Anubias lanceolata
Deze variant is in 1901 beschreven door N.E. Brown en is eigenlijk een variant van Anubias barteri var. glabra1. Anubias minima is een tweede synoniem voor deze variant. We houden deze omschrijving in de database omdat ze in winkels nog steeds onder de oude naam worden verkocht.
Beschrijving
De Anubias lanceolata is een langzaam groeiende plant. hij is erg sterk en past zich makkelijk aan aan zijn omgeving. De taaie bladeren worden door plantenetende vissen met rust gelaten. Daardoor is hij erg geschikt voor in aquaria met cichliden.
Het blad is zeer smal elliptisch tot lancetactige-smal eivormig met een midden- donkergroene kleur. De top van de bladeren zijn gespitst tot fijn gespitst. Het bladrand is licht gegolfd.
Van oorsprong groeit hij aan de oevers van riviertjes en in moerasgebieden in West-Afrika. Wanneer zijn wortelstok goed natgehouden wordt, is hij ook goed te gebruiken in een paludarium.
Verzorging
Even als de meeste andere Anubias soorten, heeft de Lanceolata veel behoefte aan schaduw. Hij groeit het liefste onder drijfplanten of in de schaduw van grotere planten.
Het is een uitzonderlijk trage groeier. Hij maakt maar enkele nieuwe bladeren per jaar aan. Dat maakt hem erg gevoelig voor algen. Maak daarom af en toe de bladeren alg-vrij. Dit kan heel simpel door emt duim en wijsvinger over het blad te strijken.
Vermeerdering
De plant kan vermeerderd worden door de wortelstok door te knippen. Om weer verder te kunnen groeien heeft hij echter wel aan elk stuk wortelstok minstens 5 goede bladeren nodig.
Auteur
karinD
Copyright foto’s
Referenties
1 Crusio, W. (1979). “A revision of Anubias Schott (Araceae)”. Mededelingen Landbouwhogeschool Wageningen. Primitiae Africanae XII. 79 (14): 1–48.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.