Amphiprion rubrocinctus
Amphiprion rubrocinctus is in 1842 al beschreven door de natuur onderzoeker Richardson. De geslachtsnaam Amphiprion bestaat uit twee delen. ‘Amphi’ komt uit het Grieks en betekent ‘rondom’ of ‘aan beide kanten’. ‘Prion’ is ook afkomstig uit het Grieks en betekent ‘zaag’. Dit is een verwijzing naar het diep gekartelde sub- en preoperculum.
De soortnaam is ook op te breken in twee delen. ‘Rubro’ betekent ‘rood’, een verwijzing naar de rode keel, borst en andere delen van het lichaam. ‘Cinctus’ betekent ‘gordel’ of ‘riem’, een verwijzing naar de drie witte verticale strepen op het lichaam. Daarbij is waarschijnlijk een juveniel beschreven omdat volwassen exemplaren slechts één witte verticale streep hebben.
Beschrijving
Volwassen Amphiprion rubrocinctus hebben één enkele witte verticale streep net achter het oog. Deze streep is omrand met een dunne rand zwart. Bij grote volwassen exemplaren kan deze witte streep wat vervagen. De flank van deze soort wordt donker bruin tot bijna zwart. Alleen de keel, buik en alle vinnen worden rood.
Jonge exemplaren hebben drie witte verticale strepen maar twee daarvan vervagen als ze volwassen worden. De eerste witte streep loopt net achter het oog, de tweede in het midden van de flank, deze loopt door tot boven en het midden van de rugvin. Aan de bovenkant van de rugvin loopt het wit door tot achteraan. Het vormt daarmee een witte band aan de rand van de rugvin. De laatste witte band loopt rond de staartwortel.
De dominante vrouw kan een lengte bereiken van zo’n 14 centimeter totale lengte. Het belangrijkste mannetjes is wat kleiner, doorgaans maximaal zo’n 11 à 13 centimeter lang.
In de handel komt deze soort niet heel veel voor.
Symbiose anemonen
Deze soort gaat een mutuele symbiose aan met slechts twee soorten anemonen. Deze anemonen bieden bescherming aan de vissen door hun stekelige tentakels. De vissen zorgen voor aanvoer van wat eetbaars voor de anemonen en verwijderen pestdieren uit de anemoon.
Amphiprion rubrocinctus maakt gebruik van de anemonen:
Sequentiële hermafrodiet
Alle Amphiprion rubrocinctus worden geboren als mannetje. Doorgaans vormen ze een harem in een anemoon. Hierbij is het grootste exemplaar de vrouw. De andere exemplaren zijn wat kleiner en van het mannelijke geslacht.
Afhankelijk van de hiërarchie in de groep zijn de mannen steeds wat kleiner. De grootste man en de vrouw vormen het koppel wat zorgt voor de voortplanting. Als het vrouwtje komt te overlijden, verandert het grootste mannetje in een vrouw. Op die manier is er altijd een Amphiprion rubrocinctus vrouw aanwezig om mee voort te planten.
Herkomst
Amphiprion rubrocinctus komt voor op de koraalriffen van West en Noord Australië.
Binnen dit verspreidingsgebied komen nog vier andere soorten voor die je kunt onderscheiden door: Amphiprion perideraion en Amphiprion sandaracinos hebben een witte streep langs de rugvin. Amphiprion clarkii en Amphiprion ocellaris hebben drie witte verticale strepen.
De vissen die rondom Fiji werden gevangen werden in eerste instantie ook gezien als geografische variant van Amphiprion rubrocinctus. In een nieuwe beschrijving zijn deze vissen echter afgesplitst en heten nu Amphiprion barberi.
Dieet
In het wild voedt Amphiprion rubrocinctus zich met algen en zooplankton. In het aquarium kun je ze voeren met artemia, copepods, garnaaltjes, kreeft eieren, krill, vlokvoer, watervlooien, zooplankton etc.
Het Aquarium
Voor een koppel Amphiprion rubrocinctus heb je een aquarium nodig van minimaal 300 liter inhoud. Wil je meer soorten houden dan is al snel een groter aquarium aan te raden.
Bij voorkeur richt je het aquarium in met een symbiose anemoon Entacmaea quadricolor of Stichodactyla gigantea. Bij gebrek aan een van deze twee kiest deze soort een vervangende woning zoals een lederkoraal.
Kweek van Amphiprion rubrocinctus
In gevangenschap laat Amphiprion rubrocinctus zich relatief eenvoudig kweken. De eieren worden naast de anemoon op het substraat afgezet. Hiertoe wordt eerst een deel van het koraal gepoetst. De eieren kleven aan het substraat. Het koppel verdedigd het nest met eieren fel tegen rovers. De eieren komen na een dag of 8 uit. De larven zijn zeer gevoelig voor schommelingen in waterwaardes.
Hoewel ze zich redelijk eenvoudig laten kweken vraagt het vangen en grootbrengen van de larven wel wat extra werk en aandacht. In het kweekverslag Anemoonvissen kweken vind je een complete handleiding.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Referenties