatsen in het aquarium.
Vijver
Je kunt proberen om Aponogeton ulvaceus in een vijver te plaatsen. Zet de knol dan op een diepte van 50 tot 80 centimeter. De knol is alleen niet winterhard. Zodra de temperatuur daalt is het dan ook beter om de knol te verwijderen. Zet de knol weg net als in de rustperiode voor het aquarium.
Vermeerderen
Het vermeerderen van Aponogeton ulvaceus is niet eenvoudig. De ervaringen van liefhebbers met het bestuiven van de bloemen lopen wat uiteen. De eerste bloeiwijzen van de gele en witte variant zijn blijkbaar steriel en pas later zijn de bloemen geschikt om zaad te maken. De violette variant kan direct vruchtbaar zaad dragen. Je kunt met een fijn kwastje de bloemen bestuiven. Soms lukt het om de eigen bloemen te bestuiven. Soms heb je twee gelijktijdig bloeiende planten nodig om ze goed te kunnen bestuiven.
Het zaad van Aponogeton ulvaceus is vrij klein. De goede zaden zijn te herkennen aan een donkere kern. Deze zaden zakken ook naar de bodem van het aquarium. De niet bevruchte zaden hebben geen donkere kern en blijven ook drijven. Het opkweken van ontkiemende zaden is moeilijk.
Het is soms mogelijk om de knol in delen op te splitsen. Uit elk deel groeit dan een nieuwe plant. Deze methode is niet altijd succesvol.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Bronnen
Aponogeton ulvaceus – H.W.E. van Bruggen – Het aquarium, jaargang 61, nr.1, blz 5-9.
Waterplanten.org
Aponogeton.nl