Aplocheilus dayi
Het lichaam van de Aplocheilus dayi is langgerekt en zijdelings slechts matig samengedrukt. Grondkleur groenachtig, rug met krachtige goudglans, buik zacht-blauw tot violet. Over het gehele lichaam verspreid komen kleine rode stippen voor. Rugvin geelachtig, staartvin groenachtig met in de onderste helft een rode band. Aarsvin aan de basis tevens groenachtig met onregelmatige streep- en vlektekeningen in de membranen.
Grootte: ca. 7 cm.
De vrouwtjes: lijkt uiterlijk veel op de mannen maar matter en in de staartsteel een aantal smalle dwarsbanden.
Herkomst
Ceylon. ondiepe, stilstaande en langzaam stromende wateren met een dichte vegetatie van overhangende grassen en oevergewassen.
Verzorging
Geschikt voor grote aquariums en alleen samen te houden met grotere vissen, met hier en daar een dichte randbeplanting en aan het oppervlak voldoende drijfplanten. Bodem liefst donker. Grillige kienhoutpartijen lenen zich uitstekend als decoratiemateriaal. Bevolken de bovenste en middelste waterlagen. Evenals verwante soorten roofzuchtig. Aan de waterkwaliteit worden weinig eisen gesteld. Temperatuur 22- 24 graden. Het beste te houden als een paartje of één man met meer vrouwen. Als voedsel komen in feite uitsluitend levende voedseldieren in aanmerking, maar ter afwisseling wordt ook wel droogvoer genomen.
Kweek van de Aplocheilus dayi
De kweek van de Aplocheilus dayi is niet moeilijk. De dieren zetten het liefst hun eieren af in de onmiddellijke omgeving van de bodem, aan lage waterplanten of de wortels van drijfplanten in ondiepe aquariums. In een kweekaquarium met lage waterstand kan ook een afzetmop worden gebruikt. Kweektemperatuur ca. 25 graden. De jongen komen na ongeveer 12 dagen uit en zijn gemakkelijk op te fokken met de gebruikelijke opfokvoeders als artemia, zeer fijn stofvoer etc.
Auteur
Bianca
Copyright foto’s